zaterdag, november 28, 2009

Kapoentje



Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, ... Het rijmt wel, dat is mooi, maar wat is een kapoentje eigenlijk? Ik kom dat woord buiten de Sinterklaasperiode nooit tegen. In het groot woordenboek der Nederlandse Taal van de dikke van Dale staat, dat een kapoentje een jonge kapoen is. Maar het woord kapoen heeft volgens de van Dale weer meerdere betekenissen. Het kan zijn een gesneden of gekapoende haan, (gecastreerd of gelubd) bestemd om vetgemest te worden, of reeds vetgemest is: gebraden, gefarceerde kapoenen. Maar het staat ook voor een scheldnaam en voor deugniet, guit of schalk. Verder is kapoentje volgens het woordenboek ook nog een lieveheersbeestje en een vleinaam voor Sinterklaas.

Het zou dus zo maar kunnen zijn, dat Sinterklaas in het liedje wordt uitgemaakt voor een gecastreerde haan! Sinterklaas was natuurlijk een bisschop die celibatair behoorde te leven, of hij dat ook deed weet ik niet, volgens mij was het ook wel een schalk. Hoe dan ook, dat hij in het liedje wordt vergeleken met een gecastreerde of gekapoende haan lijkt mij heel plausibel. Die Sinterklaas kapoentje toch!

Maar dat Sinterklaas z'n testosteronspiegel hem desondanks kennelijk parten bleef spelen, blijkt wel uit een verhaal van wijlen Gerard van het Reve uit 1969, luister maar eens naar 'Een goede les'



Dat geeft wel te denken lijkt mij zo. Trouwens wat te denken van het liedje 'De zak van Sinterklaas':

De zak van Sinterklaas,
Sinterklaas, Sinterklaas,
De zak van Sinterhlaas,
o jongens, jongens
het is zo'n baas!
Daar stopt hij, daar stopt hij, enz....

Als ik dit liedje hoor moet ik eigenlijk altijd denken aan die keer op een zondag aan de Weteringschans in Amsterdam. Ik zat toen op het 'Amsterdams Havenkoor', de plaatselijke middenstand had ons gevraagd een bijdrage te leveren tijdens de aankomst van Sinterklaas in Amsterdam. Het was natuurlijk absoluut ons genre niet, maar we voelden ons niet te beroerd een sinterklaasliedje in te studeren voor deze gelegenheid, bovendien werd onze kas erdoor gespekt.
We kregen in de sinterklaasroute de Weteringschans als standplaats aangewezen. Samen met een drumband stonden we daar te wachten op de komst van Sinterklaas. Typische combinatie, maar het mooie was wel, dat zij net als wij ook 'De zak van Sinterklaas' hadden ingestudeerd.

Even voor de stoet met Sinterklaas en zijn gevolg arriveerde, stelden wij ons op straat keurig in rotten van vier op achter de drumband, recht voor de voor die gelegenheid opgezette tribune met notabelen, middenstanders en andere hotemetoten. En op het moment suprème marcheerden we luidzingend voor de stoet uit in marstempo achter de drumband aan, richting Leidseplein. Na een paar honderd meter lieten we Sinterklaas en zijn gevolg voorbij gaan, en keerden wij terug richting tribune onder herhaling van het lied, want iets anders hadden we niet ingestudeerd, en de drumband kennelijk ook niet. Bovendien het marcheerde wel lekker op 'De zak van Sinterklaas'. Maar toen we daarna voor de tribune nog een keer gedraaid waren, en wederom luid trommelend en zingend weer richting Leidseplein marcheerden, werd het wel erg gênant. Ik zag mensen langs de kant en op de tribune het bijkant in de broek doen van het lachen. En terwijl de drumband het voor gezien hield en in de richting van het Leidseplein uit het zicht en het gehoor verdween, ons enigszins verbouwereerd achterlatend, vielen we als los zand uit elkaar. Gegeneerd verdween de één na de ander tussen het publiek langs de kant.

