donderdag, augustus 30, 2012

Venetië, architectuurbiënnale 2012


De nieuwe inrichting van het Nederlandse paviljoen op de architectuurbiënnale in Venetië maakt indruk, las ik j.l. woensdag in de Volkskrant in een reportage van Bob Witman. Bewegende doeken voor een vaak onbenutte ruimte.

Eerst iets over het Nederlandse paviljoen in Venetië.

Het Nederlandse tentoonstellingspaviljoen in het park van de Biennale van Venetië van architect Gerrit Rietveld, is in 1954 gebouwd als onderkomen voor de Nederlandse inzending van de tweejaarlijkse internationale architectuurbiënnale en diverse andere kunstmanifestaties. Rietveld (1888-1964) hechtte zelf kennelijk geen eeuwigheidswaarde aan het paviljoen en kwalificeerde het als 'een bouwsel'. Het gebouw is ontworpen volgens de regels van de functionaliteit, zoals die in de stroming van het Nieuwe Bouwen destijds werden gehanteerd: heldere constructies met eenvoudige materialen, platte daken en grote glasoppervlakken. De bouwwijze kwam de duurzaamheid niet altijd ten goede. Zo leverde het platte dak door de overvloedige Venetiaanse regenval problemen op, en liep het regenwater o.a. via de kozijnen naar binnen. Problemen die sinds de restauratie van het paviljoen midden jaren negentig, gelukkig niet meer aan de orde zijn, in dit ook op zichzelf als kunstwerk te respecteren gebouw!

Dan over de huidige architectuurbiënnale van 29/8 tot 25/11'12.

Bij de opening gisteren van de tweejaarlijkse manifestatie, was er veel lof voor het ontwerp van Petra Blaisse van Inside Outside, het in 1991 door haar in Amsterdam gevestigde ontwerpbureau. Met twee sets bewegende gordijnen van ruim vijf meter hoog, laat ze het interieur van het tentoonstellingspaviljoen elke anderhalve minuut totaal veranderen. De biënnale is de grootste internationale publieksmanifestatie voor architectuur. Er is een hoofdtentoonstelling gemaakt door architect David Chipperfield in het Arsenaal, een eeuwenoude scheepswerf van kilometers lang. En op de zuidoostpunt van de eilandstad presenteren 55 landen zich in eigen paviljoens in het park Giardini. De resultaten van dat laatste onderdeel zijn traditioneel zeer wisselend. Nederland onderscheidt zich dit jaar door een helder en pragmatisch concept. Re-Set zoals de installatie heet, is een vervolg op de presentatie van het twee jaar geleden Vacant, dat ook veel loftuitingen ontving. Dat was een statement, gemaakt door het bureau Rietveld Landschape, over de miljoenen vierkante meter lege kantoorruimtes in Nederland. (zie o.a. mijn stukje 'Palladio & La Biennale di Venezia' van 14 maart 2012.)

'Vacant' wordt gezien als deel één t.w. een statement om die ontzagwekkende leegstand op de agenda te krijgen, zegt Ole Bouman, directeur van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi). Maar daar wilden we het niet bij laten, met 'Re-Set' wilden we ook oplossingen voor dit probleem aandragen. Bouman is als directeur van het NAi verantwoordelijk voor de inrichting van het paviljoen. Hij vroeg 'Inside Outside' voor een vervolg op 'Vacant', hoe ga je met verbeeldingskracht de crisis te lijf.

Hij was bij Blaisse aan het goede adres. Zij wilde met Re-set laten zien dat de huidige crisis voor creativiteit ook een kans is. Ze stelt zich de vraag wat je kan maken voor ca. 1 procent van een bouwbudget, en creëert vervolgens twaalf nieuwe ruimtes. Blaisse gebruikte al eerder in haar werk bewegende doeken, maar voor het eerst is de z.g. tactiele architectuur een zelfstandig werk. Blaisse constateerde bij de voorbereiding van haar project, dat het tentoonstellingspaviljoen van Gerrit Rietveld slechts enkele maanden per jaar dienst deed. Een geweldig ontwerper, maar als je in de winter hier komt, dan is het toch wel somber en leeg. En natuurlijk spijtig dat de ruimte zo onbenut blijft.

Ze zag de analogie met de kantoorleegstand en nam het paviljoen zelf als uitgangspunt voor Re-set. Door via het dak daglicht toetreding te verbeteren, spiegels te plaatsen en een ingenieuze railconstructie aan te brengen, kon ze met 290 vierkante meter gordijn het paviljoen tot een totaal nieuw gebouw maken. Die stof glijdt van plafond tot vloer door de ruimte in vastgestelde intervallen van anderhalve minuut. Je kunt er een uur doorbrengen en steeds wijzigt de lichtval, de plattegrond en het gevoel van ruimte. De railgeleiders raken af en toe een xylofoonachtige constructie die aan het dak is bevestigd. Waardoor de re-sets vergezeld worden van vrolijke ploink-ploink-muziek.



Lange tijd waren een ongerept stuk grond en een flink budget de belangrijkste voorwaarden voor goede architectuur. De maatschappelijke kwesties van deze tijd vragen echter om andere uitgangspunten. Het benutten van bestaand potentiëel en het creëren van waarde op plekken waar die lijkt te verdwijnen, het ‘reanimeren’ van desolate gebouwen, wordt meer en meer kerntaak van de architect.

