zondag, juni 17, 2012

vrijetijdsperikelen


Met ons zeiljachtje lag het vele jaren achtereen voor de hand wat we in vakantietijd gingen doen, maar nu we die niet meer hebben moeten we dat opnieuw ontdekken. Een luxeprobleem waar we nog aardig wat moeite mee hebben. Twijfelachtigheden troef, we weten gewoon niet wat we willen. Komt de één met een plan, dan veegt de ander het om allerlei reden van tafel, en andersom even dito. Zucht, had ik m'n bootje nog maar!
Diverse plannen zijn de laatste tijd de revue gepasseerd, om er maar een aantal te noemen, met eigen auto naar Londen en omgeving, een trektocht met een camper door Schotland, Ierland of Bretagne of lekker fietsen van hotelletje naar hotelletje in eigen land. Lastig allemaal, maar toch nog min of meer tot beider verrassing hebben we onlangs de knoop ineens doorgehakt met bestemming Bretagne.

Een trektocht met eigen auto en fiets, met het historische vissersstadje Le Conquet op het uiterste puntje van Finistère in Bretagne als eindbestemming. De trip naar Le Conquet, waar we een huisje hebben gehuurd, willen we in etappes uitvoeren via hotelovernachtingen, sightseeing en museumbezoekjes in o.a. Gent, Honfleur, Saint-Malo. De terugweg doen we op dezelfde wijze met uiteraard andere, nog nader te bepalen pitstops.

Eerst naar Gent met z'n historische binnenstad en vele bezienswaardigheden, en daarna naar de prachtige havenstadjes Honfleur en Saint-Malo. Maar ook het tot bezinning stemmende Omaha Beach Memorial ligt op ons pad, en zullen we zeker aandoen.
Verder zie ik me al slenteren langs de haventjes en de visafslagen met heerlijke zeevruchten en weet ik allemaal niet wat. En wat te denken van een zeiltochtje daar naar één van de eilandjes voor de kust, of een fietstocht over de route touristique, ofwel de prachtige kustweg langs de oceaan.
Maar het naar alle tevredenheid stemmen van het één en ander, zal uiteraard voor een belangrijk deel door het weer worden bepaald. Daarom nemen we sowieso ook een aantal boeken mee.

dinsdag, juni 12, 2012

roadmovie



Gisteravond in JT Amersfoort (Grand Théâtre) Jackie gezien, de Nederlandse roadmovie die j.l. 7 mei in het DeLaMar theater in Amsterdam haar première beleefde. De hoofdrollen in de 90 minuten durende film van regisseur Antoinette Beumer werden gespeeld door Carice van Houten als Sofie, Jelka van Houten als Daan en Oscar winnares Holly Hunter als Jackie.
De spil van het verhaal is Jackie, een oude hippie die in de jaren zeventig draagmoeder is geweest voor een Amsterdams homokoppel. Hun dochters, de tweeling Sofie en Daan, krijgen 33 jaar later totaal onverwacht een telefoontje vanuit de VS met het nieuws dat hun ’baarmoeder’ in een ziekenhuis is opgenomen met een lastige beenbreuk.
Sofie is single en leeft voor haar werk als tijdschriftredactrice. De tien minuten jongere Daan heeft een relatie met de sullige Joost. Sofie is stoer en zelfverzekerd, Daan conflictvermijdend en verlegen. Ook in de discussie om Jackie te leren kennen verschillen ze als dag en nacht. Sofie heeft helemaal geen zin om, zoals ze zegt, ’die leverancier van eicellen’ te ontmoeten, terwijl Daan dolgraag kennis wil maken met haar moeder.



Als Sofie haar zin had gekregen was er uiteraard geen film geweest, maar Daan weet haar zus te overtuigen. Het avontuur dat ze vervolgens beleven had geen van beiden van tevoren kunnen bedenken. Moeder blijkt aanvankelijk een secreet van een mens te zijn, en mag wegens beschadigde trommelvliezen niet vliegen. Er is dan maar één manier om het revalidatieoord te bereiken, en dat is on the road, met Jackies oude camper dwars door de woestijn van New Mexico. Tijdens deze trip leren ze zichzelf en elkaar een stuk beter kennen. De zusjes van Houten hebben uiteraard weinig moeite met het neerzetten van een geloofwaardige zussenband. Hun samenspel oogt natuurlijk, grappen en grollen ontstaan zo te zien spontaan tijdens opnames en ruzie maken gaat ze ook goed af. Carice kan op een nonchalant charmante manier hysterisch en kwetsbaar zijn. En Jelka's zangtalent wordt zowel achter het stuur als bij het kampvuur en in de kroeg breed uitgemeten. Terwijl Holly Hunter fascineerd als de onaangepaste Jackie, die met één blik al weet te ontroeren.