We hebben er naderhand in de kroeg met z'n allen nog smakelijk om kunnen lachen. Maar tot op de dag van heden heeft het 'Amsterdams Havenkoor' zich bij mijn weten niet meer voor het karretje van Sinterklaas en zijn middenstanders laten spannen!

woensdag, november 25, 2009

'Colony'



Colony Collapse Disorder (CCD) noemen ze de aandoening waardoor bijen massaal sterven of verdwijnen terwijl de oorzaak nog steeds niet helemaal duidelijk is. Carter Gunn en Ross McDonnell hebben van dit raadselachtige fenomeen een ontroerende documentaire gemaakt 'Colony' geheten, schreef Floortje Smit gisteren in de Volkskrant.
Beide documentairemakers hebben zich daarvoor veertien maanden laten onderdompelen in de maatschappij van de bijenhouders, die inmiddels de wanhoop nabij schijnen te zijn.

In de jaren zeventig heb ik zelf ook een aantal jaren geïmkerd. Een inspirerende en boeiende bezigheid die indirect was voortgevloeid uit mijn belangstelling voor het gedachtengoed van Louis Le Roy over de natuur, wilde planten en zijn ideeën over de aanleg van tuinen, parken en bermen. Ik ben toen begonnen met een tienraamskast, maar al snel kwam daar voor de te maken kunstzwerm in mei, een zesraamskastje bij. Het maken van een kunstzwerm in het voorjaar is op een gegeven moment nodig om een natuurzwerm te voorkomen. Want als je de natuur z'n gang laat gaan in deze, kan je zomaar een groot deel van je bijenvolk kwijtraken, een natuurzwerm verliest namelijk zijn geheugen voor de vorige standplaats en zoekt zelf een nieuwe elders.
In het voorjaar reisde ik meestal met de bijen naar het koolzaad in de polder, in de zomer stonden ze in onze eigen wilde (kruiden)tuin en in de nazomer ging ik altijd de heide op. De vrij lichte koolzaadhoning slingerde ik uit de raten in potjes, maar de stevige heidehoning aten we met z'n allen meestal met raat en al.
En in de winter moesten de bijenvolkjes worden bijgevoerd met suikerwater, de honing geworden nectar, hun eigen wintervoorraad, had ik ze immers afgepakt!



Ziekten of ongewone bijensterfte heb ik destijds nooit gehad, en ook de imkers die ik kende niet, ik was toen lid van een imkervereniging. Ik las dat de wetenschap voor een raadsel staat. En veel tijd om het raadsel op te lossen is er niet, want het probleem wordt in een razend tempo alsmaar groter. Massaal sterven de bijen uit, en de gevolgen zijn eigenlijk niet te overzien. Het is eigenlijk zo: geen bijen geen bloemen, geen bloemen geen vruchten, geen vruchten geen dieren en mensen. Albert Einstein schijnt gezegd te hebben: Als er geen bijen meer zijn heeft de mens nog maar vier jaar te leven! Maar zo'n vaart zal het wel niet lopen met de mensheid, ik heb ook wel eens gelezen dat de insecten ons zullen overleven. Al zullen er maar een paar bijen overleven, in korte tijd kunnen het er weer vele miljoenen zijn!



Maar voorlopig, las ik, zijn mede in combinatie met de huidige economische crisis, de problemen in de bijenhouderswereld enorm. Allerlei oorzaken worden genoemd voor de massale sterfte, pesticiden, de verdwijning van natuurgebieden, de monocultuur waar destijds Louis Le Roy ook al zo tegen aan zat te schoppen, de varroamijt en zelfs de aanwezigheid van zendmasten voor mobiele telefonie wordt als een mogelijke oorzaak genoemd. Ja, ja, er wordt heel wat af gefantaseerd! Maar hoe dan ook, het is en blijft een feit dat ook de wetenschap nog niet echt een antwoord heeft gevonden op de problemen met de honingbij. Wel schijnt uit de resultaten van een vrij recent Amerikaans onderzoek naar voren gekomen te zijn, dat de problemen zo goed als zeker door virussen worden veroorzaakt, en niet door pesticiden!? Daar staat wel tegenover dat wetenschappers, bijenhouders en andere nauw betrokken experts het op het grootste bijencongres ter wereld van j.l. 15 tot 20 september in Montpellier het over één ding eens waren: de wereldwijde bijensterfte is multifactorieel en systemische insecticiden (neonicotinoiden) zijn een van de hoofdoorzaken. M.a.w. een samenspel van varroa, chronische blootstelling aan pesticiden, monoculturen (te eenzijdig stuifmeelaanbod), imkerpraktijken, de wereldmarkt van bijenkoninginnen (waardoor genen van bijen die niet aan lokale omstandigheden zijn aangepast worden geïntroduceerd), watergebrek, virussen en schimmels. Dat is dus allemaal nogal wat!

