maandag, februari 27, 2017

Transfiguraties in Harderwijk.


Gedachten bij een maandagochtendwandeling in Harderwijk.
Een wandeling over de boulevard van Harderwijk is vaak een twijfelachtig genoegen. Honderden geparkeerde auto's vertroebelen bij mooi weer en hoogtijdagen het beeld op de oude binnenstad, en het vele verkeer en de kermisachtige heisa maakt het er niet beter op. Maar dat is binnen afzienbare termijn verleden tijd, of eigenlijk nu al. Een wandeling over de boulevard zal straks dankzij het ambitieuze Waterfront project een groot genoegen zijn. Momenteel is de boulevard tot één groot bouwterrein getransformeerd, maar als straks het water van de nieuwe Stadshaven tegen de kademuren zal klotsen, heeft het aanzien van de Harderwijkse binnenstad een in alle opzichten prachtige metamorfose ondergaan. De oude binnenstad grenst dan praktisch aan het water en de boulevard zal veelmeer een gezellige flaneerpromenade zijn!

zondag, februari 26, 2017

Putten: langs 'Villa Kakelbont'


De twee eeuwenoude beuken aan de Groevenbeeklaan, schuin tegenover 'Villa Oud Groevenbeek' staan er niet meer. De prachtige bomen, die ik vroeger samen met mijn kinderen menigmaal heb getekend, hebben een aantal jaren geleden het loodje gelegd. Op precies dezelfde plek hebben ze twee jonge beuken gepland, prachtig, maar voorlopig zal het nog wel een paar honderd jaar duren voordat ze net zoveel respect afdwingen als de oudjes. 'Villa Kakelbont' noemden we het prachtige Jugendstil landhuis steevast, naar het huis van Pippi Langkous, de serie die destijds op tv te zien was. We fantaseerden er wat af als we daar liepen. Nostalgie van weleer die ik onlangs weer even beleefde tijdens een wandeling daar.

Landgoed 'Oud Groevenbeek'
Landgoed 'Oud Groevenbeek' gelegen tussen Putten en Ermelo ontleent zijn naam aan een spreng, die op het landgoed ontspringt. Op het 224 hectare grote landgoed van Natuurmonumenten, de huidige eigenaar, staan een villa in Jugendstil of Art Nouveaustijl uit 1904, een boerderij uit 1870, een tuinmanswoning uit 1905, een wijngaard met een kas, een watertoren en enkele bijgebouwen. 'Villa Oud Groevenbeek' is destijds in opdracht van de familie van Schermbeek ontworpen door de Harderwijkse architecten L.A. van Essen en J. van Zeggeren. De watertoren uit 1912 werd gebouwd op een kunstmatige heuvel en heeft tot 1950 dienst gedaan. In 1994 is de toren gerestaureerd, en sindsdien huisvesten de kelders van de toren verschillende soorten vleermuizen. De tuinen van het landhuis gaan over in bossen waar beuken, eiken, dennen, en lariksen staan. Het gebied is rijk qua fauna, er komen o.m. reeën, wilde zwijnen, vossen, dassen, spechten en ijsvogels voor. Op 'Oud Groevenbeek' ligt een netwerk van paden waarover je naar het landhuis, de Volenbeek, de sprengkop en de grafheuvels op de Groevenbeekse heide kan wandelen. De karakteristieke villa, een Rijksmonument, is een aantal jaren geleden met respect voor de originele details verbouwd en gerenoveerd en herbergt nu vijf stijlvolle, royale vakantiesuites. Zo blijft 'Villa Kakelbont', Jugendstil op de Veluwe, voor ons allen behouden.

