donderdag, juli 16, 2009

Pin Mill



Een andere gedenkwaardige tocht met de 'Felis Onca IV' was het tripje naar River Orwell, begin juni 1992. Buiten mijn geliefde echtgenote en mijzelf om, bestond de bemanning uit dochter S, schoonzoon W, zoon E en (ex)schoondochter A. Een zes koppige bemanning op een zeiljachtje van 30 voet kan je voor zo'n vrij lange tocht bepaald niet onderbemand noemen, eerder het omgekeerde. Maar we hebben het vol gehouden. Dat moest ook wel want we zaten natuurlijk wel mooi in het schip met z'n allen!

Windkracht variërend van 1 tot 3 uit zuidoostelijke richting, matig tot slecht zicht en kans op onweer las ik in m'n oude logboek. Ideaal is het zelden of nooit is mijn ervaring. Tergend langzaam verdwenen de pieren van IJmuiden achter ons uit 't zicht, terwijl het zicht al zo matig was, kun je nagaan hoe hard we gingen! Het was eerder drijven te noemen wat we deden dan zeilen. Zo af en toe konden we het dan ook niet laten de motor maar eens een tijdje bij te zetten. En zo rommelden we de hele dag door, het ene moment alleen onder zeil, het andere moment de motor ermaar weerbij.

Tegen de avond hoorden we het in de verte donderen en zagen we het weerlichten. Ondanks dat het voor ons gevoel nog heel ver van ons verwijderd was, haalden we het grootzeil toch maar omlaag, en rolden we de fok een stukje in. Er stond trouwens nog steeds weinig wind, op onze voortgang had het dan ook niet of nauwelijks invloed. Alleen op de motor en nog een klein stukje voorzeil vervolgden we onze weg op een ondertussen aardedonker geworden Noordzee.
Inmiddels was het wel duidelijk dat de donderbui niet aan ons voorbij zou gaan. De ontladingen kwamen dichter bij, het begon te regenen en een paar flinke rukwinden waren de voorbode van wat op ons af kwam. En ineens was het zover en zaten we midden in de shit. Ook het kleine puntje voorzeil dat nog stond werd snel ingedraaid, maar zelfs alleen op romp en mast maakten we nog een respectabele slagzij. Voor zover we de ogen door de hevige regen en wind open konden houden, zagen we de zee fel oplichten door de vele blikseminslagen om ons heen, alsof het overdag was. De donderslagen waren boven het gebulder van de wind en het geraas van de regen nog oorverdovend. Wat een toestand!

Een polyester schip is geen 'Kooi van Faraday', het nut van een ankerketting of dikke koperdraad aan de verstaging of beter nog aan de mast, en dan overboord voor een eventuele ontlading betwijfel ik. Mogelijk dat het werkt bij een luttele 230 Volt, maar bij een blikseminslag kan de spanning wel 400.000 keer hoger zijn! Toch had ik op dat moment wel even spijt dat ik dat niet gedaan had. Zoiets van 'Baat het niet dan schaadt het niet'.

Op een gegeven werd het in de kuip zo gortig dat ik het werk maar even helemaal aan de stuurautomaat heb overgelaten, en ook maar bij de anderen in de kajuit ben gaan zitten. Bovendien wilde ik een beetje uit de buurt van de verstaging blijven. De automaat had het er maar moeilijk mee, gierend van bakboord naar stuurboord schoten we met de 'Felis Onca IV' als een dronkenman door het water.
Maar wonderlijk, zo snel als het gekomen was, zo snel was het weer over ook. Hooguit een uur heefd het hele feest geduurd. Opluchting alom, en buiten het monotone geronk van de motor een oorverdovende stilte ineens. De atmosfeer was helemaal opgeknapt, praktisch windstil en glashelder zicht, beter dan we de hele dag hadden gehad. In de verte zagen we de navigatieverlichting van enkele schepen in de shipping lane. Toch mooi dat we daar niet zaten toen we die donderbui over ons heen kregen!