De documentaire 'Colony' schijnt erg aangrijpend te zijn. Ik denk wel dat ik de film ga zien.

vrijdag, november 20, 2009

Andalusië



Mei, de zaterdag voor Pinksteren stapten we rond het middaguur in het vliegtuig. De kortste vlucht van Schiphol naar Sevilla lijkt mij een rechte lijn. Maar wij gingen via een overstap in Zurich, we hadden de tijd en het was tot onze verrassing nog voordeliger ook. Zoals besproken stond op Sevilla Airport de Peugeot Cabrio 307 al voor ons klaar. Maar hoe het dak van de Cabrio open te krijgen was, kon mevrouw van Hertz die de auto afleverde ons niet vertellen. Nou ja, geen probleem, daar zouden we dan zelf wel achter komen.

En daar kwamen we inderdaad achter, alleen niet zonder slag of stoot. Om de werking van het één en ander even goed te kunnen bekijken, hadden we de auto even op een parkeerpleintje ergens in het centrum van Sevilla stilgezet. Maar hoe we ook keken, nergens was een knopje of schakelaar te vinden om het dak te openen. Dat nam niet weg dat ik op een gegeven moment dacht toch iets gevonden te hebben, maar dan moest de motor volgens mij wel eerst weer worden gestart. Een vreemde gedachtenkronkel achteraf, en vooral ook zo ontzettend stom. Maar goed, het zij zo, met de benen nog buiten boord werd de motor gestart die, zoals bleek, nog in de eerste versnelling stond. En omdat we ook nog op een helling stonden met de neus omlaag, nam de auto a.h.w. een sprong en reed ik, voor ik de auto met mijn buiten boord bungelende benen weer onder kontrole had, een prachtige gietijzeren omheining met Jugendstil kenmerken naar de ratsmode, na eerst ook nogeens over een hoog trottoir heen geknald te zijn met zo te horen forse bodemschade als gevolg.

Wat een entree! De parkeerwachter die verderop een beetje in het namiddagzonnetje zat te dutten, reageerde als door een wesp gestoken. Hevig sticulerend kwam hij op ons af en kregen we een niet mis te verstane tirade. Maar toen hij merkte dat het Spaans niet aan ons besteed was, noteerde hij ons nummer maar en trok hij zich weer terug op zijn stoeltje in de zon.
Daar stonden we dan met de gebakken peren. Bij Hertz op Sevilla Airport namen ze de telefoon niet meer op. Uiteindelijk kregen we iemand van dit bedrijf in Malaga aan de lijn. Nadat alle gegevens waren uitgewisseld werd ons een andere auto beloofd, maar die zou pas de andere dag, op 1e pinksterdag dus, rond het middaguur kunnen worden afgeleverd. Het was niet anders. Na de kapotte auto te hebben afgesloten en de groeten aan de parkeerwachter, hebben we ons met ons hele hebben en houwen per taxi naar hotel 'Amadeus' aan de Calle Farnesio laten vervoeren.
De andere dag rond het middaguur kwam dezelfde mevrouw van Hertz ons inderdaad een nieuwe auto brengen van hetzelfde type. Hoe het dak te openen was kon ze ons nog steeds niet vertellen. Maar we zouden volgens haar onderweg vast wel een keer een Peugeotgarage tegenkomen die ons op dat gebied wijzer kon maken.
Maar goed, we konden nu dan echt van start. De rondreis door Andalusie die we thuis hadden uitgestippeld was in grote lijnen als volgt: Sevilla-Cádiz-Ronda via Malaga naar Granada-Córdoba-Sevilla. Een trip van om en nabij 1000 km, waar we een weekje voor hadden uitgetrokken.

Sevilla - Cádiz, ca. 130 km.

Havensteden oefenen op mij altijd een grote aantrekkingskracht uit. Cádiz is een erg tot de verbeelding sprekende havenstad, die volgens de legende is gesticht door Hercules. In 1492 begon Columbus zo ongeveer van hieruit aan zijn ontdekkingstocht naar Amerika. Het centrum van de stad ligt op een schiereiland en wordt als zodanig praktisch volledig omgeven door het water van de Atlantische Oceaan. De stad schijnt 1100 jaar voor Christus al te zijn gesticht, en daarmee één van de oudste steden van Europa te zijn. We hebben daar door de oude binnenstad met z'n smalle steegjes en kleine pleintjes gedwaald en op terrasjes gezeten. We hebben de enorme Kathedraal van Cádiz bekeken, een barok en neoklassiek bolwerk. En vanuit ons hotel 'Parador Atlantico Cádiz' aan de Avenida Duque De Nájera hadden we vanaf het balkon een prachtig uitzicht over de oceaan.

