donderdag, augustus 29, 2013

Kasteel Heeswijk


Vandaag hebben we de tentoonstelling 'Beelden van een verloren verleden' gezien in Kasteel Heeswijk. We moesten er een eindje voor rijden, maar het was de moeite waard. In de tentoonstelling komt het werk van Carel Willink (1900-1983) en Lodewijk Copijn (1878-1945) samen. De door de tand des tijds aangetaste classicistische beelden en vazen in de door Copijn in 1939 ontworpen tuin van Kasteel Heeswijk, zouden bij wijze van spreken model kunnen hebben gestaan voor de magisch-realistische schilder Willink. Willink had niet alleen een voorliefde voor Griekse tempels en de renaissance, maar ook voor klassieke tuinen en vervreemdende gevallen zuilen en beelden zonder hoofd of ledematen. Aanleiding voor de gezamelijke tentoonstelling, die nog tot eind november te zien is, is de recentelijk gerenoveerde oud-Hollandse tuin.

Ontwerp oud-Hollandse tuin bij Kasteel Heeswijk.
Buiten de tentoonstelling om werd ons ook gelegenheid geboden, om met behulp van een gids meer over Kasteel Heeswijk te weten te komen en te zien. Kasteel Heeswijk, een voormalige waterburcht bij Heeswijk stamt al uit de 11e eeuw. Reeds in 1080 ontstond al de voorloper van het huidige kasteel, de zogenaamde motteburcht of kasteelheuvel. In de loop van de middeleeuwen werd de kasteelheuvel echter afgevlakt en werd er een stenen kasteel gebouwd. Kasteel Heeswijk heeft in de vele honderden jaren daarna diverse keren een prominente rol gespeeld in de geschiedenis. De namen van Prins Maurits en zijn halfbroer Frederik Hendrik hoorde ik voorbij komen, maar ook van o.a. Zonnekoning Lodewijk XIV en van Napoleon. Uiteindelijk schijnt in 1835 gouverneur André baron van den Bogaerde van Terbrugge het in verval geraakte kasteel te hebben gekocht, en in de jaren daarna te hebben verbouwd en uitgebreid.
Tegenwoordig heeft het kasteel geen adellijke bewoners meer, en is het kasteel volledig eigendom van de Stichting Kasteel Heeswijk. In 2005 is het kasteel voor het laatst gerestaureerd en is het een museum geworden en een gelegenheid voor o.a. bruiloften en partijen.

Kasteel Heeswijk is kennelijk ook een mooie locatie voor de 'Stichting Make-A-Wish Nederland'. Deze stichting realiseert wensvervullingen van kinderen met levensbedreigende ziekten. Enigszins verbaast kwamen we vanmorgen gelijk aan bij de poort met een grote rose limousine. Door enkele in middeleeuws kostuum gestoken dienstmaagden en lakeien werd ons gevraagd enige terughoudendheid te betrachten, en even te willen wachten tot de inzittenden van de limousine binnen waren. Oké, geen probleem.

Een grote rose limousine.
Uit de limousine kwamen 2 kleine kinderen, ik schat rond de vijf jaar, en een aantal ouderen (waarschijnlijk ouders, oma's en opa's) die met enig gevoel voor entertainment werden begroet en naar een met ballonnen versierde plek op de binnenplaats van het kasteel werden geleid.

Later zaten wij zelf ook op de binnenplaats een hapje te eten. Van alles werd er gedaan voor die twee kinderen, niets was te gek zo te zien. Een tovenaar kwam langs en enkele goede feeën. Een liefste wens…een droom, die alleen in de fantasie van een kind bestaat, werd hier werkelijkheid. Een wens op maat met zo te zien grote aandacht voor detail. Voor iedereen een onvergetelijke ervaring lijkt me, een herinnering die een leven lang mee gaat. Een wensvervulling die volgens Make-A-Wish kinderen, die vanwege hun ziekte te vaak vooral patiënt zijn, kracht geeft om kind te zijn. Mooi!
Waar de ouderen vooral ook druk mee waren, was achter die twee kinderen aanzitten die alsmaar een andere kant opwilden. Een wensvervulling, het doet er misschien niet toe, maar eerlijk gezegd hadden we de indruk dat de peuters zich maar moeilijk naar de wens van de oudjes lieten schikken. En dat is dan eigenlijk toch ook wel weer vrij normaal!

maandag, augustus 26, 2013

6e zondag p.m.