Met Re-set onthult Inside Outside / Petra Blaisse een scala aan mogelijkheden dat een bestaand gebouw te bieden heeft. De gegeven situatie is haar uitgangspunt. Met een bewegende, tactiele interventie geeft ze een impuls aan een gebouw dat al 40 jaar leeg staat – het Nederlands paviljoen wordt immers maar drie maanden per jaar gebruikt. Een impuls waar vele duizenden andere Nederlandse gebouwen nog op wachten!

dinsdag, augustus 28, 2012

2e zondag p.m.


De fietsen wel of niet meenemen, was zondagochtend bij ons een heikele kwestie. De stortregens, die af en toe gepaard gingen met donder en bliksem, volgden elkaar in razend tempo op, wat een toestand. Toch waren de vooruitzichten voor de (na)middag heel redelijk, er was zelfs sprake van een doorbrekend zonnetje. Dus ja, wat doe je dan, meenemen natuurlijk, die fietsen!

En zo kwamen we rond 2 uur aan bij J op het Havikskruid in Kampen voor onze tweede z.g. zondagmiddagontmoeting. (Zie voor de eerste mijn stukje 1e zondag p.m. van 7 mei 2012) We waren zo te horen niet de enige, die hebben zitten tobben met het fietsvraagstuk. Echter op G & C na (wel begrijpelijk na hun feestje de vorige avond, dat tot in de kleine uurtjes heeft geduurd, ze zouden sowieso later komen) had iedereen zijn fiets bij zich. Maar eerst was er uiteraard nog koffie en thee. Naar buiten kijkend sloeg de twijfel toch weer even toe, echter een blik op de buienradar deed ons de knoop doorhakken, even later waren we op weg.


De route die J had uitgestippeld, voerde ons via polder Haatland naar de IJssel en vervolgens naar het Vossemeer. Het kleine buitje dat we nog over ons heen kregen kon ons nauwelijks deren. Even de rug tegen de wind, en we konden weer verder. Overal om ons heen dreigende wolkenluchten, maar ook af en toe een waterig zonnetje dat daar doorheen sijpelde, zilver op het Vossemeer!
Moeiteloos en ontspannen stoven we voor de wind uit weer richting Havikskruid, waar we gelijk met G & C arriveerden. En ja, toen zat de vijf in het uur en kwamen de glazen op tafel. Even hebben we nog buiten kunnen zitten, maar toen het weer ging plenzen was dat gauw over. Toch mooi dat dit soort buien tijdens ons fietstochtje aan aan onze neus voorbij gegaan zijn!

Waar we het altijd over hebben als we met z'n allen bij elkaar zitten, is vaak moeilijk te duiden. In ieder geval over van alles en nogwat, waarbij we doorgaans dan ook nog van hak op tak springen en er soms tot tranen toe gelachen wordt. En daar is natuurlijk niks mis mee, integendeel zou ik zeggen.
Maar soms komt er bij één van ons een gespreksonderwerp aan de oppervlakte drijven, dat te denken geeft, en waar je wel eens even op door zou willen gaan. In dit licht bezien, kreeg ik tijdens de maaltijd n.a.v. opmerkingen over de euro, Europa en de politiek, enkele verrassende standpunten te horen, die met een behoorlijk serieuze ondertoon werden gebracht. Maar die vervolgens weer niet beklijfden in de kakofonie van nogal luidruchtig over de tafel vliegende meningen.
En toen J, onze voortreffelijke gastvrouw, erbij ging staan en de hele discussie over dit onderwerp met een min of meer hilarische slotrede als beëindigt wenste te beschouwen, had ze de lachers op haar hand en lieten we Europa en de politiek voor wat het was!

Het heerlijke eten en drinken dat J had geregeld en had klaar gemaakt verdiende onze volle aandacht. Gezellig, met hapjes vooraf en een prima wijntje. Daarna met z'n negenen grappend en grollend om de ovale tafel. Genietend van de zelfgemaakte soep, de salade (van G&C) de rijkelijk aangeklede shoarma, de koffie met slagroom en een ijskoude Helbing Kummel liqueur, een glashelder Duits likeurtje van 35% dat op smaak is gebracht met karwijzaad, komijn en venkel.
Na de afwas, rond een uur of halfnegen, ging een ieder weer zijns weegs, aan alles komt een eind. Ik vond het een genoeglijk middagje, en kan dan ook uitzien naar de volgende happening over drie maanden.