Cádiz - Ronda, ca. 170 km.

Een prachtige autorit, en eindelijk met de kap omlaag! In het voorjaar is Andalusië wel op z'n mooist, alles ziet er fris uit en staat in bloei en de temperatuur is nog aangenaam. Door een zonnig en glooiend landschap met nauwelijks verkeer, reden we langs eindeloze olijfgaarden, door slaperige dorpjes en door een groot nationaal natuurreservaat nabij Ubrique. Geleidelijk aan kwamen we in het bergachtige gebied rondom het stadje Ronda. Het schilderachtige, verblindend witte stadje met z'n smalle klinkerstraatjes was door zijn spectaculaire ligging hoog op de rots één van de laatste Moorse bastions, die ten slotte in 1485 in handen van de christenen viel.

Er schoot ons een aardige anekdote uit het voorjaar van 1971 te binnen, toen we in Ronda aankwamen. Vanuit Torremolinos waren we met een gehuurde Fiat 500 naar het stadje gereden, met de twee oudste kinderen destijds 5 en bijna 3 jaar oud op de achterbank. Het steegje in Ronda waarop we reden, ging plotseling over in een vrij steile trap omlaag. Hadden we soms een bordje gemist? In een poging om in het smalle steegje te draaien, zakten we met een achterwiel over de bovenste trede van de trap. Daar zaten we, we konden geen kant meer uit. Door muisstil te blijven zitten, met de voet op de rem en een stevig aangetrokken handrem konden we voorkomen dat de auto verder achterwaarts de trap af zou zakken. Dat niet iedereen met siësta was in het slaperige stadje bleek al snel. Als uit de lucht gevallen stonden er ineens een paar uit de kluiten gewassen mannen om ons heen. Het kon haast niet anders zijn, of die gasten hadden vanachter de ogenschijnlijk gesloten luiken ons gestuntel een poosje aangezien. Ze tilden met gemak het autootje met inzittenden en al op, en zetten het in de goede stand terug op straat. Gracias, en met het schaamrood op de kaken reden we terug omhoog het smalle klinkersteegje uit. Maar deze keer geen polonaise. Na ons eerst te hebben geïnstalleerd in een aardig hotel in het centrum van de stad, zijn we te voet op verkenning uitgegaan. Het was een verademing om in en om dit eeuwenoude stadje te wandelen, en te genieten van de unieke en majestueuze omgeving! Maar natuurlijk ook van de gezellige terrasjes en het heerlijke eten in de zwoele avond.

Ronda via Malaga naar Granada, ca. 270 km.

Een lange maar prachtige tocht door een bergachtig landschap. Bij Malaga een klein stukje langs de kust van de 'Costa del Sol', maar daarna de bergen weer in richting Granada. In de verte de besneeuwde toppen van de 'Sierra Nevada'. In de buurt van Granada aangekomen besloten we nog naar 'Parador de Sierra Nevada' te rijden, een punt in het nationale natuurreservaat op ca. 3400 meter hoogte. Van de olijfgaarden en zonnebloemvelden zo de sneeuw in! Dat scheelde even een jas, maar toen we aan het eind van de dag in Granada centrum waren aangekomen, zaten we al lang weer in ons hempje en gingen we eerst maar weer op zoek naar een hotel. De andere dag bezochten we natuurlijk het eeuwenoude 'Alhambra'. Een gebouwencomplex met prachtige zalen, gangen, torens, koepels, patio's en tuinen, opgebouwd met eenvoudige materialen maar op zo'n sublieme wijze verwerkt, dat het zijn weerga niet kent. Ruimte, lichtval en waterpartijen karakteriseert dit stuk architectuur uit de tijd van de kaliefen in de 13e eeuw. Ze hebben er hun idee van het paradijs op aarde mee willen uitbeelden. Een stukje ten noorden van het 'Alhambra' hebben we ook nog een buitenverblijf van de oude Nasridenkoningen bezocht, het z.g. 'Generalife'. Ook hier weer prachtige patio's, tuinen en waterpartijen, we keken onze ogen uit.

Granada - Córdoba, ca. 235 km.