Zondag post meridiem, op Y na was gisteren iedereen weer van de partij op onze zondagmiddagontmoeting, de 6e alweer. Een traditie waar we vorig jaar in Harderwijk (zie mijn stukje 1e zondag p.m. van 7 mei 2012) op zondag 6 mei mee begonnen zijn. Toen de laatsten gisteren rond 2 uur 's middags arriveerden, brak gelijk het zonnetje door. Mooi, de weergoden waren dus met ons! Als gewoonlijk begonnen we ook nu weer de zondagmiddagontmoeting met koffie, thee en gebak. En voor je er erg in hebt, ben je dan zo anderhalf uur verder. Helemaal als je zoals deze keer met z'n allen lekker op je gemak in het zonnetje zit te ouwenelen. Maar goed, rond halfvier zijn we toch maar tot actie overgegaan, en zijn we met twee auto's naar Staverden gereden voor een wandeling aldaar.

Dit gebied kennen we zolangzamerhand als onze broekzak, maar het blijft toch altijd maar weer een prachtig gebied om te wandelen. Evenals wij met z'n tweetjes de afgelopen winter (zie mijn stukje 'wandeling' van 22 februari j.l.) hebben we nu met z'n allen de z.g. gele route tegen de wijzers van de klok in gelopen. Een rondje van ca. 3 km die ons door loofbossen voerde en langs graslanden, akkers, beekjes en witte pauwen, en ons tenslotte enigszins van de gele route deed afwijken voor een wandeling door de fraaie kasteeltuin.

Rond vijf uur zaten we weer bij ons achter op het stoepje. Tijd voor een versnapering, altijd weer gezellig, helemaal na een paar wijntjes. Maar ja, op een bepaald moment moesten J en ik toch aan het werk, want er moest natuurlijk ook nog wel wat gegeten worden. De sappige meloen met rauwe ham vooraf ging erin als koek, en wat we daarna in de buitenlucht op de skottelbraai hebben geroerbakt, deed daar volgens bartjes, ondanks of misschien wel dankzij een paar kritische noten van omstanders, niet voor onder. En nadat we het toetje van ijs en slagroom en de afsluitende koffie met al of niet een pikketanisje hadden weggewerkt, was het feestje voorbij. Ik heb genoten, we hebben elkaar allemaal weer even gezien, waren weer bijgepraat en hebben gelachen om komische verhalen. In de volgende zondagmiddagontmoeting die we bij leven en welzijn over ca. 3 maanden in Kampen zullen hebben, kan ik me nu al verheugen.

zaterdag, augustus 24, 2013

Sluis


Unieke sluis 'Paradepaardje van kanaal in wording' las ik gisteren in de Volkskrant. Een stuk van Peter de Graaf over de sluis in het nieuwe traject van de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch. Een megaproject waar iedereen heb ik gemerkt die tegenwoordig in Den Bosch moet zijn tegen wil en dank mee te maken krijgt. Tot aan de oplevering eind volgend jaar zijn ze daar van wegomleggingen en opstoppingen voorlopig nog niet af. Daarentegen is de verwachting, dat alle ellende na afronding van dit project door de verbeteringen gauw vergeten zal zijn.
In waterbouwkundige werken ben ik altijd geïnteresseerd, dus ben ik eens even goed voor het stuk van de Graaf gaan zitten. Waarom zou ik niet weten, met mijn zeilboot had ik daar nooit wat te zoeken, ik heb gewoon een hang naar water en alles wat daar mee samenhangt. Sowieso een bijzonder project toch, waar en wanneer wordt in dit overvolle landje nog een kanaal gegraven? Mogelijk dat een weg- en waterbouwkundig studietje, die ik vroeger een blauwe maandag heb gevolgd ook nog een beetje debet is aan mijn interesse voor dit soort projecten. Hoe dan ook, het zij zo.

Het 123 km lange, in 1826 onder koning Willem I in gebruik genomen kanaal van Maastricht naar De Bosch, kwam tot stand als alternatief voor de Maasroute. Met name de binnenstad van Den Bosch vormde in de huidige tijd een knelpunt voor zowel het scheepvaartverkeer (klasse II, laadvermogen 400-650 ton) als voor het wegverkeer (files door o.a. bruggen).
Na een lange voorstudie die al in de jaren zestig van de vorige eeuw begonnen is, heeft men drie jaar geleden onder CDA-minister Camiel Eurlings daarom besloten de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch over een lengte van 9 kilometer om te leggen, kosten 430 miljoen euro. Volgens bartjes een grote stap op weg naar een duurzamer en beter bereikbaar Brabant over water. Door de omlegging hoeven er in 2015 geen grote schepen meer door de binnenstad van Den Bosch te varen. Dan kunnen zogenaamde klasse IV schepen, laadvermogen 1000-1500 ton, vanaf de havens van Rotterdam, via de Maas en de Zuid-Willemsvaart naar Veghel varen.

