vrijdag, augustus 24, 2012

Camping Kogerstrand


C en J stonden met hun kinderen op Texelcamping Kogerstrand. Dezelfde camping waar C, onze oudste dochter in 1967 tot vermaak van ons, en de nog jonge opa en oma V en ooms en tantes, erg goed heeft leren lopen op al die hellingen, het mulle zand en de zee. Alsof het gisteren was, maar mooi niet, want nu vierden we hier de verjaardag van Jeanne, alweer de oudste dochter van C die 16 jaar werd!
We waren na 1969, toen we hier de laatste kampeervakantie hebben doorgebracht, nooit meer op camping Kogerstrand geweest. Hoewel we sinds die tijd ontelbare keren naar Texel zijn gezeild of anderszins zijn aangekomen, en hier overal hebben rond gefietst. Het was dan ook een verrassing te merken hoe weinig er sindsdien is veranderd. Oké, diverse gebouwtjes en sanitaire voorzieningen zijn vernieuwd, en naar de eisen des tijds aangepast, maar dat was het dan ook. Ik proefde weer de bijzondere sfeer op deze toch vrij drukke camping. Hoe zal ik het zeggen, de natuur, de geur, het strand onder dat majestueuze zwerk, de wind en de constante ruis van brekende golven, gaf me destijds een geweldig gevoel van ontspanning en vrijheid. Geweldig te merken, hoe deze gevoelens me ook nu weer overvielen!
Dat is overigens met De Koog wel anders gesteld, dat dorp is ontploft, en in mijn beleving gedegradeerd tot één groot vermaak- en consumptiecircus. Daarom heb ik De Koog nadien ook een beetje gemeden, maar dat is een ander verhaal waar ik in dit stukje niet verder op door wil gaan.



We hadden 'De Vlinder' bij ons, het oude 2 persoons trekkerstentje dat ik 33 jaar geleden altijd in m'n rugzak meezeulde. Een déjà vu, oude tijden herhalen zich. We kregen L56 toegewezen, een mooi en stil plekje aan het eind van een smal kruipdoor, sluipdoorpaadje op de zuidzijde. Een plekje op ongeveer het midden van de bijna 2,5 km lange camping.

Een werkelijk prachtig plekje voor één nacht voor ons tweetjes en Teun de hond, ons logeetje voor deze week. Veel hadden we niet bij ons, een tentje dat met tien minuten staat, twee luchtbedjes die zichzelf opblazen, twee slaapzakjes, een kleedje voor Teun en een klein rugzakje met een tandenborstel en wat overige noodzakelijke toiletprullaria. We waren dus gauw klaar!

C en J stonden op D90, een plekje helemaal aan het eind van de noordzijde van de camping. Mooi dat we de fietsen bij ons hadden, even later zaten we gezellig aan de koffie bij hun. En toen ook de meiden J, K en R, die helemaal van het eind van de zuidzijde, ik geloof op of nabij nummer W125 moesten komen, waren aangeschoven werd het met heerlijk belegde bolletjes helemaal een gezellige boel, ondanks het gemopper af en toe van de meiden over beestjes en zand dat overal inzat. Ja, ja kamperen moet je ook leren.
's Middags toch maar even naar het dorp geweest. Beetje door de Dorpstraat gelopen, sowieso al een stervens druk straatje in vakantietijd, daar kwam nu de braderie nog eens bij. We zijn maar gauw op een terrasje gaan zitten, vanachter een glas bier naar mensen kijken is goed te doen. Met een ladinkje zoute haringen hebben we in de namiddag de tent maar weer opgezocht. Evengoed gingen de bolletjes met hamburgers, gebakken ui en nog veel meer er vervolgens nog in als koek. De dames gingen daarna naar hun eigen tent om zich op te maken voor een avondje disco. En wij hebben even na de koffie ook ons eigen tentje maar opgezocht in het schemerdonker. En tegen halfelf lagen we in onze slaapzakjes, klaar voor de nacht!



's Morgens al vroeg wakker door de harde wind die 's nachts was komen opzetten. Hoewel die hevig aan ons oude tentje rukte, gaf ze gelukkig geen krimp. Heerlijk in m'n slaapzak een tijd liggen luisteren naar het geraas van de wind en het gedreun van de brekende golven vlak achter het eerste duin.
De ochtendwandeling onder een prachtig jagende wolkenlucht, voerde ons eerst naar het strand en een indrukwekkende branding, en vervolgens naar het dorp voor een heerlijk ontbijtje bij de echte bakker. Rond tien uur waren we terug op de camping, waar C en J met hondje Teun, die de nacht toch maar bij hun in de tent had doorgebracht, ons al tegemoet kwamen fietsen. Gezamelijk fietsten we vervolgens naar de jarige Jeanne en de beide andere dames.

Het tafereel dat ik zag bij aankomst, deed me denken aan TV beelden die ik wel eens gezien heb van een vluchtelingenkamp ergens in de Sahel. Ik zag vanaf een afstand drie in elkaar gedoken figuurtjes met capuchon zitten, tussen her en der over de grond verspreide inboedel en etenswaar. Ik zag een hoop gefladder van kleurige handdoeken en andere lappen, een half in elkaar gezakt windscherm en een soort van onderkomen, dat door de wind en de super flexibele frameconstructie alle denkbare vormen aannam, behalve die van een fatsoenlijke tent!
Een zuur lachje kon er nog net vanaf toen we al 'Lang zal ze leven' zingend kwamen aanlopen. Zand, zand en nogeens zand, overal zand, zand in de binnentent, zand in het haar, zand in ogen en oren, zand in alle kleren, zand in het eten, ja zelfs zand tussen de kiezen. Dit was de echt de druppel, ze gingen nooit meer kamperen!



Al was het voormij allemaal heel herkenbaar, toch had ik met ze te doen! In gevecht met het zand, zie ik mezelf nog sjouwen met strobalen die je destijds bij de receptie kon halen, veel hielp dat ook niet, maar toch. Zo goed en kwaad het ging hebben we ze wat geholpen met extra scheerlijnen aanbrengen e.d. maar veel konden we verder niet uitrichten tegen de wind. Eigenlijk was het ook geen geschikt tentje voor hier, meer een speeltentje voor in de luwte ergens in een achtertuintje.

Toen we een uurtje later bij de tent van C en J aan een 'Tesselse Buteriggel' zaten, een heerlijk gebakje in de vorm van een uitgerekte en platgeslagen moorkop, waren de dames alweer een beetje bijgetrokken. Er waren ergere dingen dan zand in je haar, bovendien nam de wind alweer af. En zo was het, een lachje kon er bij de dames zowaar weer vanaf. En voor ons en Teun zat het erop, het was mooi geweest, we wilden de boot van 14.00 uur halen.
De overtocht is en was een fluitje van een cent, even voor halfdrie waren we weer aan de andere kant van het Marsdiep en lieten we Den Helder achter ons. Via de N99 naar Den Oever, vandaar over de A7 tot nabij Wognum, waar we de afslag namen naar Enkhuizen. En vanaf Enkhuizen over de Houtribdijk via Lelystad en de Larserweg naar huis, waar we rond halfvijf aankwamen. Terug van een etmaaltje Texel, maar het voelde alsof we veel langer van huis waren geweest. Zo zie je maar, lange vakanties zijn eigenlijk nergens voor nodig!


Een dagje Camping Kogerstrand, een hele beleving!

Geen opmerkingen: