zondag, april 29, 2012

IJsselmeer, 80 jaar


Al sinds eind jaren zestig steun ik de Waddenvereniging met m'n lidmaatschap. De in 1965 opgerichte vereniging die zich ten doel stelt, het kwetsbare waddengebied te beschermen en te behouden voor de generaties na ons. Dat doet ze via beleidsbeïnvloeding, politieke lobby, juridische acties en voorlichting. Een vereniging met dezelfde doelstellingen, is de in 1972 opgerichte IJsselmeervereniging. Ter ere van hun 40 jarig bestaan dit jaar, geven ze de 'Pittoreske reis langs de dode steden van de Zuiderzee' uit van de Franse cultuurhistoricus Henry Havard (1838-1921). Een historisch reisverhaal (oorspronkelijke titel: Voyage pittoresque aux villes mortes du Zuiderzee) over een zeiltocht in een gehuurde tjalk over de toenmalige Zuiderzee, die hij samen met zijn reisgenoot Jacob Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894), zeeofficier en schilder van zeegezichten, in de zomer van 1873 heeft gemaakt.

'Hektjalk op volle zee'  (van Heemskerck) 
Tja, 139 jaar geleden zou het nog 59 jaar duren voordat de Zuiderzee IJsselmeer zou worden, een voldongen feit dat op 28 mei a.s. al weer 80 jaar achter ons zal liggen. Als je de kaart van destijds vergelijkt met de huidige, dan is er wel het één en ander veranderd. Nadat in 1918 de Zuiderzeewet was aangenomen, zijn ze in 1920 begonnen het eiland Wieringen middels de z.g. Amsteldijk te verbinden met de kop van Noord-Holland. Vervolgens hebben ze in 1927 bij Andijk een proefpoldertje van 40 ha aangelegd, en weer iets later in 1930 was de Wieringermeerpolder van 20.000 ha een feit. Maar nadat in 1932 de Afsluitdijk was opgeleverd begon het inpolderen pas goed op gang te komen. In 1942 de Noordoostpolder van 48.000 ha, in 1957 Oostelijk Flevoland van 54.000 ha en in 1968 Zuidelijk Flevoland van 43.000 ha. En nog waren ze er niet, de Markerwaard van 41.000 ha moest er ook nog komen. Maar toen in 1975 de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen klaar was, zijn ze gestopt met plan Markerwaard verder uit te voeren, gelukkig maar. Alleen was nu het overgebleven IJsselmeer wel verdeeld in een noordelijk- en zuidelijk deel. Het noordelijk deel zijn ze IJsselmeer blijven noemen, en van het zuidelijk deel hebben ze Markermeer gemaakt.
Maar bleef het daar maar bij. De gretigheid waarmee bestuurders dit mooie zoetwaternatuur- en zeilgebied steeds weer proberen in te zetten voor hun plannen geeft te denken. Amsterdam en Almere hebben bijvoorbeeld voor het IJmeer, het zuidelijk deel van het Markermeer, grootschalige buitendijkse plannen. En wat te denken van de commissie Veerman, die in haar Nationaal Waterplan voor onnatuurlijke peilverhogingen en peilverschillen pleit. Ook de verrommeling van het gebied door windmolenparken (bizar, het milieu wordt opgeofferd voor het milieu, aldus Midas Dekkers) grote onaantrekkelijke jachthavens en vakantieparken en plannen voor de aanleg van allerlei eilandjes voor toerisme en/of het z.g. milieu, het houdt niet op!

De jubilerende IJsselmeervereniging trekt voortdurend aan de bel als schijnbaar onverschillige bestuurders met controversiële plannen komen. Bestuurders die veel te weinig oog hebben voor het unieke van het IJssel- en Markermeer. Voor de open ruimte die het te bieden heeft in dit kleine compact bevolkte landje. En daarom zijn zelfs in tijden van economische neergang, verenigingen die zich waar dan ook met natuur- en landschapsbeheer bezig houden hard nodig, om z.g. professionele plannenmakers en bestuurders steekhoudend van repliek te kunnen dienen.

donderdag, april 26, 2012

rondje Markermeer

Direct na de lunch zijn we via Lelystad over de Houtribdijk naar Enkhuizen gereden en vervolgens naar Hoorn. Naar het 'Museum van de Twintigste Eeuw', een nostalgisch museum dat daar sinds eind vorig jaar is gehuisvest in de oude gevangenis op het Oostereiland bij de haven. Het museum vertelt aan de hand van honderden voorwerpen en tientallen interieurs het leven in de vorige eeuw. Hoe woonden onze (groot)ouders? Met welk speelgoed speelden kinderen? Wat voor winkels waren er? Hoe werd gekookt? Wat deed men in de vrije tijd? Wat was er op radio of televisie te beleven? De antwoorden op al die vragen liggen in dit museum voor het oprapen. Er is nogal wat veranderd in de afgelopen honderd jaar, thuis, op het werk, op school, in winkels. Wandelend door het museum verbaasde ik me niet alleen over de vele ontwikkelingen die onze ouders en grootouders hebben meegemaakt, maar ook in die van m'n eigen verleden en heden. Confronterend te merken hoe snel die gegaan zijn en blijven gaan!