Meer vervoer over water betekent ook minder uitstoot van CO2 en fijnstof door een vermindering van het vrachtverkeer op de weg. Ook zal het aantal files in Brabant afnemen; een klasse IV schip kan namelijk zo’n honderd vrachtwagens van de weg halen. De omlegging van de Zuid-Willemsvaart zal de Brabantse economie daarnaast een forse impuls geven. De provincie staat immers bekend om haar hoogwaardige industrie en exportgeoriënteerde activiteiten. Veel multinationals hebben een vestiging in Zuidoost-Brabant. Zij maken voor de aan- en afvoer van goederen steeds vaker gebruik van het Brabantse kanalenstelsel. Ook de leefbaarheid in De Bosch gaat erop vooruit. Grote schepen hoeven vanaf 2015 immers niet meer door de historische stadskern te varen. Openstaande bruggen met rijen wachtende auto’s horen hierdoor tot het verleden.

De in aanbouw zijnde sluis in de omlegging bij Empel nabij Den Bosch wordt dus door Peter de Graaf een paradepaardje genoemd, een unieke sluis. Maar wat is er nou eigenlijk zo bijzonder aan die nieuwe sluis tussen de Maas en de Zuid-Willemsvaart?

Sluishoofd.
Drie dingen t.w. de enorme sluishoofden van gewapend beton aan beide einden van de sluiskolk zijn vanwege hun constructie bijzonder. Daarnaast neemt de sluis de waterstand van de Maas of de Zuid-Willemsvaart aan. Dat lijkt mij niet zo bijzonder voor een sluis, dat is juist een kerntaak van een sluis zou ik zeggen. Het bijzondere is echter dat deze sluis het water met slechts een enkele draaideur ook kan keren, de sluis heeft derhalve een dubbelkerende functie. Doch het meest bijzondere is dat er ook een dijk om de sluis komt. Zo is er als de sluis helemaal onder water zou komen te staan, toch nog extra bescherming bij extreem hoogwater.
Dijklichaam rondom het sluiscomplex.
I.p.v. dubbele puntdeuren die meestal worden toegepast in sluizen met een dubbele keerfunctie, is er gekozen voor een zware enkele stalen draaideur van ca. 13 bij 13 meter voorzien van speciale grendels. De sluiskolk van de nieuwe sluis is 110 meter lang en minimaal 12,6 meter breed. Geweldig, als alles dus volgens planning verloopt, kunnen hier eind 2014 de eerste klasse IV schepen worden geschut!

dinsdag, augustus 20, 2013

een beeldentuin


Zondagmiddag j.l. hebben we een wandelingetje gemaakt op het landgoed van Joop Koster, genaamd 'het Veen' in Heerde. Een fraaie beeldentuin, alleen hadden we nog nooit zoveel beelden bij elkaar gezien op een oppervlak van om en nabij 2,7 ha. Een relatief klein oppervlak vonden we voor zoveel beelden, het waren er vele honderden, je wist zowat niet waar je het eerst of het laatst moest kijken. Eerlijk gezegd wisten we eigenlijk ook niet goed wat we daar hadden moeten verwachten, maar het was ons direct wel duidelijk dat het een commerciële gelegenheid betrof en geen museale. En waar al die beelden vandaan kwamen en wie ze gemaakt had was ons helemaal een raadsel, want namen stonden er niet bij. Overigens waren ze wel allemaal genummerd, dus zullen ze ongetwijfeld ook met naam en toenaam zijn gecatalogiseerd.
En toen we even later in de tuin een ouder echtpaar tegen het lijf liepen, wisten die ons te vertellen dat Joop Koster, de eigenaar van de beeldentuin, die ze kennelijk ook goed kende van zijn handel in IJsselmuiden, van de hoed en de rand wist. Hij importeerde de beelden namelijk zelf uit Afrika. Maar Afrika is nogal een groot continent, dus eigenlijk wisten we toen nog niks. Echter eenmaal thuis kwam ik na een poosje googelen al vrij snel in Zimbabwe terecht, en vervolgens in het wereldberoemde kunstenaarsdorp Teugenenge. Ik zou het de heer Koster natuurlijk kunnen vragen, maar ik heb sterk het vermoeden dat veel beelden op landgoed 'het Veen' daar vandaan komen.