vrijdag, augustus 24, 2012

Camping Kogerstrand


C en J stonden met hun kinderen op Texelcamping Kogerstrand. Dezelfde camping waar C, onze oudste dochter in 1967 tot vermaak van ons, en de nog jonge opa en oma V en ooms en tantes, erg goed heeft leren lopen op al die hellingen, het mulle zand en de zee. Alsof het gisteren was, maar mooi niet, want nu vierden we hier de verjaardag van Jeanne, alweer de oudste dochter van C die 16 jaar werd!
We waren na 1969, toen we hier de laatste kampeervakantie hebben doorgebracht, nooit meer op camping Kogerstrand geweest. Hoewel we sinds die tijd ontelbare keren naar Texel zijn gezeild of anderszins zijn aangekomen, en hier overal hebben rond gefietst. Het was dan ook een verrassing te merken hoe weinig er sindsdien is veranderd. Oké, diverse gebouwtjes en sanitaire voorzieningen zijn vernieuwd, en naar de eisen des tijds aangepast, maar dat was het dan ook. Ik proefde weer de bijzondere sfeer op deze toch vrij drukke camping. Hoe zal ik het zeggen, de natuur, de geur, het strand onder dat majestueuze zwerk, de wind en de constante ruis van brekende golven, gaf me destijds een geweldig gevoel van ontspanning en vrijheid. Geweldig te merken, hoe deze gevoelens me ook nu weer overvielen!
Dat is overigens met De Koog wel anders gesteld, dat dorp is ontploft, en in mijn beleving gedegradeerd tot één groot vermaak- en consumptiecircus. Daarom heb ik De Koog nadien ook een beetje gemeden, maar dat is een ander verhaal waar ik in dit stukje niet verder op door wil gaan.



We hadden 'De Vlinder' bij ons, het oude 2 persoons trekkerstentje dat ik 33 jaar geleden altijd in m'n rugzak meezeulde. Een déjà vu, oude tijden herhalen zich. We kregen L56 toegewezen, een mooi en stil plekje aan het eind van een smal kruipdoor, sluipdoorpaadje op de zuidzijde. Een plekje op ongeveer het midden van de bijna 2,5 km lange camping.

Een werkelijk prachtig plekje voor één nacht voor ons tweetjes en Teun de hond, ons logeetje voor deze week. Veel hadden we niet bij ons, een tentje dat met tien minuten staat, twee luchtbedjes die zichzelf opblazen, twee slaapzakjes, een kleedje voor Teun en een klein rugzakje met een tandenborstel en wat overige noodzakelijke toiletprullaria. We waren dus gauw klaar!

C en J stonden op D90, een plekje helemaal aan het eind van de noordzijde van de camping. Mooi dat we de fietsen bij ons hadden, even later zaten we gezellig aan de koffie bij hun. En toen ook de meiden J, K en R, die helemaal van het eind van de zuidzijde, ik geloof op of nabij nummer W125 moesten komen, waren aangeschoven werd het met heerlijk belegde bolletjes helemaal een gezellige boel, ondanks het gemopper af en toe van de meiden over beestjes en zand dat overal inzat. Ja, ja kamperen moet je ook leren.
's Middags toch maar even naar het dorp geweest. Beetje door de Dorpstraat gelopen, sowieso al een stervens druk straatje in vakantietijd, daar kwam nu de braderie nog eens bij. We zijn maar gauw op een terrasje gaan zitten, vanachter een glas bier naar mensen kijken is goed te doen. Met een ladinkje zoute haringen hebben we in de namiddag de tent maar weer opgezocht. Evengoed gingen de bolletjes met hamburgers, gebakken ui en nog veel meer er vervolgens nog in als koek. De dames gingen daarna naar hun eigen tent om zich op te maken voor een avondje disco. En wij hebben even na de koffie ook ons eigen tentje maar opgezocht in het schemerdonker. En tegen halfelf lagen we in onze slaapzakjes, klaar voor de nacht!



's Morgens al vroeg wakker door de harde wind die 's nachts was komen opzetten. Hoewel die hevig aan ons oude tentje rukte, gaf ze gelukkig geen krimp. Heerlijk in m'n slaapzak een tijd liggen luisteren naar het geraas van de wind en het gedreun van de brekende golven vlak achter het eerste duin.
De ochtendwandeling onder een prachtig jagende wolkenlucht, voerde ons eerst naar het strand en een indrukwekkende branding, en vervolgens naar het dorp voor een heerlijk ontbijtje bij de echte bakker. Rond tien uur waren we terug op de camping, waar C en J met hondje Teun, die de nacht toch maar bij hun in de tent had doorgebracht, ons al tegemoet kwamen fietsen. Gezamelijk fietsten we vervolgens naar de jarige Jeanne en de beide andere dames.

Het tafereel dat ik zag bij aankomst, deed me denken aan TV beelden die ik wel eens gezien heb van een vluchtelingenkamp ergens in de Sahel. Ik zag vanaf een afstand drie in elkaar gedoken figuurtjes met capuchon zitten, tussen her en der over de grond verspreide inboedel en etenswaar. Ik zag een hoop gefladder van kleurige handdoeken en andere lappen, een half in elkaar gezakt windscherm en een soort van onderkomen, dat door de wind en de super flexibele frameconstructie alle denkbare vormen aannam, behalve die van een fatsoenlijke tent!
Een zuur lachje kon er nog net vanaf toen we al 'Lang zal ze leven' zingend kwamen aanlopen. Zand, zand en nogeens zand, overal zand, zand in de binnentent, zand in het haar, zand in ogen en oren, zand in alle kleren, zand in het eten, ja zelfs zand tussen de kiezen. Dit was de echt de druppel, ze gingen nooit meer kamperen!