Maar behalve de verbazing was er natuurlijk ook het 'feest der herkenning'. Een oude woonkamer die deed denken aan de kamer van m'n oma. Een bromfiets uit de jaren vijftig, speelgoed van vroeger en een oude radio die vroeger bij ons thuis stond. Je komt allerlei leuke voorwerpen tegen van vroeger, maar je ziet ook de armoede van toen, hard en lang werken en eenvoudige woonomstandigheden. Niet eerder veranderde er in één eeuw zoveel als in de twintigste eeuw! Een eeuw die iedereen meer vrije tijd bezorgde en mobieler maakte. Maar ook een eeuw die ons over de hele wereld liet communiceren en onze samenleving drastisch veranderde. Een bijzonder museum, iedereen herkent hier wel zaken, een opstelling van een oud klaslokaaltje, een grutterswinkel of een keukeninterieur uit vervlogen dagen.

Het 'Museum van de Twintigste Eeuw' is najaar 2011 verhuisd naar de oude, al jaren leegstaande gevangenis op het Oostereiland nabij de haven van Hoorn. Ik ben er heel wat keertjes langs gevaren met m'n zeilbootje, dan moest ik vaak denken aan het mooie uitzicht, wat de gevangene achter die getraliede vensters wel niet moesten hebben over Het Hoornse Hop. Maar goed, dat is dus voorbij, nu heeft hier na een uitgebreide restauratie o.a. het museum een mooi en ruim onderkomen gevonden. In de zalen waar vroeger gevangenen sliepen staan nu interieurs van vroeger en opstellingen en vitrines met honderden herkenbare objecten uit de vorige eeuw.
Naast het museum zijn er in dit complex een Brasserie annex Hotel te vinden, een Cinema en woonappartementen. Voor bezoekers is er een Toeristisch Informatie Punt en er komt ook nog een museumhaven met werf voor de ‘bruine vloot’ las ik. Cruiseschepen van de ‘witte vloot’ leggen ook geregeld aan bij de steigers van het Oostereiland. Het is een mooie plek om even langs het water te flaneren of de grote binnenplaats van de oude gevangenis te bekijken.

Rond een uur of vier hadden we het op het Oostereiland voorlopig wel gezien, en wandelden we weer richting parkeerplaats 'Nieuwe Wal'. We hadden kaartjes voor een optreden geregeld 's avonds van 'Cappella Amsterdam' in het Muziekgebouw aan 't IJ, en die moesten tijdig afgehaald worden. Bovendien wilden we voor het optreden van 'Cappella Amsterdam' nog ergens een hapje eten.

Ruim 100 jaar na het Concertgebouw (zie o.a. m'n stukje 'muziek in Amsterdam' van 15 augustus 2006) opende het Muziekgebouw aan ’t IJ in 2005 zijn deuren. Voor een slordige zestig miljoen euro had Amsterdam een nieuwe concertzaal verworven voor de 21ste eeuw. Het nieuwe visitekaartje van de stad, ontworpen door het Deense architectenbureau 3xNielsen was een feit. Amsterdam had er een gebouw bij met een internationale uitstraling. Een gebouw met een optimaal geoutilleerde en multifunctionele grote concertzaal voor 725 zitplaatsen of 1.500 staanplaatsen. Direct grenzend aan het Muziekgebouw aan ’t IJ is het Bimhuis voor jazz en improvisatie. Een ontwikkeling van de zuidelijke IJ-oevers waarmee de Amsterdammers terug keerden naar de haven. Het Muziekgebouw aan ’t IJ ligt als ontmoetingsplek op de grens van de oude binnenstad en de nieuw ontwikkelde IJ-oevers.
In de onder het Muziekgebouw gelegen Piet Heingarage konden we de auto makkelijk kwijt. En ook de kaartjes, nog een presentje van onze kleinkinderen en ex-schoondochter, (zie m'n stukje 'Art Deco' van 23 februari j.l.) voor het optreden van 'Cappella Amsterdam' hadden we snel geregeld. En zo zaten we even later met een aperitiefje in het in het Muziekgebouw gelegen visrestaurant 'Zouthaven' te genieten van het prachtige uitzicht. Het IJ is één en al dynamiek, vrachtschepen, werkschepen, af en aan varende veerponten, rondvaartboten, cruiseschepen, plezierjachten, pieremegoggels, noem maar op, en dat allemaal onder die prachtige avondlucht. En als je dan ook nog lekker zit te eten is het ongemerkt tijd om je stoel in de grote concertzaal op te zoeken.

Carte blanche kreeg de Berlijnse (gast)dirigent Ralf Sochaczewsky (1972) van topensemble 'Cappella Amsterdam'. Een graag geziene gast bij diverse Europese topkoren als het RIAS Kammerchor, het Choeur de Radio France, de Cappella Cracoviensis en het Praags Philharmonisch Koor. Daarnaast dirigeerde hij onder meer het London Philharmonic Orchestra.