Wederom een mooie autorit door een natuur waar we zo langzamerhand aan gingen wennen. Glooiende velden werden afgewisseld door ruige hoogten. Maar geleidelijk werd het allemaal wat minder heftig in de hoogten, en verzeilden we in het dal van de Guadaquivir, de rivier waar de eeuwen oude stad Córdoba aan ligt. Córdoba heeft teveel bezienswaardigheden om hier allemaal te noemen, maar de bekendste die we daar hebben gezien wil ik natuurlijk wel even noemen, de 'Mezquita', de grote moskee van Córdoba. Vanaf 785 na Christus heeft deze moskee zich in een mengeling van stijlen ontwikkelt. Midden in een woud van meer dan 850 zuilen van graniet, jaspis en marmer die het dak dragen, hebben de christenen in de 16e eeuw brutaal een kathedraal gebouwd. Daarvoor moest een deel van de moskee worden gesloopt of zeg maar gerust worden verwoest. Een vreemde ervaring, de duizelingwekkende aanblik van al die zuilen, en dan ineens midden in dat woud een kathedraal!



Córdoba - Sevilla, ca. 165 km.

Het landschap van Córdoba naar Sevilla werd gedomineerd door eindeloze velden met zonnebloemen. Een prachtig gezicht als de zon erop scheen. Terug in Sevilla hebben we o.a. de kathedraal bekeken, een enom gotisch bouwwerk waarmee ze al in 1400 zijn begonnen met de bouw. Ook de Giralda, van oorsprong een minaret uit 1198 en later voorzien van christelijke symbolen. Het renaissanceklokkenhuis op de toren is van 1568, het past wonderlijk goed bij de Moorse onderkant. Het bezoek aan het museum der Schone Kunsten (Museo de Bellas Artes) was ook meer dan de moeite waard. En natuurlijk het terrein van de Expo '92 langs de Guadalquivir, dat ik nog goed kende van een eerder bezoek met het HL clubje. En verder hebben we in de stad natuurlijk ook weer van de terrasjes en de prachtige parken genoten.

Maar zoals dat gaat, ook aan dit mooie feest in Andalusië kwam een eind. Inpakken en wegwezen, bovendien moesten we de auto ook nog afleveren. Ineens moesten we ons nog min of meer haasten om op tijd op Sevilla Airport te zijn voor onze vlucht naar Amsterdam.

dinsdag, november 17, 2009

HL+diner



Het Herenleedclubje noemen we ons zelf, en dat al ruim 26 jaar! Sinds begin 1983 komen we gemiddeld 4 keer per jaar in Amsterdam een avond bij elkaar, om te praten over architectuur en het leven. De volgorde van beide onderwerpen is overigens geheel willekeurig, en soms hebben we het maar over één ding. In de beginperiode was cafe 'van Puffelen' aan de Prinsengracht favoriet voor het aperitief, maar dat is nu al weer jaren cafe 'Hegeraad', een intiem bruin cafeetje in de Jordaan op de hoek van de Noordermarkt en de Boomstraat. Al jaren zijn we met z'n vijven, maar ooit waren we met z'n zevenen. Eén van ons is een jaar of twaalf geleden plotseling op veel te jonge leeftijd overleden, en een ander is verhuist naar Maastricht.

Vijf mannetjes die regelmatig bij toerbeurten ook nog eens architectuurexcursies en pleziertochtjes voor zichzelf organiseren. Behalve enkele zeiltochtjes over de Noordzee, de Wadden en het IJsselmeer (zie o.a. Zeilherenleed van 1 mei 2006), hebben we ook steden als Istanbul (zie De Gouden Hoorn van 21 maart 2008), Praag, St. Petersburg, Lissabon, Antwerpen en Boedapest bezocht. En hebben we met de auto een aantal trektochten gedaan o.a. in Spanje van Sevilla naar Santiago de Compostela, en naar een aantal steden in het Ruhrgebied (zie Ruhrgebiet van 17 oktober 2006), en als voorlopig laatste trip een rondje visa versa Newcastle in Schotland via Edinburgh en Glasgow. (zie Schotland van 7 mei 2008) Voor de nabije toekomst speelt een excursie naar Hamburg en haar agglomeraat door onze hoofden. Op niet al te lange termijn zullen we bij leven en welzijn dan ook wel een keer die kant uitgaan.