Al was het voormij allemaal heel herkenbaar, toch had ik met ze te doen! In gevecht met het zand, zie ik mezelf nog sjouwen met strobalen die je destijds bij de receptie kon halen, veel hielp dat ook niet, maar toch. Zo goed en kwaad het ging hebben we ze wat geholpen met extra scheerlijnen aanbrengen e.d. maar veel konden we verder niet uitrichten tegen de wind. Eigenlijk was het ook geen geschikt tentje voor hier, meer een speeltentje voor in de luwte ergens in een achtertuintje.

Toen we een uurtje later bij de tent van C en J aan een 'Tesselse Buteriggel' zaten, een heerlijk gebakje in de vorm van een uitgerekte en platgeslagen moorkop, waren de dames alweer een beetje bijgetrokken. Er waren ergere dingen dan zand in je haar, bovendien nam de wind alweer af. En zo was het, een lachje kon er bij de dames zowaar weer vanaf. En voor ons en Teun zat het erop, het was mooi geweest, we wilden de boot van 14.00 uur halen.
De overtocht is en was een fluitje van een cent, even voor halfdrie waren we weer aan de andere kant van het Marsdiep en lieten we Den Helder achter ons. Via de N99 naar Den Oever, vandaar over de A7 tot nabij Wognum, waar we de afslag namen naar Enkhuizen. En vanaf Enkhuizen over de Houtribdijk via Lelystad en de Larserweg naar huis, waar we rond halfvijf aankwamen. Terug van een etmaaltje Texel, maar het voelde alsof we veel langer van huis waren geweest. Zo zie je maar, lange vakanties zijn eigenlijk nergens voor nodig!


Een dagje Camping Kogerstrand, een hele beleving!

zondag, augustus 19, 2012

Veldkeien


Mijmerend en min of meer flabbergasted van de hitte zat ik vanochtend naar m'n tuintje te staren. Mijn oog bleef hangen op enkele vrij grote veldkeien die ik daar een keer heb neergelegd. Ik moest ineens denken aan de geschiedenis van deze keien. Niet aan de eeuwenoude ontstaansgeschiedenis, die sowieso aan veldkeien is verbonden. Nee, meer aan het feit hoe die keien uiteindelijk in m'n tuintje zijn terecht gekomen. Daar gaat een aardige familieanekdote uit mijn jeugd, die na al die jaren nog in mijn geheugen staat gegrift, aan vooraf.

Begin jaren vijftig van de vorige eeuw hebben mijn ouders een nieuw huis laten bouwen. Toen het huis eenmaal klaar was, kwam de tuin aan de beurt. Alleen de centen waren op, dus werden er uit alle hoeken en gaten struiken, stekkies en bollen bij elkaar gescharreld. Dat ging prima, alleen ontbrak er volgens mijn moeder nog een rotspartijtje van veldkeien of iets dergelijks. En ook daar wist mijn vader wel weer raad op. In het bos, op een halfuurtje fietsen bij ons vandaan, lag in het gebied van de Vuursteenberg het z.g. tabaksveld. Een akker waarop destijds inderdaad nog tabak werd verbouwd, maar waar je volgens mijn vader ook struikelde over de zwerfstenen. Gewapend met een paar jutezakken, fietsten mijn vader en ik monter op een mooie zomerse achternamiddag richting tabaksveld (waar nu de A50 loopt) nabij de Vuursteenberg.

Eenmaal aangekomen op het tabaksveld hadden we al snel een respectabel aantal stenen bij elkaar, meer als we konden vervoeren. Er moest worden geschift, terwijl we daar mee bezig waren, zag mijn vader aan de overkant van het tabaksveld plotseling een geüniformeerd persoon opdoemen. Boswachter, vlug, bukken, achter de struiken, hij was er kennelijk van overtuigt dat we met die keien iets illegaals aan het doen waren, dus wilde hij zich absoluut niet laten betrappen. Spannend natuurlijk, als tienjarig jochie, samen met je vader achter de struiken, verstopt voor het gezag. Maar mijn vader was er echter niet gerust op, volgens hem had die diender ons toch gezien, want hij kwam onze kant opgefietst. Rustig maar met bonkend hart, althans ik, liepen we vervolgens doodgemoedereerd naar onze fietsen, en kwamen we de man tegemoet. Goedenavond, goedenavond meneer, en ieder ging zijns weegs daar in de middle of nowhere, typisch! Niet omkijken siste mijn vader nog, maar een eind verderop stopten we toch maar en keken we geïnteresseerd alle kanten op. Echter geen diender meer te bekennen. Toch zijn we voor onze gemoedsrust evengoed het hele tabaksveld maar rond gefietst. Zo kwamen we uiteindelijk weer bij de verzamelde zwerfkeitjes terecht, die we vervolgens maar zo snel mogelijk in de jutezakken hebben doen verdwijnen.

De tocht naar huis ging niet geheel vlekkeloos. Ergens halverwege kon ik de steeds verder wegzakkende lading op m'n bagagedragertje niet meer houden, en kieperde het hele zootje op straat. En toen mijn vader, die me wilde helpen, van z'n fiets afstapte kieperde ook zijn, nog veel zwaardere lading achterover op straat. Wat een gedoe, maar het is allemaal goed gekomen. Tegen schemeren waren we weer thuis en had mijn moeder eindelijk de attributen voor de aanleg van haar rotspartijtjes. Toen mijn vader vele jaren nadien was overleden, en mijn moeder het huis had verkocht, heb ik met haar goedvinden een paar mooie exemplaren uit het rotstuintje gevist. En die liggen nou alweer vele jaren in m'n eigen tuintje te pronken!