We lazen ergens dat Sochaczewsky zangers en publiek meeneemt op een adembenemende tijdreis door vier eeuwen Duitse koormuziek. We waren zeer benieuwd, maar ook wel enigzins sceptisch. Voor het programma 'Een koffer uit Berlijn' heeft hij voornamelijk geestelijke composities gekozen. 'Een koffer uit Berlijn', typische naam eigenlijk voor een a capella koorprogramma!
'Ich hab noch einen Koffer in Berlin' zongen Duitse diva's als Hildegard Knef en Marlene Dietrich in de jaren vijftig. Dit melancholische lied verwoordt de grote aantrekkingskracht die deze stad op hen uitoefende. Berlijn heeft sindsdien enorme ontwikkelingen doorgemaakt en is nog altijd een bijzondere metropool, zeker ook op cultureel gebied.
De jonge Berlijnse dirigent had voor dit optreden uit zijn rijk gevulde koffer een afwisselend programma samengesteld. Vroegbarokke muziek van Johann Hermann Schein (1586-1630) in Italiaanse madrigaalstijl naast werken van de nog iets minder bekende Wolfram Buchenberg (1962). Verder was er koormuziek te horen in de beste Duitse romantische traditie van Arnold Mendelssohn (1855-1933), achterneef van de zo bekende Felix Mendelssohn (1809-1847), treurmuziek uit het bescheiden oeuvre van Peter Cornelius (1824-1874) en van Max Reger (1873-1916) die in zijn mateloze bewondering voor Bach terug greep naar barokke stijlen.

Persoonlijk zou ik qua muziekkeuze denk ik een andere greep uit het rijk gevulde koffertje van Ralf Sochaczewsky hebben gedaan. Desalniettemin heb ik erg genoten van de koorzang, zelden heb ik zo iets perfects gehoord. Het uit een rijkdom aan stemkleuren bestaande koor, dat al sinds 1990 onder artistieke leiding staat van chef-dirigent Daniel Reuss, heeft een specifieke homogene klank las ik ergens. Nu ik het koor gehoord heb, begrijp ik maar al te goed wat ze daarmee bedoelen. De verbluffende timing en dynamiek van vierentwintig zangers/zangeressen, een perfect geheel, een machine. Misschien mag je dat ook verwachten van een professioneel koor, maar dan nog. Jammergenoeg heb ik geen videoopname kunnen maken, maar als je onderstaande video beluistert in het Concertgebouw krijg je een aardig beeld van wat 'Cappella Amsterdam' in haar mars heeft, ook al was het toen niet alleen a capella.



Preview uit de NTR ZaterdagMatinee van 12 mei 2011.
Alexander Knaifel is een vreemde exponent van de Nieuwe Spirituelen die sinds het einde van de jaren tachtig vanuit Oost-Europa het Westen veroverden. Knaifel is eerder de componist van het 'achterhouden' van geluid, dan van ronkende hemelse samenklanken. Zijn werk, dat ook na de opera Alice in Wonderland nog steeds weinig in Nederland wordt uitgevoerd, blinkt uit door spanningsvolle stiltes en een uiterst zorgvuldige opbouw naar de eerste tuttiklanken. Blazjenstva (Bergrede), zijn ensemblewerk uit 1996 voor cello, twee solovocalisten, koor en ensemble, is daar geen uitzondering op. Knaifels verklanking van Christus' Bergrede begint als een zachte fluistersessie uit het hiernamaals, voordat de zalvende glorie bereikt wordt.

Radio Kamer Filharmonie
Cappella Amsterdam
Daniel Reuss koordirigent
Ed Spanjaard dirigent
Michael Müller cello
Ilse Eerens sopraan


Direct na afloop van het concert zijn we via Hilversum en kruispunt Hoevelaken huiswaarts gereden. En zo tegen een uur of halftwaalf konden we in de ruimste zin van het woord zeggen, dat ons rondje Markermeer erop zat, we waren weer thuis!

maandag, april 23, 2012

jazz in estrado


Kwintet 'Acquaphonica' bestaat behalve uit de Italiaanse pianiste, componiste en initiatiefneemster Federica Colangelo uit de Amerikaanse saxofonist Jonathan Bittman, de Nederlandse gitarist Matthijs Tuijn, de Letse drummer Kaspars Kurdeko en de Bulgaarse bassist Mihail Ivanov. Een internationaal groepje dus van vijf jonge musici, die ieder voor zich al op diverse concoursen het één en ander aan prijzen in de wacht heeft gesleept.
Gisteren traden ze op in Estrado, het Harderwijkse muziekpodium voor dit soort gezelschappen. Het was een mooi en ingetogen optreden in het kader van de presentatie van hun nieuwe cd 'Private Enemy'.