donderdag, februari 23, 2017

over de kunst van de trekkers


In het Drents Museum in Assen hebben we onlangs drie tentoonstellingen gezien. De 'stillevens' van Arnout van Albada en de 'dode dieren' van Adriana van Zoest waren prachtig geschilderd, maar hadden we evengoed vrij snel gezien. We kwamen deze keer primair voor de expositie van een groep Russische schilders met de geuzennaam 'Peredvizhniki', het Russisch voor zwervers of trekkers. Een 19de-eeuwse kunstenaarsgroep waartoe grote schilders als Ilja Repin, Valentin Serov, Konstantin Makovsky en vele andere kunstenaars die moeilijke onderwerpen als sociaal onrecht en honger in hun werk aan de kaak durfden te stellen. Hun sociaalkritische schilderijen waren controversieel en werden een wapen in het debat over sociale hervormingen. Met een helder en fris kleurgebruik werd het harde dagelijks bestaan in al zijn facetten tot kunst verheven. De schilderijen van de 'Peredvizhniki' in Assen worden in grote lijnen aan de hand van vijf thema's getoond t.w. armoede en onrust, verhalen van het volk, een nieuw landschap, op zoek naar de ziel en een eigen geschiedenis.

Eén van de mooiste, zo niet het mooiste schilderij van de expositie, vind ik de 'Wolgaslepers'. Een groep mannen sleept een boot door het water van de rivier. In de kunst van de Peredvizhniki staat de gewone of zelfs straatarme Rus centraal, zo ook op dit schilderij. Ilya Repin (1844-1930) is voor dit schilderij twee zomers lang opgetrokken met 'Wolgaslepers' om ze vast te leggen. Voor die tijd ongebruikelijk, want doorgaans kregen de schilders destijds hun opdrachten van de staat. In 1873, na drie jaar werken, had Repin het schilderij klaar. Het wordt ook wel de 'Nachtwacht van Rusland' genoemd. Het symboliseert de armoede en slechte leefomstandigheden in het Rusland van die tijd. Een groot, imponerend en realistisch schilderij.



Een ander zeer opvallend schilderij is de 'Kusceremonie' uit 1895 van Konstatin Makovsky (1839-1915). Het is met een afmeting van ongeveer vijf bij drie meter het grootste doek van de tentoonstelling. De 'Kusceremonie' is een volksverhaal, het vertelt het verhaal van vorst Serebriany, die vermoedt dat zijn vrouw een geheime verhouding heeft. Op een feest liet hij alle mannelijke gasten de hand van zijn echtgenote kussen. Degene die zenuwachtig werd, was volgens Serebriany de geheime minnaar.

Het portret van 'Graaf Feliks Feliksovich Sumarokov-Elston' uit 1903 is in meerdere opzichten bijzonder. De Peredvizhniki blonken uit in hun portretten. De Russische portretkunst bestond in die tijd uit afbeeldingen van iconen met heiligen en statische schilderijen van aristocraten. De Peredvizhniki sloegen een andere weg in en lieten mensen zien zoals ze waren. 'Graaf Feliks' (1887-1967), de latere vorst Yusupov, wordt door Valentin Serov (1865-1911) afgebeeld als een verwende jongen. De jongen ging de geschiedenis in als het brein achter de moord op Grigori Raspoetin (1869-1916). Raspoetin was een geestelijk leidsman die veel invloed had op de tsarina en de tsaar. Het speelde zich af in de tijd net vóór de Russische revolutie die in 1917 begon.

Drie prachtige schilderijen, zomaar een greep uit de ruim 70 prachtige schilderijen van 36 verschillende kunstenaars van de 'Peredvizhniki' die we daar hebben bekeken. Een bijzonder mooie tentoonstelling!

woensdag, februari 22, 2017

over Moores 'art for art's sake'


De Britse kunstschilder Albert Joseph Moore (1841-1893) geloofde sterk in het principe dat kunst vooral mooi moest zijn en verder geen morele of maatschappelijke boodschap hoefde te hebben. Met deze opvatting was hij een van de kunstenaars die zich bezighield met ‘art for art’s sake’ ofwel 'kunst omwille van de kunst'. Als exponent van de z.g. esthetische beweging leverde hij destijds een belangrijke bijdrage, hoewel velen uit de gevestigde kunstwereld zijn werk destijds te uitgesproken en controversieel vonden.

In museum 'De Buitenplaats' in Eelde hebben we gezien hoe Albert Moore het op zijn schilderijen en aquarellen aanpakte. Prachtig, hoezo te uitgesproken en controversieel? Ja we leven nu 124 jaar na zijn dood, onze opvattingen over van alles en nog wat zijn in de tijd natuurlijk wel veranderd. Albert Moore had voor zijn tijd een vooruitziende blik op de kunst, door zijn tijdgenoten werd hij zeer waarschijnlijk niet begrepen.

