zaterdag, april 25, 2009

Kranenburgh



Jan Adriaanszoon Leeghwater schijnt in zijn tijd (1575-1650) De Rijp 'het beste dorp van Holland' te hebben genoemd. Of hij daar destijds gelijk in had is moeilijk te beoordelen. Een feit is dat het huidige dorp nabij De Beemster, ondanks de vele geparkeerde auto's in dit kleinschalige gebiedje, nog een plaatje is om te zien. De smalle straatjes en de weelderig geornamenteerde zeventiende eeuwse huizen aan de Tuingracht, velen als gevolg van de slappe veenbodem opgetrokken in hout, maakte dat we onze wandeling beleefde als een verrassende stap terug in de geschiedenis.
De lange wachttijd op het terras van 'Het Wapen van Munster' was even een dompertje. De vertraging door de ongelukkige bediening van een chagrijnige en overspannen serveerster die alles in d'r eentje moest doen, stond enerzijds misschien symbolisch voor de tred in dit 17de eeuwse dorp, maar was anderzijds jammer genoeg eigentijds en bovenal irritant!

Daar stond weer tegenover, dat de tocht door het zonnige landschap van de Beemster en de Schermer naar Bergen, het overbekende kunstenaarsdorp nabij de geestgronden, natuurlijk een verademing was met dit fraaie weer. Zoals voor Leeghwater De Rijp het beste dorp van Holland was, is voor mij Noord Holland één van de mooiste of misschien wel mooiste provincies van Nederland. Het immense zwerk, de ruimte daaronder, de dijken en niveau verschillen in het landschap, de poldermolens, sloten, vaarten en tochten, de klein schaligheid van de oude stadjes en dorpen om de drooggelegde plassen, prachtig allemaal!

In Bergen staat sinds april 1993 museum 'Kranenburgh', een klein museum dat zich behalve op eigentijdse kunst ook concentreert op de expressionistische kunstuitingen uit periode van de Bergense School (1915-1925).
Met ons eerste bezoek aan dit museum dat dus al 16 jaar bestaat, hebben we een overzichtstentoonstelling van dichter en beeldend kunstenaar Christiaan Johannes van Geel (1917-1974) gezien, genaamd 'Het mooiste leeft in doodsgevaar'. Op deze bijzondere tentoonstelling werden veel gedichten gepresenteerd 'Ik leef om iets af te maken maar de variaties zijn eindeloos' of 'Ik ben in beesten opgesomd, om weerklank die op vleugels gaat. Geen rust is ooit geheel voltooid, dan die niet afziet van de vlucht' om er maar een paar te noemen. Maar ook héél veel Actions Surréalistes en tekeningen, de malle billenvogel bijvoorbeeld, simpel maar knap gevonden vind ik, en verder veel foto's van allerlei objecten, brieven, handschriften en bijzondere uitgaven. Opvallend vond ik het formaat van de meeste kunstwerken, wonderlijke kleine prentjes, veelal niet groter dan ongeveer 15cm in het vierkant. Een groot deel van zijn werk schijnt te zijn verbrand toen zijn huis in Groet in 1972 in vlammen opging.

We sloten ons bezoek aan museum Kranenburgh af met een wandeling door de beeldentuin rondom het gebouw, met diverse beelden van kunstenaars als Nico van Stralen, Ingrid Opstelten, Lies van der Sluis, Henk van den Idsert en Lucebert. Toen ik het beeld van Lucebert zag, schoot mij de regel 'Alles van waarde is weerloos' te binnen uit zijn gedicht 'De zeer oude zingt' uit 1974, en zag ik ineens de parrallel met 'Het mooiste leeft in doodsgevaar' van tijdgenoot van Geel!

woensdag, april 22, 2009

watercolour painters



Elkaar de loef afsteken met slimme computerspelletjes is geloof ik wel hun grote passie. En volgens mij zijn de mannetjes daar zo langzamerhand benijdenswaardig goed in geworden. Maar bij tijd en wijle zijn Thijs en Mink toch ook wel te porren voor iets anders, bijvoorbeeld tekenen of schilderen. Zo ook deze keer, en geholpen door het mooie weer kregen we ze zelfs zover, dat ze ervoor naar buiten kwamen.