Jammer dat er weer zo weinig publiek was. Alles bij elkaar zat er denk ik hooguit een man of dertig in de zaal, de vorige keren toen we hier waren met 'Artvark Saxofone Quartet' en 'Liquid Lefty' (zie m'n stukjes 'saxofoonkwartet' en 'Vrijkaart' van resp. 26/4'10 en 21/4'11) was dat ook al het geval. Mogelijk toch een kwestie van promoten, hoewel er volgens de organisatie alles aan wordt gedaan om het één en ander kenbaar te maken. Het staat in de krant en op internet, en er worden flyers & posters verspreid, wat moet er dan nog meer gebeuren? Het is de locatie volgens sommigen, maar daar geloof ik niet in. Het is waar, Estrado is vanaf de openbare weg niet of nauwelijks te zien, maar het is bij het publiek wel genoegzaam bekend. Bovendien ligt het a.h.w. tegen de oude binnenstad aan. Misschien moeten ze er voor de volgende keer op scholen maar eens wat meer ruchtbaarheid aangeven.

Evengoed was de sfeer prima, we hebben een mooie middag gehad in Estrado. Ik hoop maar dat ondanks de moeilijke tijden en lage opkomst, de plaatselijke overheid dit soort optredens middels de jaarlijkse subsidie blijft steunen.

zondag, april 22, 2012

Kauwboyfilm


Gisteren in filmtheater Fraterhuis in Zwolle 'Kauwboy' gezien, het speelfilmdebuut van regisseur Boudewijn Koole, die we vanwege een volle zaal tijdens de première in EYE jammer genoeg hadden gemist toen we het gloednieuwe filmmuseum bezochten op 7 april j.l. (zie m'n stukje 'Filmmuseum EYE' van j.l. 10 april).
Kauwboy ging medio februari j.l. op het Internationaal Film Festival van Berlijn in première, en won daar, behalve de prijs voor beste kinderfilm, ook meteen de prijs voor het beste debuut, een onderscheiding die dwars door alle programma's heen werd uitgereikt.

Kauwboy, met de 10-jarige Rick Lens als hoofdrolspeler Jojo, Loek Peters als Ronald, de vader van Jojo, Cahit Ölmez als Deniz, de trainer van de waterpoloclub waar Jojo opzit en Susan Radder als Yenthe, het vriendinnetje dat Jojo van waterpolo kent. En dan is er nog Ricky Koole als July, de afwezige moeder van Jojo.
De film van Boudewijn Koole is eigenlijk geen kinderfilm, maar meer een film over een kind. Een indrukwekkend portret van een tienjarige jongen en zijn vader die beiden op hun eigen manier de overleden July proberen te verwerken. Waarbij de muziek van July, ze was zangeres/muzikant, in de film een factor van belang speelt. Ze vinden elkaar pas aan het eind van de film in dit gedeelde verdriet.

Het scenario is rauw en lyrisch tegelijk. Rauw zijn de confrontaties tussen vader en zoon en van grote schoonheid is de buitenwereld, waar Jojo een jonge kauw vindt die uit zijn nest is getuimeld. Het zijn onvergetelijke momenten die Jojo vervolgens deelt met zijn kauw. Stiekum bouwt hij een nestje in de oefenschuur van zijn moeder. De aandacht die hij niet van zijn vader krijgt geeft hij dubbel zoveel aan z'n kauwtje. Toch neemt Kauwboy niet de voorspelbare weg van de helende vriendschap tussen jongen en dier, want ook in deze relatie zit weer een harde les. Het leven is een voortdurend gevecht, of het nu bij een waterpolotraining is of bij een ruzie met je vader die vindt dat een kauw geen huisdier kan zijn. Maar zoals gezegd komt het aan het eind van de film tussen Jojo en z'n vader toch nog goed.
Een ontroerend mooie film!

vrijdag, april 20, 2012

Zevenblad, eigen teelt


Zevenblad van eigen teelt, niet dat ik er iets aan hoef te doen, het groeit vanzelf, erger nog het woekert zelfs! De hele tuin is ermee vergeven. De Latijnse naam voor het z.g. onkruid zevenblad, hanenpoten of tuindersverdriet is Aegopodium podagraria. Ik las ergens dat het hier ooit bewust is aangeplant om Romeinse soldaten onderweg van voedzame groente te voorzien. Of het waar is weet ik niet, 't zou goed kunnen. Want zevenblad was vroeger een bekende en belangrijke groente, hoewel ik me niet kan herinneren het ooit te hebben gegeten. Het zit boordevol vitamine C, provitamine A, kalium, calcium, magnesium en kiezelzuur. Gedroogd smaakt het als peterselie, rauw smaken de jonge verse blaadjes het beste. Het is geschikt voor soepen, salades en stoofschotels, het is feitelijk in alle recepten bruikbaar waar je ook spinazie voor zou gebruiken. En medicinaal werd het vroeger ingezet bij gewrichts aandoeningen.