Maar wat we tot voor kort in al die jaren nog nooit gedaan hadden, was de dames ook eens een keer uitnodigen voor bijvoorbeeld een etentje. Een Herenleed + zullen we maar zeggen. Afgelopen zaterdag hebben we daar in Weesp, thuis bij één van ons, verandering in aan gebracht. We hebben daar met z'n vijven een diner georganiseerd voor de dames, inclusief L de weduwe van onze overleden makker, en onszelf. Het was lekker allemaal en hardstikke gezellig! Daar was iedereen het over eens. Over 26 jaar zeker voor herhaling vatbaar zeiden we tegen elkaar. Alleen variëren de heren van het leed, maar ook hun dames dan in leeftijd van 89 tot 96 jaar!


Misschien moeten we iets dergelijks dan toch maar iets eerder organiseren.

zondag, november 08, 2009

'Myosotis'



Een intens droevige blik zag ik in d'r ogen, toen ze donderdagochtend j.l. met behulp van een begeleider, in een oude rolstoel 'Myosotis' kwam binnengerold. Ik zag haar denken dit is het dan! En toen ze mijn twee zussen en mij zag staan, kreeg ze het even helemaal te kwaad. Begrijpelijk, ze had in die rolstoel even daarvoor in de grote hal van ziekenhuis de 'Weezenlanden' ook nogeens veel te lang in haar eentje op haar vervoer naar Kampen zitten wachten. En dat was zo niet afgesproken! Toen voelde ze zich in de afhankelijke en labiele toestand waarin ze momenteel toch min of meer verkeerd, natuurlijk helemaal door jan en alleman verlaten.

Ja, ineens is het dan zover en kan m'n moeder zich zelf niet meer redden. Hopelijk is het maar voor even, maar dat zal de tijd moeten leren. Ze is de jongste niet meer, en de oude zal ze naar ieders verwachting niet meer worden. Als ze weer kan lopen zal dat zo goed als zeker met behulp van een rollator zijn. Maar dat zou natuurlijk al heel mooi zijn. Maar ja, ze wil zo graag onafhankelijk zijn, wie niet trouwens, dus het zal wel even wennen worden voor haar. Het is niet anders, en dat allemaal doordat er een weekje geleden iets met de bedrading in haar bovenkamer is gebeurd. De kwetsbare mens!

Twee weken geleden liepen we met de hele familie V nog in de Ardennen, en toerden we om de beurt met haar nog naar allerlei bezienswaardigheden in de mooie omgeving van Virton. En nu dit, het kan snel veranderen in een mensenleven. Nu zit ze voor een tijd(je) in verzorgingshuis 'Myosotis' in Kampen. 'Myosotis' is de Griekse naam voor "vergeet-me-nietje". Dat zal haar daar niet overkomen, dat weet ik wel zeker. Maar toch, zo'n naam voor een verzorgingshuis geeft wel te denken!

woensdag, november 04, 2009

Wenen



Zondagochtend even voor twaalf reden we Wenen binnen. Een kleine drie uur eerder waren we vanuit Salzburg vertrokken, toch een aardig gemiddelde voor de ruim 300 km. Ook hier weer niets vooraf besproken, maar thuis hadden we al wel hotel 'Mercure' in de binnenstad aan de Fleischmarkt uitgezocht. Ogen van voor en van achter, maar aan hotel 'Mercure' aan de Fleischmarkt zijn we kennelijk toch voorbij geschoten. Maar aan de andere kant van het Donaukanaal, in de Hollandstrasse net even buiten het centrum, vonden we een ander 'Mercure' hotel, er zijn er meerdere in Wenen, waar we terecht konden en waar het bovendien makkelijker parkeren was. Maar na twee nachten moesten we toch ook daar weer verkassen. De laatste twee nachten in Wenen zaten we in 'Urania' een gemoedelijk en schilderachtig hotel aan de Obere Weissgerberstrasse, dicht tegen het centrum aan.

Wenen verkennen per fiets vond ik vrij lastig, vooral in het begin. Met de kaart in de hand kris kras tussen de auto's door, en om de haverklap weer stilstaand om je te oriënteren. Bovendien ook nogeens veel éénrichting verkeer, dus of je houd je aan de regels en zoekt maar weer een andere straat terwijl je net door had waar je ongeveer zat, of je fietst tegen de verkeersstroom in wat ook weer spanningen oproept. Maar gelijdelijk aan kregen we natuurlijk toch wel een beetje door hoe de stad in elkaar stak en ging het allemaal wat makkelijker.