Grote vellen papier en kwasten maar! In een behoorlijk pittig tempo passeerden van allerlei onderwerpen de revue. De ene keer werden aspecten binnen het thema wonen in beeld gebracht, en de andere keer werden alle facetten van het weer vorm gegeven. Aanvankelijk werd aan de uitwerking van de thema's nogal wat tijd besteed, maar geleidelijk aan werden de uitwerkingen slordiger. De inspiratie was tanende, en vrijwel ongemerkt was kwantiteit vóór kwaliteit kennelijk het motto geworden. En toen de koek uiteindelijk helemaal op was, werden de best geslaagde werkstukken nog even breed uitgemeten ter bezichtiging en evaluatie op de stoep uitgestald.



Fascinerend te zien, hoe de mannetjes werden gebiologeerd door mieren, onweersbeestjes en ander klein gekriebel. Maar ja, hoe kan het ook haast anders, op hun Amsterdamse bovenwoning zijn ze uiteraard weinig meer gewend dan een matig dynamische biotoop. Het bekijken, afschudden of pletten van de kleine kruipers hield ze een poosje actief bezig. Overigens zou ik er mijn handen niet voor in het vuur durven steken, dat ze de voor hun moeder bestemde prenten uiteindelijk kriebelvrij hebben opgerold.

zaterdag, april 18, 2009

Noord Holland



De koffie met appelgebak in 'de Koekfabriek' in Zaandam ging er bij ons drieën in als de spreekwoordelijke koek. De Koekfabriek is een aardig cafe-restaurant met een terras aan de Zaan dat is gehuisvest in een gedeelte van de oude Verkadefabriek. Het is een parel in het huidige Zaanoeverproject en een mooi voorbeeld van hergebruik van oude industriële gebouwen.
Vandaar ging het verder naar Spanbroek, naar het 'Scheringa Museum voor Realisme' dat is gevestigd in een oud verbouwd schoolgebouw aldaar. Als alles volgens plan verloopt, zullen ze eind volgend jaar zijn verhuist naar het nieuwe museumgebouw dat een eindje verderop in aanbouw is. Met een door HR geregelde bouwhelm op, hebben we de vorderingen in de bouw naar het ontwerp van Herman Zeinstra van DOK Architecten uit A'dam, ook van dichtbij nog even goed kunnen bekijken.

Het 'Scheringa Museum voor Realisme' (voorheen Frisia Museum) is een initiatief van het echtpaar Scheringa-De Vries, behalve van de DSB bank en voetbalclub AZ ook liefhebbers en verzamelaars van magisch realisme. Tot de kerncollectie behoren werken van kunstenaars als Carel Willink, Pyke Koch, Wim Schuhmacher, Raoul Hynckes en Dick Ket. Maar inmiddels zijn daar een drietal deelcollecties aan toegevoegd t.w. Het realisme in Nederland tijdens het interbellum (werk van o.a. Jan Mankes, Charley Toorop, Edgar Fernhout en Jan van Tongeren) Het interbellum realisme internationaal (werk van o.a. Giorgio de Chirico, Tamara de Lempicka (zie inzet collage 'la Musicienne' uit 1929), René Magritte, Paul Delvaux en Salvador Dali) en het naoorlogse realisme (werk van o.a. Lucian Freud en Marlene Dumas)

Buiten de genoemde vaste collecties was er ook nog een overzichtstentoonstelling van de Duitse kunstschilder Hermann Markard (1926) te zien. Magisch realistische kunstwerken hebben mij tot op heden zelden of nooit kunnen beroeren laat staan ontroeren, integendeel! Maar alles wat ik in deze tot nu toe gezien heb, is prachtig vergeleken bij de macabere griezelschilderijen van de bejaarde Hermann Markard. Ik was blij dat ik weer buiten stond op een gegeven moment, die schilderijen hoef ik nooit meer te zien!