Eén van de jongens van m'n muziekgroepje heeft bij tijd en wijle wel eens last van zo'n aandoening. Ik heb hem aangeboden om zo af en toe eens in mijn tuintje te komen grazen. Maar daar wilde hij niks van weten, ondankbaar schepsel! Jammer, dan moet ik het zelf maar opeten, het schijnt trouwens ook een probaat middel tegen jicht te zijn. Afgelopen week heeft Jo. daarom maar eens een stoofschotel gemaakt van zevenblad en pasta met spekjes, ui, appel, kerrie, creme fraiche en een snufje zout en peper. Heerlijk, al laten we de volgende keer het zevenblad wel iets langer stoven. Wie weet krijgen we de smaak wel te pakken van alle eetbare onkruiden die ons tuintje te bieden heeft. Want van behalve zevenblad, is ons tuintje ook nog eens vergeven van o.a. paardebloem, brandnetel, vogelmuur, weegbree en zuring.

dinsdag, april 17, 2012

wolkenstaarders


Wolkenstaarders, verenigt u! las ik j.l. zaterdag in de wetenschappelijke bijlage van de Volkskrant. Een interview van Maarten Keulemans met de Brit Gavin Pretor-Pinney (1968), oprichter van Cloud Appreciation Society n.a.v. zijn nieuwste boek 'Clouds that look like things'.

Enkele stellingen uit het manifest van de Cloud Appreciation Society:
1.
Ze vinden dat wolken ten onrechte worden gedemoniseerd, en dat het leven onnoemlijk veel armer zou zijn zonder hen.
2.
Ze zijn van mening dat ze de poëzie zijn van de natuur en de meest rechtvaardige van haar uitingsvormen, omdat iedereen fantastisch uitzicht op hen kan hebben.
3.
Ze beloven het 'geen wolkje aan de lucht'-denken te bestrijden waar ze het aantreffen. Het leven zou saai zijn als we dag na dag omhoog moesten kijken naar monotone onbewolktheid.
4.
Daarom zeggen ze tegen iedereen die het horen wil: Kijk omhoog, verwonder je om de hemelse schoonheid en leef je leven met het hoofd in de wolken!


Koren op m'n molentje, de Cloud Appreciation Society heeft al 29335 leden in 94 landen, maar ik denk dat ik ook maar lid wordt. Middels internet kan iedereen makkelijk meedoen, het enige wat leden met elkaar gemeen hebben is hun interesse in de lucht. En afgezien daarvan: Naar wolken kijken is tijdverdrijf zonder doel, een belangrijke activiteit vandaag de dag. Het werkt als meditatie, het legen van je geest, het vertragen van je tempo, goed voor lichaam en ziel. Aristofanes, een Griekse dichter, noemde de wolken eens de beschermgodinnen van de nietsende mens.

Naar wolken kijken heb ik altijd al fascinerend gevonden. Samen met vriendjes lagen we vroeger best vaak op onze rug in het gras naar het zwerk te kijken. Van alles en nog wat herkenden we dan in de vele formaties die voorbij kwamen drijven. Olifanten, honden (zie ook het hondje in bovenstaande collage), paarden, fruitmanden, maar ook hele legers in schaapjeswolken. Trouwens een heel bijzondere herinnering heb ik aan die keer met al die vliegtuigstrepen. Ik was een jaar of tien en lag met een vriendje weer eens omhoog te turen en te fantaseren, toen er op een gegeven moment aan de oostelijke horizon vliegtuigstrepen opdoemden. Niet zo maar een paar, nee vele tientallen strepen trokken in westelijke richting over ons heen. Achteraf denk ik dat we destijds een aantal squadron's van de Amerikaanse luchtmacht of NAVO hebben gezien. We vonden het behoorlijk spannend toen. Eenmaal voorbij verwaaierden de vele strepen langzaam maar zeker tot een hoge veerachtige cirrus bewolking.

Later, op navigatiecursussen kreeg ik les in meteorologie, zij het beknopt. Dat had dan wel wat minder met de nietsende mens te maken, integendeel, door goed op de wolkenvorming te letten leerde je het één en ander over de weersverwachting. Heel nuttig als je met een zeilbootje de zee opgaat! Je leerde over het onstaan en de betekenis van hoge-, middelhoge- en lage wolken en over Cumulus en Cumulonimbus, wolken dus die zich meer in verticale zin ontwikkelen. Allemaal prachtig, maar heb je eenmaal je plan getrokken en ben je op zee met je bootje, dan blijft bij voorkeur alleen nog het nietsende wolkenstaren over. Uren kan ik vanuit de kuip naar het zwerk liggen turen, met alleen het geruis van water en wind om me heen. Ik voel me dan soms tijd- en gewichtloos, één in/met de kosmos. Onbeschrijfelijk mooie ervaringen zijn het!

Iedere dag een paar minuutjes omhoog kijken is goed voor je. Maar leven met je hoofd in de wolken nog beter!

zaterdag, april 14, 2012

beeldentuin in heino/wijhe


Het neo-classicistische 'Paleis aan de Blijmarkt' waarin het Zwolse 'Museum de Fundatie' is gehuisvest, is BAM Utiliteitsbouw momenteel aan het verbouwen en uitbreiden. Daar kunnen we dit jaar dus niet terecht, de verwachting is dat de uitbreiding in december 2012 zal zijn voltooid, we zullen zien. Maar 'Museum de Fundatie' is meer dan alleen de Zwolse vestiging. Sinds 2005 maakt ook 'Kasteel het Nijenhuis' in Heino/Wijhe daar onderdeel vanuit. En sinds eind maart j.l. is daaraan ook nog eens de unieke, uitgebreide en goed beveiligde beeldentuin rond 'Kasteel het Nijenhuis' toegevoegd.