Was Salzburg al een explosie van barokke bouwwerken, Wenen was dat in het kwadraat! Maar gelukkig was er op het gebied van moderne architectuur ook wel het één en ander te zien.
Paleis 'Belvedere', Hofburg, de Spanische Hofreitschule, Schloss Schönbrunn, Stephansdom, Kapuzinerkirch en Kaisergruft, het Hundertwasserhaus en -museum, het Wiener Riesenrad in het Prater en nog veel meer, we hebben het allemaal gezien. Zoals gezegd, ook op het gebied van hedendaagse kunst en architectuur viel er genoeg te beleven. In Museum Moderner Kunst op het MuseumsQuartier hebben we o.a. een mooie tentoonstelling gezien van Maria Lassnig. Deze Oostenrijkse kunstenares, geboren in 1919 dus al 90 jaar, doet nog volop mee in de vaart der volkeren. 'Lichaamsbewustzijn' is haar centrale thema, haar abstract expressionistische schilderijen zijn een verkenning van het lichaam. Ze maakt ook prachtige videofilms zagen we in het museum, kijk bijvoorbeeld maar eens naar 'Kantate' op http://www.youtube.com/watch?v=4sDSZ9GwnCE waarin ze op een wel heel humoristische wijze haar eigen levensverhaal bezingt. Of kijk en luister eens naar onderstaand filmpje 'Das neunte Jahrzehnt' ofwel 'De negende decennium'.



Een bijzondere stad, we hadden er 4 dagen voor uitgetrokken en dat was voor mij althans voorlopig voldoende ook. Al op de derde dag begon ik me lichtelijk overvoerd en vermoeid te voelen. Even had ik genoeg barokgebouwen gezien, we komen hier nog wel een keer terug denk ik. Maar dan hou ik m'n portemonnee, al is tie nog zo dik als vanouds wel in m'n broekzak, en berg ik hem niet in een moment van onachtzaamheid op in het buitenste vakje van m'n rugzak, want dat is me daar natuurlijk wel heel slecht bekomen.

De terugtocht ging als een speer, 'k wist eigenlijk niet dat m'n auto zo hard kon. Maar in Würzburg hebben we desalniettemin toch maar een pitstop gemaakt voor de nacht. In het Central-Hotel aan de Koellikerstrasse konden we terecht voor ons bed, en daaraan vooraf in de Juliusspital-Weinstube voor een goede maaltijd. De afstand van Würzburg naar huis de andere dag, zo'n dikke 500 km, hebben we in ca. 3,5 uur gedaan, alles zat mee! Omdat te vieren hebben we op het zonnige terras van Brasserie Staverden, dus al dicht bij huis, ter afsluiting van onze trip nog een voortreffelijke uitsmijter gegeten.

dinsdag, november 03, 2009

Salzburg



Salzburg, het Oostenrijkse Rome wordt het wel genoemd las ik ergens. Al is het met ca. 150.000 inwoners wel even een stukje kleiner dan de Italiaanse metropool. Naar het voorbeeld van deze metropool hebben de vorsten die tevens aartsbisschop waren, in de 17e en 18e eeuw op een relatief klein gebiedje aan de rivier de Salzach, ingeklemd tussen de Mönchsberg en de Kapuzinerberg, een indrukwekkend ensemble van barokke kerken en paleizen gebouwd.

Toen we vanuit Virton, waar we 's morgens rond halfelf waren vertrokken, aankwamen in Salzburg stond de teller op 800 km. We hadden vooraf voor de overnachting niets geregeld, maar thuis hadden we wel een paar adressen van hotels genoteerd. En daar was hotel 'Mozart' aan de Franz-Josef-Strasse er één van. Ze konden ons zowaar voor de eerste nacht onderdak bieden, we waren dan ook snel geïnstalleerd. Lopend zijn we vervolgens op zoek gegaan naar een restaurant, want er moest natuurlijk nog wel even wat gegeten worden voor het slapen gaan. Gelukkig vonden we nog vrij snel een tafel voor twee op de late en drukke vrijdagavond in de 'Wasserfall', een restaurant aan de Linzergasse op ca. 10 minuten lopen van ons hotel.