Via Groet, waar in het weiland tegen de duinen aan sinds de jaren dertig een door architect Ben Merkelbach ontworpen zomerhuis staat, eigendom van onze gezamelijke bekende TD, ging de reis verder door het duinbos naar het prachtige kunstenaarsdorp Bergen.
Na eerst een paar bitterballen en een wijntje in het 'Het huis met de pilaren' te hebben genuttigd, trokken we met de gids in de hand te voet verder door het dorp.
Ons doel was Park Meerwijk, circa 15 bezienswaardige villa's in 1915 als totaalplan ontworpen door jonge architecten van de Amsterdamse School t.w. G.F.La Croix, P.L. Kramer, J.F. Staal, M. Kropholler en C.J. Blaauw.
Park Meerwijk is één van de meest bijzondere projecten uit de Nederlandse architectuurgeschiedenis, het is destijds gebouwd om het kunstzinnige imago van Bergen te benadrukken.

Toen we ook dat gezien hadden, vonden we het wel mooi geweest. Van al het voedsel voor de geest vandaag, was onze maag een beetje gaan knorren. Hoogtijd dus om daar maar eens wat zorg aan te besteden, derhalve op naar Paviljoen Zeezicht in Castricum aan Zee. De slibtongetjes en lamsboutjes aldaar lieten we ons goed smaken! En met een pikketanisje binnen handbereik, hebben we daarna nog een poosje heel genoeglijk naar de zee zitten staren en naar de langzaam achter de kim verdwijnende zon.

Gisteren, een dagje Noord Holland samen met HR en JZ, oude makkers in kunst en architectuur. Als vanouds maar altijd weer bijzonder!

woensdag, april 15, 2009

Zwerven



Eigenlijk was het beter weer voor een terrasje dan voor een film in de Catharinakapel. Toch kozen we gistermiddag voor het laatste. 'Into the Wild' een film uit 2007, 140 minuten lang, geregiseerd door Sean Penn en gebaseerd op het gelijknamige boek van Jon Krakauer. Deze schreef het boek in 1996 n.a.v. de gevonden dagboekaantekeningen in 1992 van de jonge zwerver en avonturier Christopher Johnson (Chris) McCandless (1968-1992).

Bij tijd en wijle wil ik ook wel eens vluchten en gaan zwerven, en wie niet eigenlijk? Weg met mijn zeilbootje, in m'n eentje voor lange tijd de zee op! Weg uit deze opgewonden maatschappij met z'n blauwe brieven, betuttelingen en voorgeprogrammeerde denkbeelden, weg van het gezeik van alledag.
En toch doe ik het niet! Waarom eigenlijk niet? Waarschijnlijk omdat ik het, als het puntje bij het paaltje komt, in m'n eentje althans niet echt wil. Omdat ik toch teveel hecht aan mijn naasten en mijn vrienden, ik vind het uiteindelijk wel gezellig zo. En gelukkige momenten met iemand delen is ook leuker dan ze in je eentje te beleven!


Maar de jonge Chris McCandless (in de film gespeeld door Emile Hirsch) had daar allemaal geen boodschap aan. Hij hield zijn aangepaste leventje voor gezien, toen hij in 1990, op 23 jarige leeftijd aan de Emory University cum laude was afgestudeerd in geschiedenis en culturele antropologie. Al zijn spaargeld gaf hij weg aan een goed doel, en zonder afscheid te nemen van zijn ouders waar hij een nogal complexe relatie mee had, en zijn enige zus, vertrok hij. Aanvankelijk nog in z'n oude auto, maar al snel zwierf hij lopend en liftend door de Verenigde Staten onder z'n nieuwe zelfgekozen naam Alexander Supertramp.



Prachtige mensen komt hij tegen onderweg, maar hij hecht zich aan niemand. Zijn enige doel is alleen te zijn in de ongerepte wildernis van Alaska. Uiteindelijk komt hij daar dan ook terecht, en vind hij een onderkomen in een oude roestige bus die daar ergens staat als vluchtonderkomen voor jagers. Het gaat een tijdje goed met hem daar, maar van de mooie ongerepte natuur alleen kan je niet leven, en al helemaal niet zonder ervaring. Gelijdelijk aan raakt hij dan ook ondervoed en verzwakt, om zijn broek nog op te houden moet hij zijn riem steeds meer innemen. Na een hoop getob besluit hij terug tegaan naar de bewoonde wereld en (mogelijk) zijn familie. Maar als hij dan zijn weg versperd vind door de gezwollen wild kolkende rivier, gaat hij maar weer terug naar zijn bus. Hij gaat erbij liggen, koortsige visioenen, en voordat hij in coma raakt, ziet hij in trance de voortjakkerende wolken door het dakraam langzaam veranderen in een rondwervelend spiraalvormig gat in het zwerk, alles komt bijeen en wordt hem duidelijk. Maar jammergenoeg wel te laat!