Maar wat valt er eigenlijk niet te begrijpen, ja mogelijk dat al die vrouwen die Moore veelvuldig schilderde niet altijd door hem begrepen werden. Maar dat is een bekend en heikel chapiter van een geheel andere orde. Moores schilderijen en aquarellen zijn wat ze zijn, je ziet gewoon wat het is. Prachtige kunstwerken! Neem zijn in 1887 geschilderde 'Midzomer' twee vrouwen met waaiers, en één vrouw wegdommelend in een grote stoel of troon, alle drie opvallend gekleed in oranje gewaden. De zwoele loomheid van een warme zomeravond prachtig en suggestief weergegeven!

zondag, februari 19, 2017

de old boys A'dam in Abcoude


Komend vanaf Weesp, waar ik mijn oude vriend Ab had opgepikt, namen we bij Driemond de afslag naar Abcoude. Via de linkeroever van het Gein, één van de mooiste riviertjes van Nederland, meanderden we in het sfeervolle schemerlicht met het boerenstroompje mee. Nederland op z'n mooist, de knotwilgen, de oude boerderijen en molens. Maar in de verte, aan de overkant van het Gein, de silhouetten van Amsterdam-Zuidoost, dat als een dreigende gletsjer het eeuwen oude landschap lijkt op te slokken. Een landschap dat in alle toonaarden is bejubeld door menig kunstenaar. Mondriaan, Olie, Thijsse, Nescio en vele anderen hebben het landschap langs de oevers van het Gein geschilderd, gefotografeerd en beschreven. Een mooi maar kwetsbaar landschap, altijd al geweest, toen Nescio tijdens één van zijn vele wandelingen in deze omgeving werd geconfronteerd met een een rij gekapte bomen, ontschoot hem de uitspraak 'God zal ze eeuwig gloeiend nakend in de hel sansodemirakelen'.

Prachtig, wat een uitspraak, ik kan daar in meeleven. Maar goed, ondanks de dreiging van de grote stad in de verte, is het ongeveer 6 km lange riviertje gelukkig ook in onze tijd nog schilderachtig en betoverend mooi. Het Gein mond in Abcoude uit in de Angstel, nog zo'n schilderachtig riviertje, meanderend tussen de Vecht en het Abcoudermeer.
Maar daarover misschien later meer, voorlopig waren we in de plaats van bestemming aangekomen. 'Café Restaurant de Eendracht' aan de Hoogstraat nabij het bruggetje over de Angstel was snel gevonden. En zo zaten we even later geheel conform afspraak met z'n zevenen aan de lange stamtafel te ouwehoeren. Zeven oude studievrienden en collega's uit de Amsterdamse architectenscene van de jaren 70, beginjaren 80 van de vorige eeuw. Een paar jongens zie en spreek ik nog vrij regelmatig, anderen slechts eens in de paar jaar, maar dat maakt geen bal uit. Oud en vertrouwt was het weer, alsof we elkaar gisteren nog hadden gezien en gesproken. Dankbaar onderwerp tegenwoordig is de uitwisseling van gegevens over de status van ieders gezondheid, daar hadden we het vroeger toch nooit over. Maar ja nu de gemiddelde leeftijd van ons zevenen rond de 74 jaar ligt is het toch een beetje anders. Behalve architectuur en vrouwen kwam van alles ter sprake, de één heeft een pilletje zus, de ander een pilletje zo, maar evengoed vloeide de wijn en het bier als vanouds, en was het met een portie bitterballen super gezellig. De knolselderij daarna met truffelsoep als voorafje en de gebakken zalmfilet met geroosterde pastinaak, wortel, rode wijnboter en limoen als hoofdgerecht, zette wat mij betreft de kroon op de avond. Na de koffie zo rond halfelf, reden Ab en ik langs het Gein weer gezellig huiswaarts.