De 26 m hoge Vuursteenberg ten noordoosten van de Woldbergstuwwal maakt deel uit van een smeltwaterterras, ontstaan door ijssmeltwater dat in de voorlaatste ijstijd tussen het ijs en de stuwwal heeft gestroomd. De Vuursteenberg bestaat uit door het landijs aangevoerd materiaal (rijk aan grind en stenen) en uit materiaal van de stuwwal, dat hier is blijven liggen toen het ijs zich terugtrok. In de laatste ijstijd is veel van het lichtere materiaal weggeerodeerd en bleef een grind- en stenenrijke erosierest achter.
Eeuwenlang maakte dit gebied deel uit van de uitgestrekte heidevelden van de Noordoost-Veluwe. Er liepen enkele grote wegen overheen, zoals de weg van Amersfoort naar Zwolle, Hattem, en talloze kleinere paden. In de tweede helft van de 19de eeuw werd de toen nutteloos geworden heide nuttig gemaakt en geleidelijk grotendeels bebost. De paden en wegen werden met berkensingels beplant. De grote akker die in het gebied lag is in de Tweede Wereldoorlog en daarna gebruikt om tabak te telen.

zaterdag, augustus 18, 2012

weer een week voorbij


Vergeleken met vroeger ben ik langzamer gaan leven, toch vliegen de weken voor mijn gevoel sneller voorbij dan vroeger! Hoe kan dat? Ben ik nu soms 'alle dagen heel druk' omdat ik alles langzameraan doe? Het kan zomaar zijn dat ik me de hele dag met een werkje bezig kan houden, waar ik voorheen amper een halve dag voor nodig had. Komt het vandaag niet af, dan morgen wel. Maar kennelijk stapelt het werk zich door dit gedrag dan toch ergens in m'n hoofd op, met een gevoel van druk zijn en tijd tekort als gevolg. Een gevoel dat ik overigens ook had, toen ik alles nog wel in racetempo deed.

Zou ik misschien nog in een leerproces zitten? Zou het rustiger worden in m'n hoofd, als ik leer accepteren dat veel dingen in het leven gebeuren zoals ze kennelijk moeten gebeuren. Waardoor de tijd en de dingen die je dan doet bewuster worden beleeft. Dat je dan mogelijk gevoelsmatig meer tijd en energie overhoud voor nieuwe dingen en uitdagingen die op je pad komen.
Ik weet het niet, of eigenlijk weet ik het wel. Het antwoordt zit inderdaad besloten in leren accepteren dat veel dingen in het leven gebeuren zoals ze kennelijk moeten gebeuren. Dat is alles, meer niet, accepteer jezelf en blijf wie je bent!

En zo is ook deze week weer voorbij gevlogen. Een week die begon met een autorit voor noppes naar Emmen. De bedoeling was een bezoek aan Broken Circle/Spiral Hill uit 1971, het enige Land Art werk van Robert Smithson in Europa. (zie ook mijn stukje Broken Circle/Spiral Hill van 21 november 2011) Alleen jammer dat het terrein wegens vakantie gesloten was! Niet te geloven, maar stom natuurlijk, ik had ook eerst moeten bellen!
In Lelystad in het Nieuw Land Museum een paar aardige dvd's aangeschaft over de voormalige Zuiderzee en de aanleg van de Afsluitdijk. Elke avond op TV even gekeken naar 'De slimste mens' een prachtig programma van de NCRV met Philip Freriks en Maarten van Rossem. Een bespreking gehad bij mensen die een erker aan hun huis willen bouwen. Gefietst en op ziekenbezoek geweest. Met ProRail gesproken over een dvd van de nieuwe spoorbrug in de Hanzelijn over de IJssel bij Zwolle, die ik inmiddels al van ze ontvangen heb. Met m'n kinderen gesproken over zeilen en hun vakantiebestemmingen volgende week op Ibiza en Texel. Druk geweest met de organisatie van een familiereünie in het najaar. Met de auto naar de garage geweest. Muziek geoefend. Uitgenodigd op de barbecue bij m'n dochter. Een uitnodiging gekregen voor een optreden in het najaar met onze band 'Hodgepodge' in de Catharinakapel, waardoor ik gelijk maar begonnen ben met nieuw PR materiaal bij elkaar te scharrelen voor de plaatselijke pers en onze eigen website. Een uitnodiging gehad voor een feest volgende maand in Amsterdam, waar ik over na moet denken.

Genoeg, als ik alles op ga noemen kan ik nog wel een poosje doorgaan, en wie niet zou ik zeggen? Maar ik stop er mooi mee, morgen weer een dag!

zondag, augustus 12, 2012

Een fietstochtje


We begonnen ons fietstochtje met H & M door het Vecht- en Plassengebied bij de dorpskerk in Abcoude. Al keuvelend zetten we ons rond halfelf in beweging, en peddelden we voor de eerste pitstop in een ontspannen sfeertje via de rechter oever van het Gein naar Weesp. En daar, op het terras aan de Vecht van 'Eeterij de Schalkse' was het in het zonnetje met koffie en gebak even heel genoeglijk. Je zou er zo blijven zitten, maar ja, we zouden gaan fietsen, dus hup op het zadel maar weer.