Zimbabwe las ik, is afgeleid van Dzimba Dza Mabwa wat 'huis van steen' betekent. En dat vind je door het hele land terug waar kolossale rotsblokken de horizon bepalen. Er wordt in Zimbabwe natuursteen gevonden wat uitermate geschikt is voor beeldhouwen. Steensoorten met namen als serpentijnsteen, springsteen, kobalt, opaal en fruitsteen zijn in beeldhouwkringen erg gewild. De meeste steensoorten zijn winterhard en daardoor bijvoorbeeld uitstekend geschikt voor tuinbeelden.

En dan het kunstenaarsdorp Tengenenge dat ca. 150 kilometer te noorden van de hoofdstad Harare ligt, aan de voet van het gebergte de 'Great Dyke'. Er wonen en werken daar ongeveer 100 beeldhouwers met hun gezinnen, die daar met name serpentijnsteen bewerken tot schitterende beeldhouwwerken die wereldberoemd zijn. De serpentijnsteen komt uit de 'Great Dyke' de bergrug waar Tengenenge dus tegen aan ligt.
Tengenenge is in 1966 door de blanke tabaksboer Tom Blomefield opgericht. Dat schijnt een grote stimulans geweest te zijn voor de verdere ontwikkeling van de beeldhouwkunst in Zimbabwe. En dat de beeldhouwkunst uit Tengenenge wordt gekenmerkt door de gestileerde en expressieve stijl, kunnen we na het zien van al die beelden op landgoed 'het Veen' wel beamen.



Een impressie van Tengenenge door D.H.J. Lammertink:
Het geklop van hamers op serpentijnsteen en het gekakel van de kippen omlijsten mijn bezoek aan Tengenenge. Kinderen die met veel plezier spelen met dopjes en papiertjes. Moeders, die sadza koken op een houtvuurtje. Baby's die de hele dag dicht tegen hun moeders aan leven en gevoed worden wanneer en waar dat maar nodig is. Ik waan mij in een andere wereld. Een wereld waar tijd niet belangrijk lijkt, waar ik geen verplichtingen heb en waar alle mensen gewoon hun gangetje gaan. Waar de mensen zaken die zij belangrijk vinden in steen verwoorden. Vormen waar ik gewoon niet bij stilsta. Wezenlijke dingen, waar ik van vervreemd ben. Honderden en nog eens honderden beelden omringen mij en in eerste instantie overweldigen ze me. Het is te veel. Hier heb ik dagen voor nodig om ze stuk voor stuk te bekijken, om de betekenis te bevatten. Tengenenge is niet in een dag te bezichtigen. Zelfs na acht dagen heb ik nog het gevoel dat niet alles gezien heb of begrepen. Ik gun me geen tijd om al deze indrukken te verwerken. Tengenenge is een bijzonder stukje op deze aardbol, waar ik nog vaak hoop terug te keren en waarvan ik stiekum hoop, dat alle vernieuwingen eraan voorbij zullen gaan.


Mooie impressie van Lammertink, ik zou daar graag eens een kijkje willen nemen. Uiteraard in geen enkel opzicht te vergelijken met beeldentuin 'het Veen' in Heerde, alhoewel onderstaande passage uit zijn impressie j.l. zondagmiddag voor ons toch ook wel min of meer van toepassing was t.w.
Honderden en nog eens honderden beelden omringen mij en in eerste instantie overweldigen ze me. Het is te veel. Hier heb ik dagen voor nodig om ze stuk voor stuk te bekijken, om de betekenis te bevatten!

zondag, augustus 18, 2013

Dali Atomicus


Vrijdag j.l. las ik in de Volkskrantbijlage 'Een kat in het nauw' een stuk van Merel Bem over 'Dali Atomicus', een geënsceneerde foto uit 1948 van Philippe Halsman (fotograaf, 1906-1979) en Salvador Dali (beeldend kunstenaar, 1904-1989).