In de siertuin en het bos rond 'Kasteel het Nijenhuis', samen ca. 4,5 hectare groot, hebben we meer dan 75 beelden bekeken van gerenommeerde kunstenaars uit binnen- en buitenland. Beelden afkomstig uit collecties van 'Museum de Fundatie', 'Museum Beelden aan Zee' in Scheveningen en de Provincie Overijssel. Ze vormen samen een boeiende doorsnede van de moderne beeldhouwkunst uit de 20ste en 21ste eeuw. Het is wel te hopen dat de beveiliging voldoet, want bronzen kunstwerken zijn volgens mij nog altijd erg in trek bij criminelen.

De bezichtiging van de beelden van o.a. Zadkine, Appel, van Pallandt, Bronner, Dolz, Müller, van den Toorn, Heringa, van Kalsbeek, Westerhuis en Bolhuis gaf een fikse meerwaarde aan de wandeling door de kasteeltuin, dat afgelopen woensdag sowieso al een genot was met dat prachtige voorjaarsweer.

donderdag, april 12, 2012

eenzaamheid


Tweede paasdag, kinderen over de vloer, gezellig gekeuvel, soul en country van 'The Sound of the South' uit de jaren 1961-1976 op de achtergrond. Ik sta in de keuken te koken, als de telefoon gaat. Jo. neemt op, het gekakel en de muziek gaat even naar piano-niveau. Het telefoongesprek duurt vrij lang, en het wordt nog een beetje stiller in de kamer. Achter het fornuis begin ik me af te vragen wie ze toch aan de lijn heeft, en wat er mogelijk aan de hand kan zijn. Dat werd echter snel duidelijk, ze had H aan de lijn, onze vriend Joop R, 64 jaar oud, heeft een eind aan z'n leven gemaakt!

Amper drie weken geleden hebben we het tijdens ons etentje bij H en M nog zo gezellig gehad. Ik zat naast hem aan tafel, niets aan de hand, enthousiast vertelde hij me over zijn plannen die hij had met het 2e huisje, dat hij onlangs met C in Kevelaer (Dtsl.) had gekocht. Foto's van dat project heeft hij een paar dagen later nog op m'n mail gezet. We hebben het over zeilplannen gehad, over zijn ontwerpen en over zijn schilderijen, die hij in z'n prachtige atelier met uitzicht over de binnenstad maakte. En dat hij binnenkort met C naar Indonesië zou gaan, naar hun zoon en schoondochter die in Jakarta wonen.
Bizar, alle gezellige praatjes ten spijt, maar het lijkt me toch zeer waarschijnlijk dat hij toen ook al met suïcidale plannen moet hebben gelopen! Eenzaamheid heet dit stukje, het is ook de titel van bovenstaand schilderij van de Poolse kunstenares Aldona Stachowska (1958). Hoe eenzaam kan een mens toch zijn temidden van familie en vrienden?

Ik wist van zijn periodieke depressies, daarvoor zocht hij dan professionele hulp, waarna het weer tijden goed ging. Een cyclus waarmee wij, en de andere vrienden van het eetclubje min of meer vertrouwd waren geraakt in de bijna 40 jaar dat we elkaar kennen. Trouwens de laatste jaren ging het volgens Joop zelf steeds beter met hem. Kennelijk allemaal schijn, want hij was toch weer onder behandeling. Door het feit dat hij niet op z'n afspraak is komen opdagen, heeft het AMC aan de bel getrokken. Er werd niet opgenomen, en C zat in Jakarta, die was maar alleen naar Indonesië vertrokken, kennelijk had bij Joop ook de vliegangst de kop weer opgestoken. Zijn schoonzoon heeft hem thuis gevonden, waar hij circa twee dagen eerder al aan een overdosis pillen moet zijn overleden.

Morgen zal de crematieplechtigheid plaatsvinden in de aula van 'De Nieuwe Ooster' in Amsterdam. We zullen er allemaal zijn van het eetclubje. Leven en dood, zijn of niet zijn, gescheiden door slechts een flinterdunne barrière!

dinsdag, april 10, 2012

Filmmuseum EYE


Afgelopen zaterdag hebben we het nieuwe filmmuseum bezocht, de geweldige Eyecatcher aan het IJ, ontworpen door het Oostenrijkse architectenbureau 'Delugan Meissl Associated Architects' (zie ook mijn stukje 'Eyecatcher' van j.l. 31 maart). Een bezoek dat we in alle opzichten meer dan de moeite waard hebben gevonden. En te horen aan de vele opmerkingen om ons heen, vonden wij dat niet alleen. Het eigenstandig, door de Weense architecten ontworpen universum, is nergens mee te vergelijken. Al probeert iedereen dat wel, de één ziet er een grote witte vogel in die neerstrijkt, de ander een schelp en weer een ander een dicht geknepen oog, een Stealth of een haaienbek. Maar over één ding zijn de meesten het wel eens, en dat is dat het in 2,5 jaar tijd verrezen bouwwerk, een markante aanwinst is voor de noordelijke IJoever en de stad Amsterdam.