Het vrijheid blijheidverhaaltje, het scenario is bedacht door Marnie Blok en Karen van Holst Pellekaan, is voornamelijk komisch met zo af en toe een ontroerende passage. Maar temeer door het prachtige acteerwerk van beide zusjes en hun draagmoeder, vond ik het een film die de moeite van het kijken zeker waard was.

vrijdag, juni 08, 2012

sferen van weleer



Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem is al in 1912 opgericht en viert dit jaar dus haar honderste verjaardag. Maar voor zover ik mij kan herinneren was ik tot voor gisteren nog nooit in dit bijzondere museum geweest. Hoewel ik er in het verleden vaak langs reed, toen ik een ontwerpproject had voor Omroep Gelderland aan de Rosendaalseweg, en op de Schelmseweg tussen de bomen door altijd wel een glimp van een paar bouwwerken opving, is het van een bezoek nooit gekomen. Hoe dat zo kwam weet ik niet, mogelijk door het feit dat je er van kinds af aan middels school en allerlei documentaires in de tijd zo vertrouwd mee geraakt was, dat een daadwerkelijk bezoek niet relevant was of steeds werd uitgesteld. Hoe dan ook, we zijn er nu geweest en het was prachtig, ondanks de overlast die we af en toe ondervonden van veel ontzettend drukdoenerige schoolkinderen. We zijn begonnen met een rondritje in de tram over het hele terrein. Bij halte F, ofwel bij de kasteelboerderij zijn we uitgestapt en hebben vervolgens te voet het terrein met de grote diversiteit aan bouwwerken die Nederland in het verleden en heden rijk was en is verder verkend. Het museum heet volgens ons met recht 'Het Nederlands Openluchtmuseum'. Want integenstelling met bijvoorbeeld het ons goed bekende Openluchtmuseum in Enkhuizen, dat zich hoofdzakelijk richt op de cultuur rond het voormalig Zuiderzeegebied en het huidige en toekomstige IJsselmeergebied, gaat het museum in Arnhem over culturen en historische gebouwen uit alle windstreken van Nederland. Het is keihard werken als je alles op één dag gezien wilt hebben op het 44 hectare (88 voetbalvelden) grote terrein.

plattegrond Openluchtmuseum
De oprichter las ik, was generaal F.A. Hoefer (1850-1938), die na een val van zijn paard niet meer in het leger kon werken. Het was rond 1900, de tijd dat de industrie op kwam zetten. Veel werk dat vroeger met de hand werd gedaan, werd door machines overgenomen. Machines werkten sneller en beter. Veel mensen, en ook generaal Hoefer, waren bang dat straks niemand meer zou weten hoe het leven vroeger was, en wilden daarom een museum oprichten. Dan kon iedereen altijd zien hoe het leven in Nederland verliep in de tijd voordat al die machines er waren. Hoefer had in de Zweedse hoofdstad Stockholm het Openluchtmuseum Skansen gezien en daar was hij van onder de indruk. Zo'n soort museum wilde hij hier ook gaan oprichten. Een vriend van Hoefer, die burgemeester in Arnhem was, heeft hem daarbij geholpen en kunnen bewerkstelligen dat het museum daar op landgoed 'De Waterberg' kon worden gerealiseerd. In 1918 opende het museum officieel haar poorten. Er waren toen zes gebouwen. Het doel van het museum was (en is nog steeds) om het dagelijks leven vanaf ongeveer 1600 te laten zien. Je ziet er dus gebouwen en voorwerpen die laten zien hoe het dagelijks leven van gewone mensen vroeger was.