Na een prima nachtrust en een stevig ontbijt te hebben genoten, zijn we gelijk maar verkast naar hotel 'Markus Sittikus' (genoemd naar de Aartsbisschop van Salzburg, 1574-1619) aan de gelijknamige straat een eindje verderop. Hadden we daar alvast geen omkijken meer naar die dag. Vervolgens zijn we de dag begonnen met een City Tour, met een busje kris kras door de stad en de nabije omgeving langs alle bezienswaardigheden. En dat zijn er nogal wat, eigenlijk teveel om op te noemen! Van locaties in de omgeving waar bijvoorbeeld de film 'The Sound of Music' is opgenomen zoals 'Villa Trapp' of Schloss Heilbrunn, een ander prachtig buitenverblijf met een in strak geometrische Franse stijl aangelegd park. En in het centrum, aan beide zijden van de Salzach een explosie aan barokke bouwwerken en pleinen. Ik noem er een paar Schloss Mirabel, Mozart-Wohnhaus en museum, Bastion Kapuzinerberg, de Dom, Residenzplatz, Salzburg Museum, Festspielhaus en ga zo maar door.

Na de City Tour hebben we onze fietsjes gepakt en hebben we een aantal bouwwerken van binnen en buiten wat uitgebreider bekeken. En de terrasjes in de stad zaten met het prachtige herfstweer bomvol, zeker toen wij er ook nog bij kwamen. In 'Schloss Mirabell' hebben we 's avonds een strijkconcert bijgewoond van het 'Corona Quartett' met Gabriele Hummel violine 1, Helma Kocher violine 2, Stefan David Hummel viola en Götz von der Bey violoncello met een stuk van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) t.w. KV 156 het z.g. "Mailänder Streichquartett" en twee stukken van Joseph Haydn (1732-1809) t.w. Quartett in C-Dur, op. 33 nr. 3 het z.g. "Vogelquartett" en Quartett in G-Dur, op. 33 nr. 5.



Met de mooie gedachte dat we die avond in een zaal hadden gezeten, waar de jonge Mozart met zijn kornuiten vroeger zelf ook had gemusiceerd, zochten we naar afloop moe maar voldaan ons hotel en bed op. Naar ons gevoel hadden we deze dag in de fraaie barokke en klassieke muziekstad Salzburg in stijl afgesloten.

maandag, november 02, 2009

Virton



We hadden geen hoog gespannen verwachtingen, want de recensies die we vantevoren op internet hadden gelezen over vakantiepark 'La Vallée de Rabais' logen er niet om. Een enkele recensie daar gelaten, waren ze voor het merendeel in alle opzichten ronduit negatief. Behalve een minnetje voor de algemene indruk, deugde er ook niets van de ligging, de services, de prijs/kwaliteit verhouding, de kindvriendelijkheid, de mogelijkheid tot diverse activiteiten, de onderkomens en de eetgelegenheden in de nabije omgeving!
Gezien de lage prijs die we voor de huisjes al in het vroege voorjaar hadden betaald, gingen we zelf door deze negatieve berichten natuurlijk ook behoorlijk twijfelen aan dit project, dat deze keer door mijn broer J was geregeld. Maar goed, het was niet anders, we zouden wel zien.

Nou we hebben het gezien, een prachtig en kindvriendelijk park ook al is het wat gedateerd! De huisjes waren voor de huidige begrippen wel aan de kleine kant, een zes persoons huisje is eigenlijk een vier persoons huisje. Maar dat was dan ook het enige minpuntje wat ik kon ontdekken. Verder was alles prima, keuken, verwarming, open haard, bedden, sanitaire voorzieningen en een aardig terras op de zonzijde. Al die negatieve recensies zijn volgens mij opgesteld door het verwende en over het paard getilde deel van onze natie. Mensen die voor een dubbeltje een plaats op de eerste rang willen opeisen.

We hebben er een prachtige week gehad met de hele familie. We hebben genoten van de cultuur in plaatsen als Virton, Arlon en Bouillon. Van de roofvogelshow in de kasteelruïne van Godfried van Bouillon, en van het kartingwedstrijdje in Bouillon van de kleinkinderen en onszelf. En van de prachtige natuur in de directe omgeving van het park, en de lange wandeling die we daar met de hele groep hebben gedaan. Van de verjaardag van onze dochter S, en van de gesprekken en de aperitiefjes die we in de namiddagen bij elkaar op het zonnige terras genoten, terwijl de kleine kinderen zich elders op het park vermaakten met een bal of iets anders. En van de lange avonden bij elkaar om de openhaard.
'La Vallée de Rabais' in Virton, een prima parkje!