Via de noordelijke oever van de Vecht fietsten we daarna richting Spiegelplas en Nederhorst den Berg. Om de Spiegelplas peddelend heb ik nog even uitgekeken of ik de 'Swing' zag liggen, de huidige 'Sartorius' (zie mijn stukjes 'verkocht' van 27-11-'11 en 'metamorfose' van 4-4-'12) maar helaas, niet gezien. Vervolgens ging het via 's-Graveland en Kortenhoef door de Loosdrechtse Plassen (waar we uit het verre verleden nog mooie en bijzondere herinneringen aan bewaren) naar Vreeland. Daar, op het zonnige terras van pannekoekenrestaurant 'Noord Brabant' beleefden we onze tweede pitstop. Heerlijk, bier, wijn, pannekoeken, het ging er allemaal in als koek!

Verkwikt en verzadigd hervatten we onze tocht via de oostelijke oever van de Vecht richting Loenen, Nieuwersluis en verder. Een prachtige maar drukke route, je fietst langs middeleeuwse burchten, vestingwerken, theekoepeltjes en buitenhuizen van rijke kooplieden uit de 17de eeuw. De Vecht die heden ten dage tot een sfeervolle rivier voor de recreatievaart is verworden, was in de Middeleeuwen een belangrijke schakel tussen het Achterland en de Zuiderzee. Halverwege Nieuwersluis - Breukelen zijn we omgekeerd, en zijn vervolgens bij Loenen de Vecht overgestoken. Zo kwamen we via de oostelijke oever van de meanderende Angstel rond halfvijf weer in Abcoude aan.

En daar hebben we, voordat onze wegen gingen scheiden, met een heerlijk pikketanisje nog een hele tijd zitten ouwehoeren op het terras van café restaurant 'De Eendracht' in Abcoude. Wat leven we toch in een mooi en gezellig landje!

zaterdag, augustus 11, 2012

Den Haag, Israels & Mesdag


Over de zomermanifestatie 'Isaac Israels' (1865-1934) in vijf Haagse Musea hadden we al iets gelezen, maar we wilden het uiteraard ook gaan zien. Een datum hadden we nog niet geprikt, maar de manifestatie liep nog tot bijna eind september, dus we hadden nog wel even de tijd. Evengoed hebben we toch afgelopen woensdag al ons rondje langs de deelnemende Haagse musea gedaan.

Het was erg rustig in de stad, we konden steeds praktisch voor de deur parkeren, vakantietijd natuurlijk. De eerste locatie die we we bezochten was 'Museum Panorama Mesdag' aan de Zeestraat, waar in het bijzonder een vrij groot aantal schilderijen van vrouwen te zien was. Prachtig al die jonge vrouwen van eind 19e, begin 20e eeuw. Spontaan en licht geschilderd heeft Isaac Israels de vrouwen van zijn tijd in beeld gebracht. Den Haag en Scheveningen was voor de in Amsterdam geboren kunstenaar een bron van inspiratie. Het bruisende theaterleven in Den Haag, flanerende dames op de mondaine boulevard in Scheveningen, maar ook het alledaagse straatbeeld in Den Haag met wandelende en winkelende mensen waren zijn onderwerpen.

We waren er toch, dus hebben we uiteraard ook 'Panorama Mesdag' weer eens bekeken. De lichtval door de enorme glazen koepel (die je overigens zelf niet kan zien) op het 14 meter hoge doek veranderd van minuut tot minuut. Van het doek, dat ook ongeveer 14 meter van je verwijderd is (de totale diameter van Panorama Mesdag is ca. 38 meter), is de boven- en onderkant niet te zien. De bovenkant valt weg achter de relatief lage overkapping van het platform waar we als bezoekers opstaan, en de onderkant verdwijnt achter een heuse berg duinzand.
Een magisch illusionaire beleving is het, een zinsbegoochelend panorama, het Scheveningen in 1881 vanaf het z.g. Seinpostduin 360º rond bekeken.
In ca. vier maanden geschilderd door Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) geassisteerd door zijn vrouw Sientje Mesdag-van Houten (1834-1909), Théophile de Bock (1851-1904), George Hendrik Breitner (1857-1923) en Bernard Blommers (1845-1914).
Zeer waarschijnlijk door een andere lichtval, maar ik beleefde de 'Panorama Mesdag' deze keer anders en mooier dan de vorige keer.



De volgende locatie was het 'Louis Couperus Museum' aan de Javastraat. Een museum in huiskamerformaat. Behalve een stoel en diverse attributen en schrijfsels van de naamgever van dit museum, hingen er zowaar ook enkele werken van Isaac Israels. Mooi, zeker, toch stonden we geloof ik na een kwartier alweer buiten.