Chris McCandless heeft zijn jeugdige onbezonnenheid met de dood moeten bekopen. Een aantal weken later werd zijn stoffelijk overschot in de bus door jagers gevonden.

dinsdag, april 14, 2009

Oterdum



Op zoek naar een plek op de zeedijk bij Delfzijl om de 'Poolster' te zien aankomen op de Eems, ontdekten we bij toeval het monument 'Dorp Oterdum'. Ik had er nog nooit van gehoord maar Oterdum, een klein dorpje, lag vroeger aan de zeedijk tussen Delfzijl en Termunten.

Het op deltahoogte brengen van de zeedijk in de jaren zeventig van de vorige eeuw las ik, bracht noodgedwongen met zich mee dat het kerkje van Oterdum, dat net even boven de dijk uitstak, van de aardbodem verdween. De doden die er sinds eeuwen rond het kerkje begraven lagen, hoefden echter niet van rustplaats te veranderen. Nadat de grafstenen waren verwijderd, is de nieuwe dijk over het kerkhofje gelegd. Daarna zijn de grafstenen onder leiding van Provinciale Waterstaat van Groningen zorgvuldig weer op de oude plaatsen teruggezet. Het is de laatste herinnering aan het dorpje Oterdum, dat in z'n bloeitijd ruim 200 inwoners telde, voornamelijk landbouwers. Zo, dat weten we dus ook weer, en als je nog meer over Oterdum wilt weten kun je ook nog op www.oterdum.com terecht!

Goed, staande op de zeedijk dus, tussen de eeuwen oude grafmonumenten, zagen we in de verte op de Eems een wit stipje aankomen. Wat ben je toch nietig in deze immense ruimte, en al helemaal met gestreken mast. We zien echter niks anders op die grote vlakte, het moet de 'Poolster' dus wel zijn. Toen ze even later de hoek om kwamen om het Zeehavenkanaal in te varen wisten we het helemaal zeker, de overwintering in Carolinensiel was nu dan toch echt teneinde. Terug op Nederlandse wateren gaan er eindelijk leukere dingen gebeuren met de prachtige Lemsteraak van de familie S. Straks in Lemmer nog even een poosje schuren en lakken, maar dat hoort erbij. Dat is peanuts vergeleken bij de lange zomer die er aan zit te komen met hopenlijk heel veel mooi zeilweer.



Op het Eemskanaal, aan de binnenzijde van de de grote sluis, hebben we de thuiskomst feestelijk met champagne en een chinese maaltijd gevierd!

vrijdag, april 10, 2009

Voetbal



Daan! De hele dag liep ie al rond te banjeren in trainingspak, keepershandschoenen en voetbalschoenen. Kennelijk om al vast een beetje in de sfeer te komen voor de voetbalwedstrijd FC Zwolle-TOP Oss, waar we 's avonds met z'n tweeën naar toe zouden gaan. Heel aandoenlijk, het kostte hem volgens mij nog moeite om z'n keepershandschoenen tijdens het eten even af te leggen. Maar eindelijk was het dan toch zover, en waren we met z'n tweetjes in de auto onderweg naar Zwolle. Zichtbaar genoot hij van het telefoontje onderweg van z'n ouders, die hem vanuit de 'Poolster' in de haven van het Duitse waddeneiland Norderney, nog even een hart onder de riem staken.

Volgens onze tickets moesten we naar rij 11, stoel 2 en 3 in vak 24 van de Klaas Drost Tribune. Om daar te komen moesten we via ingang F het stadion in. Vanaf de parkeerplaats gezien helemaal omlopen dus. De veel kortere weg via ingang E en vak 23 was natuurlijk geen optie, want daar zaten de supporters van de tegenpartij!