maandag, februari 13, 2017

een concert in de Achterstraat


Afgelopen zaterdagavond in de Achterstraat in Putten een uitvoering bijgewoond van de 'Messiah' van Georg Friedrich Händel. De 'Messiah' is een bekend werk waarin het hele evangelie wordt verteld, het kan en wordt dan ook in elke periode van het kerkelijk jaar uitgevoerd. De uitvoering werd verzorgt door de Christelijke Oratorium Vereniging Putten, waarin een vriend van ons al jaren excelleert in de bassectie. Het COV Putten werd bijgestaan door de solisten Linde Schinkel (sopraan), Barnabás Hegyi (alt), Frank Fritschy (tenor) en Daniël Hermán Mostert (bas) en het Barokorkest Cappella Maria Barbara. Het geheel stond onder leiding van de jonge dirigent Gerben Budding (1987).

Al eerder heeft COV Putten de 'Messiah' gebracht, maar dat is lang geleden. (Zie in mijn blogarchief 'Messiah' d.d. 15 mei 2006) Het is en blijft prachtige muziek, ook voor een ongelovige ziel als ondergetekende is het een spirituele beleving van niveau. Hoewel door Händel wel degelijk religieus bedoeld, kan ik de 'Messiah' los van God en religie zien en beleven. En ik zal zeer waarschijnlijk niet de enige zijn die de 'Messiah' van Händel zo beleeft. Hoe dan ook, het was een prachtig concert! Dat bewees ook het minuten lange applaus wel dat de uitvoerenden na het 'Amen' vanuit de tjokvolle kerk ten deel viel.

zaterdag, februari 11, 2017

naar het onsterfelijke lichaam


Onlangs zag ik Prof. Dr. Andrea Britta Maier (1978), internist en hoogleraar veroudering aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Melbourne, terwijl ze daarnaast ook nog directeur is van het Royal Melbourne Hospital, aan tafel bij Eva Jinek. Afgelopen zomer had ik haar ook al een hele avond als zomergast bij Thomas Erdbrink meegemaakt, waarbij ik van de ene in de andere verbazing viel. Alleen al het feit dat ze op twee plaatsen, die een halve wereldbol van elkaar verwijderd liggen, hoogleraar is en dan in Melbourne ook nog eens een onderzoeksdivisie van circa duizend mensen aanstuurt in het RMH, oogste verbazing. Hoe vind je dan überhaupt nog tijd om bij programma's als Zomergasten en Jinek aan te schuiven. Geen enkel probleem, alles wat haar passioneert doet ze voor haar plezier, zei ze met een stralend gezicht. Ze ziet zelfs alles wat ze tot nu toe doet en gedaan heeft amper als werken!

Haar stokpaardje is dat ze, evenals Prof. Dr. Rudi Westendorp (1959) hoogleraar verouderingsonderzoek in Leiden en Kopenhagen en Aubrey de Grey (1963), een Brits biomedisch gerontoloog en bio-informaticus, veroudering eigenlijk als een ziekte beschouwd. En dat je zo bekeken naar genezing moet zoeken. Volgens haar en haar companen worden we op afzienbare termijn op een gezonde manier 130 jaar of ouder. Aubrey de Grey heeft het zelfs over 1000 jaar, absurd! Ik hou van het leven, laat het in goede gezondheid nog lang duren, maar de gedachten dat ik amper over de helft zou zijn vind ik een twijfelachtig genoegen. Alleen al de maatschappelijke consequenties lijken me niet te overzien. Maar dat is echter het probleem van Andrea Maier en haar companen niet, immers een autofabrikant is toch ook niet verantwoordelijk voor het fileprobleem. Daar zal zo als altijd, schijnen ze te denken, de maatschappij t.z.t. wel een oplossing voor vinden. Tja, aan de andere kant vind ik het prachtig dat de goedlachse Andrea Maier de strijd met de veroudering aangaat. Want de dood kan dan wel zin geven aan het leven, maar hij mag natuurlijk best wel een tijdje op zich laten wachten!

woensdag, februari 08, 2017

Aan de spruitjeslucht voorbij!