De gebouwen die in het openluchtmuseum staan, hebben heel lang, soms eeuwenlang, ergens anders gestaan. De gebouwen komen uit alle provincies van Nederland. Het museum koopt zelf een gebouw of de eigenaar geeft zijn gebouw aan het museum. Het gebouw komt pas na een gedegen onderzoek naar o.a. leefwijze, gebruik en inrichting naar het museum toe. Nadat alles is opgeschreven en gefotografeerd, wordt het gebouw steen voor steen of plank voor plank afgebroken, om vervolgens op het museumterrein weer te worden opgebouwd, precies zoals het er eerst uitgezien heeft.
Het museum is continue in beweging. Het begon ooit met een paar huizen en molens, maar het werden er steeds meer. De laatste verplaatsing van een gebouw was de grote woonboerderij uit Hoogmade in 2004. De boerderij uit dit Zuid-Hollandse dorp nabij Leiden is daar in de 17e eeuw gebouwd aan de Boskade, maar moest plaats maken voor de aanleg van de hogesnelheidslijn (HSL). Maar steen voor steen of plank voor plank afbreken doen ze doorgaans niet meer, te duur. Nu wordt het object vaak in grotere stukken gezaagd tot een soort van bouwpakket, dat vervolgens op het museumterrein weer op de juiste manier in elkaar wordt gezet.

We ervaarden ons bezoek aan Het Nederlands Openluchtmuseum als een reis door de tijd, vertoeven in sferen van weleer. Een boeiende en onvergetelijke ervaring!

woensdag, juni 06, 2012

Nederlandse landschappen


Wonderlijk natuurlijk - Nederlandse landschappen verbeeld. Een expositie in de Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht van 120 foto's gemaakt door Paul Ridderhof en Lucy Hooft. Foto's van ca. 1,50 x 2,00 meter op 60 dubbelzijdige panelen, die samen een beeld geven van de natuurlijke landschappen in Nederland. De wandeling langs al deze foto's van afwisselende landschappen die Nederland rijk is, was enerzijds een feest der herkenning en anderzijds een verrassende ontdekking, prachtig, en wat een diversiteit! En tegelijkertijd drong het besef door, dat we mede verantwoordelijk zijn voor het behoud daarvan. De foto's zijn uiteraard momentopnames en in een bepaald tijdsbestek gemaakt, maar landschappen zullen zonder enige twijfel veranderen door o.a. klimaatveranderingen en nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. We zijn daarom continue verplicht aan onszelf en generaties na ons, om met begrippen als o.a. natuurbeheer en -beleid, duurzaamheid, milieurisico's en aanpassing verantwoordt om te gaan!

Hoewel ik vroeger regelmatig in de Uithof kwam vanwege uitwerking ontwerp en bouw van het nabij gelegen Tandheelkundig Instituut (Environmental Design uit Amersfoort) dat momenteel de faculteit Farmacie huisvest, was ik nog nooit in de Botanische Tuinen Utrecht geweest. De organisatie Botanische Tuinen Utrecht dateert al van 1639, maar is sinds 1965 gevestigd op het terrein rond Fort Hoofddijk in de Uithof, het universiteitscentrum van Utrecht. De tuin bestaat uit een rotstuin (1965), een systeemtuin, een kassencomplex (jaren ’80) en een thematuin (1995). Fort Hoofddijk dateert uit 1879 en maakte onderdeel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Die strekte zich uit van Naarden, aan het IJsselmeer, tot de Brabantse Biesbosch. In Fort Hoofddijk zelf wordt tegenwoordig geofysisch en paleomagnetisch onderzoek voor de faculteit Aardwetenschappen verricht.