Voor de eerste keer in m'n leven zat ik in een voetbalstadion! Op TV kijk ik soms wel naar voetbalwedstrijden van de Champions League, Europacup of de Uefacup, maar meer ook niet. Ik ben nooit zo'n voetballer geweest. Voetbalwedstrijden in het professionele clubcirquit van Nederland bekijk ik zelden of nooit op TV. Maar goed, nu dus live in het voetbalstadion FC Zwolle tegen TOP Oss, samen met m'n kleinzoon Daan, keeper in spé. Een bijzondere en sfeervolle ervaring!



Omdat beide ploegen de punten in de competitie al op zak hadden, konden ze vrijuit spelen tegen elkaar. Mede daardoor en de goede sfeer in het stadion mag je dan toch een vermakelijke wedstrijd verwachten, maar dat viel een beetje tegen vond ik. Om nou te zeggen dat ik het ronduit sloom voetbal vond gaat te ver, maar veel scheelde het niet. Voor de rust hadden de Ossenaren het een beetje voor het zeggen en na de rust de Zwollenaren. Toen de laatsten vlak voor het einde toch nog een doelpunt wisten te scoren, werd die onder hevig protest van Daan afgekeurd wegens buitenspel.
En daarmee bleef de uitkomst steken op 0-0 gelijkspel.

Onderweg naar huis hadden we nog een hevige discussie over het afgekeurde doelpunt. Het is en blijft me nog steeds een raadsel hoe Daan nou zo zeker kon weten dat het een foute beslissing was van de scheidsrechter. We zaten aan de kopkant van het veld, dus achter het doel. Het bewuste doelpunt werd gemaakt in het andere doel, aan de overkant van het veld dus. Vanuit onze positie kon ik onmogelijk buitenspel waarnemen, maar Daan wel, en dat is nog eens knap!

woensdag, april 08, 2009

Bostoren



Sinds zaterdag 4 april j.l. kan je op 'Landgoed Schovenhorst' in Putten de bomen vanaf de bovenkant bekijken. Je moet er wel een stevige klimpartij voor over hebben, maar dan is het resultaat er ook naar. Vanaf de daktuin bovenop de Bostoren, die een hoogte heeft van ca. 40 meter, heb je een prachtig uitzicht over de Veluwe!

De beklimming van de toren is door zijn vormgeving al een beleving apart. Het ene moment klim je binnen in de staalconstructie van de toren omhoog, in de kern zal ik maar zeggen, en het andere moment bemerk je dat je met trap en al aan de buitenkant van de toren bent aanbeland, en als het ware in de lucht zweeft. Even bespeurde ik bij mijzelf een moment van vrees en wantrouwen in de constructie, toen ik op ca. 30 meter boven de grond een daar gespannen klimnet bekeek. Maar toen ik me na enig getreuzel toch maar op het net begaf, was het vertrouwen in de constructie al snel weer op peil.

De bostoren, ontworpen door Bjarne Mastenbroek (1964) van het architectenbureau SeARCH uit Amsterdam, is niet alleen een mooie toren, maar naar mijn gevoel ook een ontzettend solide toren. De stalen toren met een kern van 4,5 bij 4,5 meter is samengesteld uit 3 delen die opgeteld een totale hoogte hebben van 38 meter. Het platform boven op de toren heeft een diameter van 17 meter en is 4 meter hoog. Dit platform dat helemaal op de grond is klaar gemaakt, inclusief ingebouwde betonnen bakken en grond voor bomen en struiken, weegt ongeveer 500 ton. Omdat er door o.a. de beperkte ruimte in het bos, niet met een bouwkraan kon worden gewerkt, is het platform met de hele santenkraam erin middels hydraulische vijzels naar een niveau van 38 meter boven maaiveld getilt. Een vak apart en een behoorlijk tijdrovend klusje!