Nederlanders zijn goed in kool las ik onlangs ergens, niet alleen in het telen ervan maar vooral ook in het eten. Ik kan mij dat wel voorstellen nu ik wat ouder ben, maar dat was vroeger wel anders. De spruitjes- en boerenkoollucht van weleer staat mij nog helder voor de geest. Als ik van school thuis kwam en ik rook die geur, kreeg acuut de neiging om te vluchten. Verschrikkelijk, wie kan zoiets nou lekker vinden. Maar ja, uiteindelijk at ik de totaal gaargekookte spruiten toch altijd wel op, maar met zeer lange tanden. Zuurkool, ook zoiets, mijn oma maakte dat zelf, wat eigenlijk niet trouwens. In een keulse pot werden grote hoeveelheden wittekool van haar eigen landje in een week of zes tot zuurkool gefermenteerd. Een fascinerend proces, maar de geur die je na enkele weken tegemoet kwam, als je uit nieuwsgierigheid het deksel eens optilde, was niet te harden!

Ach ja zo was het ooit, inmiddels ben ik wel uit de kool gekomen en spaar ik de geit en de kool niet meer, tenzij het sop de kool nog waard is. Verder laat ik mij ook geen kool stoven of apekool verkopen. Je zou kunnen zeggen dat de kleine spruit als kool gegroeid is, en nu één van de Nederlanders is die goed is in het eten van kool. Kool in alle soorten en vormen, gekookt, geroerbakt, gewokt, gestoofd of rauw in salades. Neem bijvoorbeeld na dit stukje prozaïsche wartaal eens een frisse spruitensalade, heerlijk. Wie had dat kunnen denken, de verguisde spruit gestegen naar een culinaire status van niveau! Neem 350 g spruiten, 1 sinaasappel, 50 ml sinaasappelsap, 50 g walnoten, 1 tl sesamolie, 2 el sojasaus, 1 el zonnebloemolie, peper en zout. De spruiten in circa 10 minuten beetgaar koken, aflaten koelen en halveren. De geschilde sinaasappel in stukken van 1 tot 2 cm snijden. Vervolgens een dressing maken van sesamolie, zonnebloemolie, sojasaus en sinaasappelsap en deze op smaak brengen met peper en zout. Daarna de spruiten en de dressing in een grote kom mengen en de stukjes sinaasappel en walnoten toevoegen. Eet lekker!

dinsdag, februari 07, 2017

tweetal respectabele oeuvres


Gezien Joseph Klibansky (1984) en Werner Tübke (1929-2004) in 'Museum de Fundatie' in Zwolle en Heino/Wijhe. Twee kunstenaars, totaal verschillend van elkaar, maar beiden met een indrukwekkend oeuvre. In de tentoonstelling 'Leap of Faith' laat de jonge in Kaapstad geboren Joseph Klibansky, zoon van een Zuid-Afrikaanse vader en een Nederlandse moeder zijn gedachtegoed zien middels twee- en driedimensionale kunstwerken. Dynamisch, fantasievol en hier en daar surrealistisch weerspiegelt zijn werk de wereld van vandaag en morgen. Hij balanceert met zijn werken tussen utopie en schrikbeeld, en is voortdurend op zoek naar nieuwe technieken om zijn ideeën te realiseren. Ik las dat de tentoonstelling van Joseph Klibansky in de Fundatie zijn titel ontleent aan het hedendaagse concept van 'geloof'. Dat wordt niet meer enkel vanuit religieus perspectief bezien, maar als algemeen gevoel van hoop voor de mensheid en de toekomst van de wereld. Zo bezien vraag ik mij eerlijk gezegd wel af wat ik moet denken van zijn sculptuur van een astronaut die met een enorm zwaar gouden (gepolijst brons) kruis loopt te zeulen!