'Dali Atomicus'.
'Dali Atomicus', maar liefst 28 keer schijnen vier assistenten van het kunstenaarsduo drie katten en een emmer water door de ruimte te hebben gesmeten, voordat het resultaat van de wereldberoemd geworden compositie de goedkeuring van beide heren kon wegdragen.

'Dalí Atomicus' is een fotografisch kunstwerk in de surrealistische stijl van Salvador Dalí’s schilderijen. Dalí en zijn schilderij 'Leda Atomica' zijn zelf ook het onderwerp van de foto. De foto werd in 1948 zonder hulpmiddelen gemaakt en in het Amerikaanse tijdschrift Life Magazine gepubliceerd. In 1941 ontmoetten de Spaanse kunstenaar Salvador Dalí en de Amerikaanse fotograaf Philippe Halsman elkaar. Ze waren onder de indruk van elkaars werk en besloten een creatieve samenwerking aan te gaan. Daar kwamen onder meer een boek over de snor van Dalí en vele foto’s uit voort. De foto 'Dalí Atomicus' is het bekendste voorbeeld van hun samenwerking.


'Galatea of the Spheres'.
Tot op de dag van heden weet ik eigenlijk nog steeds niet goed wat mij het meest intrigeerde in Salvador Dali, de waanzinnige uitstraling van zijn persoonlijkheid of zijn surrealistische kunstuitingen, waarin hij met een doorgaans onverwacht en onvoorspelbaar resultaat, alledaagse zaken en voorwerpen op een niet alledaagse manier met elkaar verbond. Ik denk eerlijk gezegd dat het de combinatie is van beide. Kunst moet tot nadenken stemmen en hoeft niet altijd mooi te zijn is een stelling die ik deel. Daarom begrijp ik wel een beetje waarom de dieronvriendelijke 'Dali Atomicus' van Halsman en Dali wereldberoemd geworden is. Ook zie ik op de foto weer die min of meer waanzinnige uitstraling van Dali, dat zie je als je goed kijkt aan die grote ogen van hem met al dat wit, althans bij één oog.

Toen we daar eens een keer in die regio waren (zie o.a. mijn stukje 'elBullie' van 20 december 2009.) hebben we zijn woonhuis gezien. Van een aantal aan elkaar gerijgde vissershuisjes had hij in Port Lligat nabij Cadaques één huis gemaakt. Uiteraard hebben we ook het Teatre-Museu Dali met al die malle eieren op de dakrand bezocht in Fiqueres. Een absolute aanrader, want ook al wordt ik door de 'Dali Atomicus' niet of nauwelijks geroerd, hij heeft ook heel veel kunst gemaakt die dat wel doet! Neem 'Galatea of the Spheres' die we daar zagen hangen. Het is een schilderij dat Dali in 1952 maakte van zijn vrouw Gala. Het gezicht is opgedeeld in atomen, verbeeld door bolletjes die achter elkaar geschilderd zijn. Hierdoor vallen soms delen van haar gezicht weg, die je dan in een ander bolletje weer terug ziet. Opvallend is de diepte en dat het gezicht als een hemellichaam in de ruimte zweeft.

donderdag, augustus 15, 2013

SM 's-Hertogenbosch II


Eind 2011 waren we voor het laatst in het Stedelijk Museum in De Bosch. Ze zaten toen nog in een oud fabriekspand in het Paleiskwartier (zie mijn stukje SM 's-Hertogenbosch van 26 december 2011). Gisteren hebben we samen met W en A uit Zaltbommel kunnen constateren, dat de destijds weergegeven impressies van de nieuwe vestiging van het Stedelijk Museum in de Bossche binnenstad aardig overeenkomen met de werkelijkheid. Ze hebben er iets langer over gedaan, om het ontwerp van Bierman Henket Architecten gerealiseerd te krijgen dan destijds gepland, maar een kniesoor die daar nog moeilijk over doet. Het resultaat mag er zijn, oud en nieuw vormen in het Bossche Museumkwartier, zoals dit deel van de historische binnenstad wordt genoemd een evenwichtig en amorf geheel!