Het gebouw dijt naar boven toe sterk uit. Die uitkragingen zijn het handelsmerk van Eye. Alles zweeft, alles steekt uit. De grootste oversteek is dertig meter lang en wijst richting de voormalige Shelltoren (architect Arthur Staal, 1966). In die dertig meter bevindt zich de grote filmzaal. Als de zaal maximaal is gevuld (300 man), buigt de constructie zo’n vijf centimeter door, boven de IJpromenade.

Echter over de toegankelijkheid voor de invalide medemens van het nieuwe 'Eye' in Amsterdam is niet iedereen te spreken, las ik. Zelf is het me niet opgevallen, ik heb er eerlijk gezegd ook niet opgelet, maar als valide kan ik me er met al die niveauverschillen wel iets bij voorstellen. En dat de valide medemens ook uit moet kijken om het gebouw niet invalide te verlaten ondervond Jo., toen ze tijdens de afdaling haar enkel verzwikte op de flauwe houten buitentrap naar de hoofdentree. Oorzaak volgens haar, door de wind belemmerden de feestballonnen aan de trapleuning even het zicht op de trap. Kan gebeuren natuurlijk, pijnlijk, maar achteraf bleek het gelukkig enigszins mee te vallen, alhoewel ik uit ervaring weet dat ze er toch best een tijdje last van zal houden. Met deze omissies heb ik denk ik de negatieve aspecten van ons bezoek wel belicht. Voor de rest hebben we erg genoten van de tentoonstelling 'Found Footage Cinema Exposed'



En van het restaurant met dat fenomenale uitzicht op de stad, en de film 'Mijn avonturen door V. Swchwrm', onder regie van Froukje Tan naar het gelijknamige jeugdboek uit 1998 van Toon Tellegen. Met Georgina Verbaan, Hans Dagelet, Dennis Reinsma, René van 't Hof en Marjan Luif.
Een aardige Nederlandstalige familiefilm waarin de negenjarige jongen V. Swchwrm de stiekeme droom heeft om een groots schrijver te worden. Hij wil schrijver worden. Niet 'zomaar' een schrijver, maar een Schrijver van Ongewone Boeken. Boeken Waar Mensen van Omvallen. Dat doet hij in het geheim, alleen zijn grootvader weet het. Want als je zoiets hardop zegt, word je het juist niet. Met zijn schrijfsels wil hij in de gunst raken van niemand minder dan de Koningin, die qua leed toch wel wat gewend is. Alleen de eerste zin, die alles zegt, die heeft hij nog niet gevonden. Na afloop van de film konden kinderen in de zaal vragen stellen aan cast & crew die lijfelijk aanwezig was.

Toen ik de grote filmzaal zo vol zag lopen, moest ik wel even denken aan de doorbuigende constructie zo hoog boven het maaiveld. Ze zullen het toch wel goed berekend hebben? En ja, verder hebben we in en om de prachtige filmtempel aan het IJ natuurlijk erg genoten van de sprankelende architectuur van zowel het in- als exterieur.

Rond een uur of vijf zaten we in Weesp gezellig te borrelen bij onze vrienden A en C, die ons voor een etentje hadden uitgenodigd. Tot onze verrassing hadden ze een tafel gereserveerd in restaurant 'Acquavite' in Naarden-Vesting. Een eetgelegenheid gevestigd in het unieke oude Promers Bastion aan het Adriaan Dortsmanplein. We hebben daar lekker gegeten en over van alles en nogwat zitten kletsen. Een betere afsluiting van de dag hadden we zelf niet kunnen bedenken.


woensdag, april 04, 2012

metamorfose


Nou ja, metamorfose is misschien wel wat sterk uitgedrukt, het is meer de totale sfeerverandering die me overviel. Aan de buitenkant is behalve de naamswijziging niet veel veranderd, Swing is SARTORIUS geworden, al moest ik daar toch ook wel even aan wennen. Maar binnen was de verandering prominenter, alle kussens in zowel de kajuit als in de beide slaaphutten waren vervangen of in ieder geval opnieuw bekleed met een donker rode stof. Daarop her en der grote kussens met een witte lamswollen/angora bekledingsstof. De nieuwe eigenaar heeft de mij zo vertrouwde sfeer in de kajuit radicaal om zeep geholpen. Terecht natuurlijk, je eigen stempel drukken, ik zou het ook gedaan hebben. Maar toch, het voelde nu meer nog dan in november j.l. (zie m'n stukje 'verkocht' van 27/11'11) als een definitief afscheid. De Swing is niet meer, en dat is goed zo!