Tegen het krieken van de dag, rond een uur of half zes, zaten we in de buurt van Inner Gabbard, nog ruim 20 mijl vanaf Felixstowe en Harwich. Goedemorgen, goed geslapen? De één na de andere slaapkop stak z'n hoofd door het luik om poolshoogte te nemen van omgeving en weer. Mooi weer, maar windstil! Er werd nog wat nagepraat over de bui van vannacht, er werd koffie gezet en er werden eitjes gebakken met spek. Rond een uur of half tien waren we bij Felixstowe, en voeren we met de stroom mee de River Orwell op richting Woolverstone Marina, waar we een uurtje later keurig lagen afgemeerd. We hadden ruim 123 mijl gevaren vanaf IJmuiden.

De omgeving van Woolverstone en Pin Mill is fantastisch. Vooral de wandeling vanaf Woolverstone Marina naar de 16e eeuwse pub 'Butt and Oyster' aan de Orwell in Pin Mill was prachtig. Je waande je in een ander tijdperk, de wandeling voerde ons door een eeuwenoud, volgens mij tot op de dag van heden praktisch onaangetast landschap. Het ene moment liep je langs de oever van de Orwell met prachtige uitzichten over deze getijderivier, het andere moment liep je over glooiende akkers en beboste landerijen met majestueuze eikenbomen van honderden jaren oud. Eenmaal in Pin Mill aangekomen, vielen ons de oude scheepswrakken op die daar lagen. Sleepboten, Thames Barges, Pieremegoggels of weet ik veel wat voor types het allemaal waren, lagen er kris kras door elkaar, en sommigen werden zelfs nog bewoond ook. Prachtig allemaal, en het ultieme rustmoment beleefden we daarna in 'Butt and Oyster', achter een heerlijk glas bier dromerig uitkijkend over de River Orwell.

Daags daarna begonnen we aan het eind van de middag aan de terugtocht naar IJmuiden. En wéér was het bijzonder heiig op zee en praktisch windstil. Dus werd de motor maar weer bijgezet! Tijdens het invallen van de nacht bemerkten we dat het zo mistig was geworden, dat we ons eigen toplicht niet meer konden zien. En dat in een vrij druk vaargebied, geef me dan maar liever een donderbui! We zagen dus echt helemaal niets om ons heen, en radar hadden we toen jammergenoeg ook nog niet aan boord. We konden alleen maar hopen dat die grote jongens ons reflectorbliepje op hun schermen zouden zien. Voor ons bleef er niets anders over dan de motor zo zacht mogelijk te zetten, en onze oren goed te luister leggen op de geluiden om ons heen! Bij tijd en wijle hoorden we dan weer aan stuurboord en dan weer aan bakboord een schip voorbij varen, maar zien deden we ze niet. Een zenuwslopende ervaring! Wind stil en dikke mist, de hele nacht en ook de andere morgen.
Toen we de grote NHR-N boei midden op de Noordzee dankzij ons oude en vertrouwde AP navigatortje gevonden hadden, zijn we daar even rond blijven hangen om ons te beraden. We moesten even wat moed verzamelen om aan de oversteek van de drukke zes mijl brede shipping lane te beginnen. Maar na een kwartiertje tobben hebben we de knoop maar doorgehakt, wat zou je ook anders moeten? Twee man voorop het schip om te luisteren, en de motor op z'n zachts. Tegenstrijdig eigenlijk, want je wilt de oversteek van de shipping lane zo snel mogelijk achter de rug hebben. Gelukkig is het allemaal prima verlopen.

Tegen het einde van de morgen trok de mist eindelijk op, en een poosje later stond er zowaar een vrij constante bries van ruim 3 Bft uit het zuidoosten. De laatste 40 mijl naar IJmuiden hebben we dan ook aan de wind zeilend in een stralend zonnetje overbrugd. En rond zeven uur 's avonds voeren we de pieren van IJmuiden binnen, we waren weer thuis!

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Prachtig verhaal precies zo als het was.Joke

Christa zei

Ik weet nog dat ik me toen vreselijk ongerust heb gemaakt om jullie toen ik in mijn bedje in Amsterdam naar het donderend geweld luisterde. Maar wel heel mooie foto's en ook weer een mooi reisverhaal.