'Muzee Scheveningen' aan de Neptunusstraat was ons volgende adres. Ook hier weer een aantal werken van onze grote impressionist, met name schilderijen en aquarellen die het zich ontwikkelende badleven in het mondaine Scheveningen als onderwerp hadden.
Maar behalve Israels, hebben we daar ook een mooi overzicht gezien van de visserij en het dagelijks leven in vroegere tijden. Diverse schilderijen, waaronder enkele van Mesdag gaven hiervan een mooi beeld. Verder waren er een aantal stijlkamers ingericht, waarin we de verschillende standen van Scheveningse bevolkingsgroepen als vissers, middenstanders en welgestelde reders konden zien.
En dan was er ook nog een zaal over de geschiedenis van het bad- en strandleven in Scheveningen. Bijvoorbeeld een originele badkoets die vroeger met paarden de zee in werd getrokken, van waaruit de badgasten dan vervolgens te water gingen. Samen met rieten strandstoelen, waarin men uit de zon en uit de wind van een dagje strand genoot, een geschilderd panoramisch uitzicht op de kustlijn en een oude zeillogger, waande je je een eeuw terug in de tijd. Verder was er ook nog een z.g. Zeezaal, waar we het onderwaterleven in al z'n verscheidenheid aan levensvormen hebben bekeken.

Vervolgens was het 'Haags Historisch Museum' aan de Korte Vijverberg aan de beurt. Hier veel werken van Israels over het Haagse stadsleven in zowel het theater als op straat. Prachtig losjes geschilderd ook weer in zijn onmiskenbare stijl. Omdat we de overige exposities in dit museum nog niet zolang geleden al gezien hadden, waren we hier vrij snel klaar. Bovendien hadden we het sowieso een beetje gehad. De vijfde locatie t.w. het 'Haags Gemeentearchief' aan het Spui hielden we dan ook maar voor gezien!

Op Het Plein hebben we bij café Lafayette een tijdje op het terras gezeten. Met een drankje erbij gekeken naar alles wat voorbij trok, mensen in alle soorten en maten. Ongetwijfeld zal Isaac Israels dat hier in zijn tijd ook vaak gedaan hebben, kijken, kijken en nogeens kijken. Je raakt niet uitgekeken! Toch waren we tegen zevenen in restaurant 'Maison de la Fôret' aan de Bezuidenhoutseweg, waar we een tafeltje hadden besproken. Een 3 gangen menu à la carte voor twee, een surprise van onze zoon. Nou E bedankt, we hebben er een eindje voor moeten rijden, maar het was de moeite waard, uitstekend restaurant!


Voldaan maar lichtelijk afgedraaid strekten we rond halfelf 's avonds onze beentjes op de bank van E in Amsterdam, het was een mooi dagje! Maar we zijn maar niet te laat naar bed gegaan, want we hadden hier samen met onze vrienden H & M voor de andere dag een aardig fietstochtje gepland in het Vecht- en Plassengebied.

maandag, augustus 06, 2012

verjaardagsfuifje


Al sinds augustus MCMXXIII loopt ze mee op dit ondermaanse. Een heuglijk feit dat ze met haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen één keer per jaar viert (zie ook mijn stukjes party van 9-8-'07 en Mater, anno MCMXXII van 10-8-'09). Gisteren was het weer zover, maar voordat je kan gaan fuiven moet er altijd van alles geregeld worden, wie doet wat en hoe! De één haalt de boodschappen in huis, de andere maakt de slaatjes en weer een andere maakt de boel aan de kant, sjouwt met tafels en stoelen, zet de koffie en het gebak klaar en stelt bier en witte wijn koud. Pas dan kan het feest beginnen, laat ze maar komen!

Eén voor één druppelden ze binnen, de eersten die binnen kwamen was het feestvarken zelf en haar jongste dochter met schalen vol lekkere salades. Vervolgens ging het hard, rond vier uur was iedereen binnen. Een relatief klein clubje deze keer, met de jarige mee waren we met z'n één en twintigen. Dat is ook wel eens ruim het dubbele geweest, meer dan de helft is op vakantie of kon anderszins niet. Gelukkig konden we weer met z'n allen buiten zitten. Maar aan het eind van de middag moesten we toch naar binnen, een gigantische plensbui met hagel, donder en bliksem veranderde ons terras in no time in een zwembad. Het mocht de feestvreugde niet drukken, toen de bui over was, waren er al snel weer enkele enthousiastelingen die buiten al pootjebadend verder gingen.

Maar aan alles komt een eind, en zo ook aan dit partijtje. Toen de jarige grandmama eenmaal vertrokken was, ging het snel en droop de één na de andere af. Alleen een select stelletje doorzakkers bleef natuurlijk weer hangen, dat hou je altijd. En ze zorgden er en passant ook nog voor, dat naar mate de flessen leger raakten het alsmaar gezelliger werd en er ook nog werd gedanst. Het heeft nog tot dik in de kleine uurtjes geduurd voor ik de boel kon afsluiten en het licht uit kon doen!

zaterdag, augustus 04, 2012

er zijn grenzen


Gisteravond op TV een huiveringwekkende documentaire gezien over de Australische kayakker Andrew McAuley, die van Australië naar Nieuw-Zeeland wilde peddelen. Het bizarre was, dat het eigenlijk van meet af aan wel duidelijk was dat het dramatisch zou aflopen. De zuidelijke oceaan staat bekend om z'n woeste, hoge golven. Bijna nergens worden ze in hun vaart op het zuidelijk halfrond gestuit, ze rollen de hele wereld rond en kunnen zich zo tot ongekende hoogte en in kracht opbouwen. Toch had hij het na ruim 30 dagen peddelen op zee, waarbij hij met windkracht 10 en meer te maken heeft gehad, nog bijna gered. Ongelooflijk, 98% van de in mijn ogen suïcidale peddeltocht had hij erop zitten, en praktisch met de haven in zicht ging het alsnog fout!