De tentoonstelling 'Werner Tübke, Meesterschilder tussen Oost en West' laat o.m. zien dat hij in de DDR één van de meest gevierde schilders was. Samen met Bernhard Heisig (1925-2011) en Wolfgang Mattheuer (1927-2004) was hij de grondlegger van de veelgeroemde Leipziger Schule. Oost-Duitse schilderkunst die na de val van de Muur in 1989 door West-Duitsland figuurlijk bij het vuilnis werd gezet. Onterecht in Tübke's geval, hoewel hij veel van zijn werk deed in opdracht van de SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands), de partij die in de DDR de absolute macht had. Propagandakunst dus, concludeerde de West-Duitse kunstwereld. Maar Tübke wist daar bovenuit te stijgen, ik las dat hij met enorme genialiteit de staatsopdrachten zo wist te buigen dat het kunst met een grote K werd. Hij was geen propagandakunstenaar, actuele onderwerpen wist hij te vertalen naar tijdloze allegorieën, geschilderd in een renaissancistische of maniëristische stijl. Hij wist zijn kunst boven de politieke situatie uit te tillen. In de tentoonstelling hebben we zowel in Zwolle als in Kasteel het Nijenhuis in Heino/Wijhe ruim 100 schilderijen, tekeningen en aquarellen van zijn hand gezien. Waaronder topstukken uit zijn oeuvre zoals o.m. de 13,5 meter lange voorstudie van Tübke’s panorama over de Duitse Boerenoorlog, de serie Lebenserinnerungen des Dr. Jur. Schulze en het ontwerp voor Arbeiterklasse und Intelligenz in de universiteit van Leipzig.

zaterdag, februari 04, 2017

em. prof. dr. Fetze Alsvanouds


Een bezoek aan het Stadsmuseum Harderwijk vind ik doorgaans alleszins de moeite waard, al vind ik de exposities uiteraard niet altijd even boeiend. 'De kunst van God?' bijvoorbeeld, een expositie over religieuze kunst in Gelderland, gebracht door vier kunstenaars t.w. Maron Hilverda, Mirjam Beuker, Jackie Howard en Wiebe van Dingen, vond ik onlangs nog wel aardig, meer ook niet trouwens. Erger vond ik de expositie 'Maarten 't Hart, de kunstschilder' die in een andere zaal te zien was, die kon mij praktisch in geen enkel opzicht boeien!

Kunstschilder Maarten ’t Hart (Amersfoort, 1950) uit buurtschap Groot Oever, tussen Balkbrug en IJhorst, houdt van stilte. En dat komt in zijn werk goed tot uiting, mensen komen op zijn schilderijen niet voor, dat is hem kennelijk te druk. Hij is een soort van monnik zegt hij zelf, met een voorkeur voor meditatieve ruimten. Daar is niks mis mee, stilte wordt in onze samenleving steeds schaarser, meer aandacht voor stilte kan zeker geen kwaad. Maar niet zonder leven, de mens is niet weg te denken in de architectuur, en al helemaal niet in de meditatieve ruimte. De Griekse filosoof Protagoras (490-420 v.C.) zei ooit 'De mens is de maat van alle dingen'. Een mooie stellingname, in brede context geldend, zeker in de kunst. Maarten 't Hart schildert van alles, strak en heel precies, bijna fotografisch, petje af! Veel architectuur, inderdaad behoorlijk veel prenten en schilderijen van kerkinterieurs en andere meditatieve ruimten. Maar ik had ze snel gezien, ze konden mij niet boeien, erg doods allemaal. Geen mens te zien, oké, maar laat dan wel doorschemeren dat het allemaal vóór de mens is. Een impressionistische aanpak zou al leven in de brouwerij brengen, best mogelijk dat ik dan ergens ver weg zelfs nog kerkgezang zou horen.
Logo Universiteit van Harderwijk en 16e à 17e eeuwse stadsgezichten vanaf zee- en landszijde..