De nieuwe eigenaar had mij gevraagd om een oogje in het zeil te houden tijdens de maststrijkoperatie. Oorzaak, de Raytheon ST60 windset die volgens het tussen ons beiden afgesloten koopcontract goed moest functioneren, liet het na diverse inspecties nog steeds afweten. Uiteindelijk is besloten een nieuwe draad door de mast te trekken. Aldus geschiedde, het was een heel gedoe voordat het spul op de kade lag. De enige keer dat ik de Swing zonder mast heb gezien, was tijdens de aankoopperiode in mei 1999, toen het scheepje net uit Amerika was geïmporteerd, en per vrachtschip resp. dieplader naar de werf in Lelystad was gebracht. Een zeilschip zonder mast en tuigage ziet er ook niet uit, ook dat gaf afstand. Maar gelukkig heeft de operatie zin gehad, het kostte me een paar duiten maar de windmeter functioneerd nu eindelijk weer naar behoren. Vanaf nu kan het boek 'Swing en de nazorg' hopelijk definitief gesloten blijven.

Komend Paasweekend vertrekt de eigenaar met de SARTORIUS eindelijk uit de verkoophaven in Zeewolde, en varen ze naar hun eigen domicilie in het plassengebied nabij Nederhorst den Berg.

(p.s. Hoe bedenk je een naam voor je nieuwe schip?
Een muzikant of iemand die van muziek houdt zoekt z'n inspiratie in één of andere muziekvorm, bijvoorbeeld Swing, zo kan ik me voorstellen dat in dit opzicht een fysiotherapeut z'n creativiteit ontleent aan de vele aspecten die het menselijk lichaam bevat, bijvoorbeeld de SARTORIUS.
De musculus sartorius wordt ook wel de kleermakerspier genoemd. Het is een lange slanke spier aan de voorzijde van de Femur, het dijbeen. Het is de langste spier in het menselijk lichaam.)


maandag, april 02, 2012

Concert in Abcoude


Op uitnodiging van m'n Leidse brother and sister-in-law J en I hebben we gisteren een concert bijgewoond in Abcoude. Alwaar koor 'Vaucluse Vocaal', waarin J en I een vocale bijdrage leveren in respectievelijk de bas- en sopraansectie, acte de présence gaf in de HH. Cosmas en Damianuskerk. De driebeukige neogotische kruisbasiliek, in de jaren tachtig van de 19e eeuw gebouwd naar een ontwerp van architect Alfred Tepe (1840-1920) zat praktisch vol. Opmerkelijk vond ik de ruimteakoestiek in deze fraaie kerk, die was gewoon perfect voor deze gelegenheid.

Koor 'Vaucluse Vocaal' bestaat uit een groep Nederlandse amateurzangers met een liefde voor de regio Vaucluse in de Provence. Maar ook een vriendengroep met passie voor de zangkunst. In de herfst van 2010 hebben ze met z'n twintigen een zang-vakantieweek georganiseerd in Roaix, een dorpje in de Vaucluse waar ze een huis ter beschikking hadden. Het resultaat van een week zingen met elkaar onder de bezielende leiding van René Linnenbank, een daar woonachtige professional, was verrassend goed. En al snel verzorgden ze daar in een kerkje in de buurt een concertuitvoering. Enthousiast werden er vervolgens afspraken gemaakt voor het jaar daarop. En zo kon het gebeuren dat het koor op 22 oktober 2011, de 200ste geboortedag van Franz Liszt, de 'Via Crucis' ten gehore bracht in de Kathedraal van Vaison La Romaine m.m.v. de Française Catherine Sternis die het orgel bespeelde.



Een compositie van Franz Liszt (1811-1886) die gisteren op Palmzondag natuurlijk niet achterwege kon blijven. 'Via Crucis' is gewijd aan de 14 kruiswegstaties. Bij iedere statie hoort een muzikaal solo- of koorstuk dan wel een orgelwerk. Het is het ultieme begin van de Goede Week. Verder stonden er gelukkig ook nog wel andere stukken op het programma t.w. 'Sicut cervus' van Giovanni da Palestrina (ca. 1524-1596); 'Ave Verum' van William Byrd (ca. 1543-1623); 'Salve Regina' van Franz Liszt; 'Mariengarten' van Franz Liszt; 'Ave Maria' van Felix Mendelssohn (1809-1847) en 'Pater Noster' wederom van Franz Liszt.

Het concert duurde alles bij elkaar genomen ruim vijf kwartier, waarvan 'Via Crucis' ongeveer de helft in beslag nam. Mooi, zeker, toch betrapte ik mezelf op momenten van verveling en desinteresse. Kennelijk toch teveel droevige muziek gehoord de laatste tijd, je kan geen radio of tv aanzetten of je hoord wel weer een passion. Ik wil even geen mineur meer, ik wil majeur! Wat dat betreft ben ik wel blij dat we in het weekend op het feestje van m'n oudste dochter en haar vriend ook nog andere muziek hebben gehoord. En dat we bovendien over een klein weekje het feest van de opstanding kunnen vieren. Einde veertigdagen- of passietijd, een hele opluchting, of je er nou in gelooft of niet!