Zijn doel was om als eerste mens per kayak de Tasmanzee over te steken. Maar ca. 30 km voor zijn einddoel werd alleen de omgeslagen kayak en enkele attributen van Andrew McAuley teruggevonden. Andrew McAuley zocht gevaar en avontuur en hield daarom van extreme sportprestaties. Door zijn vrouw maakte hij kennis met de Kayaksport, waarin hij vervolgens nieuwe uitdagingen zag. Hij wilde de eerste zijn die in een Kayak de oversteek van Australië naar Nieuw-Zeeland had gemaakt.

Op 11 Januari 2007 zei hij zijn vrouw, zijn jonge zoon en vele vrienden gedag en vertrok hij om ruim 1600 kilometer over de Tasmanzee te peddelen. Hij nam een videocamera mee om zijn tocht vast te leggen. Maar dertig dagen na zijn vertrek ontving de kustwacht van Nieuw-Zeeland een noodoproep van Andrew McAuley.
Na een slopende en uitputtende maand op zee kwam McAuley een dag voor aankomst in Nieuw-Zeeland om het leven. Ik zink, luiden zijn laatste woorden op ca. 30 km voor de kust van Nieuw Zeeland. Zijn lichaam is nooit gevonden. Alleen zijn kayak, camera en videotapes zijn teruggevonden, en vormden als zodanig de basis voor onderstaande fascinerende documentaire van bijna een uur. Andrew McAuley, een excentrieke sportfanaat.



Wat moet je hier verder nog van vinden. Waanzinnig natuurlijk, ik hou ook wel van een avontuurtje, een beetje adrenaline houdt je scherp. De vergelijking gaat enigszins mank, maar met een zeilbootje in de Duitse Bocht bij een dikke 8 Bft. NW is ook niet alles, maar er zijn grenzen.
Aan de andere kant, alleen door je grenzen te verleggen ontdek je wie je bent!

donderdag, augustus 02, 2012

langs het Nijkerkernauw


Het fietstochtje Nijkerk-Spakenburg over de dijk langs het Nijkerkernauw stelt qua afstand niet zoveel voor, hooguit 20 km v.v. Maar het zijn wel twintig onvergetelijk mooie kilometers, en helemaal met dat fraaie weer van gisteren. Enerzijds de Arkemheense polder, één van de oudste polders van Nederland, en anderzijds het randmeer van Zuidelijk Flevoland dat hier Nijkerkernauw heet. De grote verscheidenheid hier aan flora en fauna, doet je van begin tot eind beseffen dat je dwars door een prachtig natuurreservaat fietst. Een beetje jammer dat we daar niet bepaald alleen fietsten op dat iets te smalle fietspad. Maar dat hadden we natuurlijk ook kunnen verwachten in deze tijd.

De drukte was trouwens niets vergeleken bij wat we in Spakenburg meemaakten. Wisten wij veel, we vielen toevallig met onze neus in één van de z.g. Spakenburgerdagen, die dit jaar al voor de 42e keer op 4 woensdagen in de zomerperiode is georganiseerd. Op de Oude Haven, de Turfwal, Oude Schans, Spuistraat/plein en Kerkstraat konden we over de hoofden lopen. En dat viel met de fiets aan de hand niet echt mee. Wat een toestand, ook wel weer een beetje gezellig natuurlijk, één en al beweging en oponthoud. Een haven vol prachtige botters, en een eindeloos voort schuifelende mensenmassa, die zich al etende langs de vele kraampjes op straat bewoog. Wat een verschil met de weldadige rust die de eeuwenoude botterwerf van Nieuwboer uitstraalde aan de Oude Schans. We hadden het wel gezien hier, nog even een visje eten en dan gaan we weer verder. Nabij de in 1985 gebouwde beiaardtoren was zowaar een bankje vrij, even zitten, en genietend van ons visje daar, zong een viswijvenkoor zich op het Spuiplein de longen uit het lijf.

Nieuwsgierig geworden door de rokende schoorsteen van stoomgemaal 'Hertog Reijnout', hebben we op de terugweg dit in 1883 gebouwde, en nog volledig functionerende gemaal annex bezoekerscentrum 'Arkemheen' bezocht. Leuk, ze hielden een z.g. zomermaaldag voor het publiek à €. 3,50 p.p.



Het water in de Arkemheense polder wordt tegenwoordig door elektrisch aangedreven pompen op peil gehouden, maar bij calamiteiten wordt het door vele vrijwilligers onderhouden cultuurhistorische monument nog regelmatig ingezet. Boeiend, die oude technieken! Na nog een kopje koffie daar, zijn we aan de laatste kilometers begonnen. En een kwartiertje later hadden we de fietsen weer op de trekhaak zitten.