Beter laat dan nooit, maar het feit dat we die mooie tuin tot nu toe altijd links hebben laten liggen is eigenlijk een omissie van formaat. Om maar te zwijgen over het feit dat ook nu niet de tuin, maar de fotoexpositie de directe aanleiding was van ons bezoek. Goed, het is niet anders, maar wat een prachtig gebiedje daar in de Uithof, zo midden tussen het geweld van al die grote gebouwen! Daar komen we ook in een ander jaargetij, wanneer die prachtige landschapsfoto's van Nederland allang weer weg zijn, zeker weer eens terug.
De tuin heeft een aantal in het oog springende onderdelen zoals de grote door Willy H.Fromme (1915-2008) ontworpen rotstuin, die aansluitend het fort is aangelegd met behulp van 2100 ton rotsachtig materiaal uit de Ardennen, en te boek staat als de grootste rotstuin van Nederland. In de rotstuin groeien berg- en rotsplanten uit de hele wereld. Een deel van de gebruikte stenen zijn Hoogoven-sintels, die uit de rotstuin van het Cantonspark in Baarn kwamen, die ook door Fromme en de hortulanus Muyser was aangelegd. Andere stenen werden door Fromme persoonlijk uitgezocht in Ardense steengroeven. Verder is er o.a. een systeemtuin, waar planten naar familieverwantschap bij elkaar geplaatst zijn, een heemtuin met wilde planten uit het Kromme Rijngebied, een thematuin, een bamboebos en een taxodiummoeras te bezichtigen, en zijn er diverse kassen en een vlinderhof te bewonderen.

Voorheen Tandheelkundig Instituut, 1970-1974
Fort Hoofddijk, 1879


zaterdag, juni 02, 2012

bluegrass in poptempel


In Q-Park Byzantium, de parkeergarage aan de Tesselschadestraat nabij het Leidse Plein, was j.l. donderdag nog wel een plekje te vinden. Bij het oversteken van de Stadhouderskade zat ik bijna onder een fiets. Je let wel op auto's, maar met fietsers was ik even niet bezig, terwijl ik drommels goed weet dat die gasten hier vanouds massaal door rood rijden. Maar goed we hadden nog tijd genoeg, dus kon ik in Café Americain mooi even bijgekomen van de schrik. Geheel conform afspraak liepen we vervolgens tegen tienen H en M voor de deur van Paradiso tegen het lijf. We wilden namelijk een gunstig staplekje dicht bij het podium zien te bemachtigen, voor het concert in de kleine zaal van de Amerikaanse band The Hackensaw Boys dat om half elf zou beginnen.

The Hackensaw Boys is voor jong en oud misschien wel één van 's werelds hipste bluegrassorkesten. Ook nu weer wisten ze met een punkachtige dynamiek, de klassieke folk- en bluegrassmuziek, met uiteraard ook Ierse invloeden, uit de schilderachtige Appalachen actueel en opwindend te brengen. Buiten de voortreffelijke vocale capaciteiten van de zevenmansband uit Virginia, maakten ze daarbij gebruik van onder andere banjo, gitaar, mandoline, fiddle, harmonica, contrabas en een volgens mij zelf in elkaar geknutseld percussie-instrument in de vorm van een stel, aan een soort wasbord geknoopte conserveblikken. Het gebouw aan de Weteringschans kan wel tegen een stootje, dat heeft het in de tijd wel bewezen. Maar toen door ons ritmische gestamp de vloer in trilling kwam, dacht ik toch even een moment aan onze veiligheid. Het was prachtig allemaal, en toen de heren tegen een uur of één van het podium af kwamen en in een kring tussen het publiek verder speelden was de euforie totaal.



Paradiso, in 1879 als kerk voor de Vrije Gemeente ontworpen in neoromaanse stijl door architect G.B. Salm (1831-1897), is na een kraakperiode in 1968 officieel geopend als Cosmisch Ontspanningscentrum. Daar moest ik nog even aan denken, toen ik bij de entree de kaartjescontroleur bozig tegen iemand hoorde zeggen of ze s.v.p. buiten wilde gaan roken, terwijl ze n.b. al in het buitenportaal stond! Wat een mierenneuker! Dat is wel effen wat anders dan in de jaren zeventig, de tijd van het Cosmisch Ontspanningscentrum zal ik maar zeggen, toen kwamen de hasjdampen uit de poptempel je bij wijze van spreken aan de overkant van de Weteringschans al tegemoet drijven. Overigens heb ik niet zoveel concerten meegemaakt in Paradiso, ik herinner me eigenlijk alleen nog goed de concerten van Frank Zappa, Jango Edwards en Texas Tornados, en dat is lang geleden.

Maar het concert van The Hackensaw Boys zal me zeker ook lang bijblijven. Wat een energie en lol hebben die gasten. Het was warm, zweterig en vol in dat kleine zaaltje, maar we hebben ons desondanks tot in de kleine uurtjes goed vermaakt.