Vroeger was 'Landgoed Schovenhorst' voor het publiek een verboden gebied. Maar daar trok ik me meestal niets van aan. Samen met mijn kleine kinderen liep ik daar regelmatig rond te struinen en naar tamme kastanjes te zoeken. Maar de keer dat we daar door een boze boswachter zijn weggestuurd staat me ook nog helder voor de geest!
Het ietwat verpauperde, maar o zo schilderachtige landgoed van toen, ziet er nu gelikt uit. De zelfs door Europese ontwikkelingsfondsen gefinancierde opknapbeurt heeft het gebied een heel ander aanzien gegeven.
Nu moet je overal voor betalen, maar daar heb je dan ook wat voor. Om maar iets te noemen, een parkeerplaats en een theepaviljoen, goed onderhouden wandelpaden met bewegwijzering, opgepimpte bomen, kunstwerken en verlichting, een streekhistorisch museum en een speelbos voor kinderen, en natuurlijk niet te vergeten de alom geprezen Bostoren!

Allemaal mooi, toch dacht ik vanmorgen toen ik er liep met enige weemoed aan het vroegere 'Landgoed Schovenhorst' terug. Waar je toen dan wel niet mocht komen, maar dat maakte het verpauperde en verwilderde landgoed juist geheimzinnig en des te spannender!

dinsdag, april 07, 2009

IJsseldelta



In een tijdschrift las ik onlangs, dat gezien de klimaatontwikkelingen in de wereld overstromingsbestendig bouwen het bouwen van de toekomst is! Door de bebouwing aan te passen aan het gebied in plaats van het gebied aan te passen aan de bebouwing, creëer je nieuwe kansen.
Ons landje kent een behoorlijk aantal locaties die voor een dergelijke benadering in aanmerking komen. De IJsseldelta is bijvoorbeeld zo'n locatie, en gezien de oude terp-boerderijen (in zekere zin ook een vorm van overstromingsbestendig bouwen) in dit gebied, is dit al eeuwen zo.

Maar de problemen worden groter, behalve overstromingsbestendig bouwen zullen we toch ook aan de structuur van de omgeving moeten blijven sleutelen. In de huidige discussies gaat het KNMI uit van een zeespiegelstijging van 35 tot 85 centimeter in deze eeuw, maar méér is zeker niet uitgesloten. Beleidsmakers houden daar in ieder geval ernstig rekening mee! Door het lagere verval kunnen de rivieren het water minder snel direct in zee lozen, en zal de lozing snel en adequaat ter voorkoming van al te grote overstromingen in midden- en west Nederland, via de tussenopslagplaats het IJsselmeer moeten plaatsvinden.

Tussenopslagplaats-tussenoplossing, beanstigend eigenlijk! Ik zal het zo goed als zeker niet mee maken, maar naar de verwachting van het KNMI en o.a. het MNP (Natuur en Milieu Planbureau) wordt de afvoer van onze rivieren bij een zeespiegelstijging van anderhalve meter zo problematisch, dat mede door het stijgende grondwater onder druk van de hogere zeespiegel, deze moeilijk beheersbaar zullen worden.

Om het één en ander in onze termijn toch enigszins beheersbaar te krijgen en te houden, zal enthousiast baggerwerk in combinatie met een z.g. bypass tussen de IJssel en het Drontermeer nabij Kampen, moeten zorgen voor een snelle afvoer van grote hoeveelheden extra Rijnwater (ca. 16.000 m3 per sec.) richting het IJsselmeer.

Boeiend, al die ontwikkelingen in en om dit prachtige gebied dat IJsseldelta heet! Buiten de geplande bypass, zijn ze momenteel volop bezig met de aanleg van de spoorlijn Lelystad-Zwolle de z.g. Hanzelijn. Het zanderige dijklichaam dwars door de vlakke polder met de bijbehorende kunstwerken is nu al karakteristiek. Waar je ook kijkt in dit gebied, overal wordt gewerkt. Her en der wordt er gebaggerd, er worden dijken aangelegd of opgehoogd en nieuwe wegen, tunnels, viaducten en bruggen zie je verschijnen.

Een terechte anticipatie op de toekomstige ontwikkelingen, die men in dit gebied verwacht, lijkt mij. Alleen moeten ze straks niet vergeten, hier ook te investeren in overstromingsbestendig bouwen!