Na de bezichtiging van bovengenoemde exposities, ben ik in het museum nog even de z.g. Universiteitszaal ingedoken. Vaker gezien, maar toch weer even de moeite waard. In de kamer zijn allerlei attributen van de voormalige 'Universiteit van Harderwijk' te zien, verder kun je middels interactieve spelletjes je kennis over het één en ander van Harderwijk toetsen. 'Lectoribus Salutem' (zie blogarchief 2-2-'09) ofwel 'Heil den lezer', staat op mijn bul in de 'Harderwijkologie', die ik hier op 31 januari 2009 heb gehaald. Na een oprechte studie en vertoonde deskundigheid in genoemde wetenschap, ben ik cum laude gepromoveerd bij Prof.J. te Gortig, Prof. J. Zevensloten en Prof. H. Plagenlegger. Satire natuurlijk, en ook de malle stripfiguren, die ik deze keer eens wat beter bekeken heb, brengen het verhaal van de 'Universiteit van Harderwijk' satirisch. Ondanks dat er toch ook befaamde wetenschappers als o.m. Boerhaave en Linnaeus zijn gepromoveerd, had de Universiteit van Harderwijk, die bestaan heeft van 1648 tot 1811, een omstreden reputatie. Studenten uit heel Europa kwamen naar Harderwijk om binnen een paar dagen af te studeren. Wie geld betaalde kon zijn bul in Harderwijk eenvoudiger bemachtigen dan elders. 'Harderwijk is een stad van negotie. Men verkoopt er bokking, blauwbessen en bullen van promotie' luidde destijds een spotgedicht. Een terecht of onterecht imago, ik weet het niet, maar het zal door de manier waarop de UvH in al die eeuwen onder de aandacht is gebracht tot sint-juttemis zo blijven. Daar kan zelfs de nog immer aan de 'Universiteit van Harderwijk' verbonden em. prof. dr. Fetze Alsvanouds (Aart Staartjes uit het kinderprogramma 'Het Klokhuis') niets meer aan veranderen!

woensdag, februari 01, 2017

phone, our personal black box


In Filmhuis Harderwijk (Catharinakapel) draaien kwalitatief vaak goeie films. Onlangs hebben we daar de Italiaanse klucht 'Perfetti sconosciuti' (volmaakte vreemden) gezien, mooi acteerwerk, een aardige maar ook redelijk voorspelbare komedie-, drama- en soapfilm. Van alles wat dus, echter het tot de verbeelding sprekende item, over wat je eigenlijk in je telefoon te verbergen hebt, en het prachtige acteerwerk van de spelers, deden mij anderhalf uur lang vergeten hoe gekunsteld 'Perfetti sconosciuti' in feite is. Min of meer gedesillusioneerd zat ik aan het eind naar de aftiteling te kijken. Ik bleef met de vraag zitten of de breekbaarheid van klassieke relaties in deze tijd nu al dan niet is toegenomen middels gerommel in de privacy en social media sfeer. Allemaal stopten ze na afloop hun smartphone weer in eigen zak of tas. Ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was, zal ik maar zeggen. De smartphone is en blijft onze persoonlijke zwarte doos! Waar ging het eigenlijk over? Een korte samenvatting:

Eva en Rocco, een getrouwd stel van rond de veertig met een puberende dochter, hebben drie bevriende stellen uitgenodigd voor een etentje bij hun thuis. De meesten kennen elkaar al sinds hun jeugd, maar Carlotta, de tweede vrouw van Lele, is nog vrij nieuw in het groepje, dat vol spanning uitkijkt naar de komst van de pas gescheiden Peppe, die heeft aangekondigd zijn nieuwe vriendin mee te zullen nemen. Maar hij arriveert alleen: ze was niet lekker. Tijdens het voorgerecht komt het gesprek op een vrouw die haar man op overspel betrapte toen ze in zijn smartphone compromitterende boodschappen aantrof. Eva stelt jolig voor dat iedereen zijn mobieltje op tafel legt en dat ze alle binnenkomende telefoontjes en berichtjes die avond met elkaar zullen delen. Ze hebben als goede vrienden toch niets voor elkaar te verbergen? Niemand durft te erkennen dit een minder goed idee te vinden en schoorvoetend gaat iedereen akkoord. Maar wat bij de pasta nog een leuk spelletje tussen vrienden lijkt te zijn, ontwikkelt zich tijdens het vleesgerecht en de tiramisu tot een pijnlijk gebeuren. Het wordt duidelijk hoe weinig ze eigenlijk van elkaar weten, zelfs van de eigen partner...

Als gezegd een aardige film, ik heb mij best vermaakt en was mooi anderhalf uur van de straat. Desalniettemin geen film die beklijft, eenmaal buiten op straat was alles bij wijze van spreken snel verwaaid.