Maquette Museumkwartier 's-Hertogenbosch.
Op vrijdag 24 mei j.l. is het Bossche Museumkwartier officieel geopend door prinses Beatrix. Het nieuwe Stedelijk en het Noordbrabantsmuseum zitten nu in één gebouwencomplex d.w.z. het Stedelijk Museum in een compleet nieuw bouwdeel, en het Noordbrabants Museum in een gerestaureerd c.q. uitgebreid bouwdeel. Het complex van beide musea dat rond een historische binnentuin is gesitueerd, maakt deel uit van het Museumkwartier in 's-Hertogenbosch, waar de stad en de provincie gezamelijk ruim vijftig miljoen euro in hebben geïnvesteerd. Beide musea werken nauw samen, maar behouden hun soevereiniteit. Ze hebben beiden hun eigen beleid en directie, maar werken bijvoorbeeld wel samen op het gebied van beveiliging en hebben o.a. ook gezamelijk een museumrestaurant en museumwinkel.
Op het terras van de prachtige binnentuin hebben we een tijdje zitten bijkomen van al het moois wat we daar hebben gezien. Jammer dat de wespen ons parten gingen spelen, anders hadden we bij wijze van spreken daar nu nog gezeten.
Over prachtige plekjes gesproken, het terras van eetcafé de Roskam op de Waaldijk in Hurwenen waar we na ons museumbezoek verzeild raakten, mocht er ook zijn. Magnifiek landschap met een geweldig uitzicht op de druk bevaren rivier. Trouwens ook een goeie bediening daar. Bij elkaar genomen een plek waar je het wel een aantal uurtjes kan uithouden, en dat hebben we dan maar gedaan ook!

Eetcafé de Roskam aan de Waal in Hurwenen.

dinsdag, augustus 13, 2013

Vliegeren


Vier jaar geleden, om precies te zijn op 27 juli 2009 schreef ik 'Maasvlakte 2'. Een stukje over o.a. 'Woorden in de branding' met een gedicht van Jules Deelder 'Maasvlakte' geheten. Het één en ander in het kader van Portscape 2, een kunstprogramma op de Maasvlakte 2 waarin kunstenaars vanaf 2008 tot heden konden reageren op de veranderende omgeving.
Gisteren las ik in een artikel van Stefan Kuiper in de bijlage van de Volkskrant, dat project 'Solar Bell' van de Argentijnse kunstenaar en architect Tomás Saraceno (1973) deze maand het slotstuk vormt van de serie kunstprojecten die sinds het begin van Portscape 2 in 2008 zijn gerealiseerd.

'Solar Bell' is een futuristische, vliegende constructie. De hele maand augustus nog vinden, als het weer meewerkt, in het weekend demonstraties plaats met het eerste schaalmodel van 'Solar Bell' nabij FutureLand, het informatiecentrum over Maasvlakte 2. (Info: www.portscapes2.com of www.futureland.nl) Tegelijk met de demonstraties van 'Solar Bell' is de tentoonstelling 'Portscapes 2' te zien in de Yangtzezaal in FutureLand.
Met 'Solar Bell' onderzoekt Tomás Saraceno de mogelijkheden voor een utopisch nieuw land, niet gewonnen op de zee, maar op de zwaartekracht. Steden die op de wind boven de wolken zweven, gebouwd met ultralichte koolstofvezels en voorzien van zonnepanelen die energie leveren. Dat is een toekomstbeeld dat hij voor zich ziet. 'Solar Bell' is een kunstwerk in ontwikkeling en is een vervolg op een serie werken waarmee Saraceno de zwaartekracht uitdaagt.



Het ontwerp van 'Solar Bell' is gebaseerd op de driezijdige piramide, bedacht door Alexander Graham Bell. Bell was niet alleen de uitvinder van de telefoon, maar deed ook belangrijke ontdekkingen op het gebied van luchtvaart en vliegerbouw. Saraceno blaast Bells model nieuw leven in en schetst een science fictionachtig beeld van mogelijk toekomstig gebruik van het luchtruim als alternatief voor creëren van land uit zee.
Het zes meter hoge en vijf meter lange demonstratiemodel van 'Solar Bell' ziet er uit als een omgekeerde piramide en bestaat uit hightech lichtgewicht constructiematerialen en zeilen met oprolbare panelen. De constructie gaat volledig op windenergie de lucht in en is ontworpen volgens de nieuwste technieken. Voor het technisch onderzoek is nauw samengewerkt met de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU in Delft.

Tomás Saraceno is een visionair kunstenaar, opgeleid als architect, die er naar streeft de kloof tussen kunst en wetenschap te overbruggen. Gedreven door zijn wens om zwevende toekomstgerichte architectuur te bouwen, zet hij zijn kennis van de fysica, chemie en architectuur in bij het ontwikkelen van bestaande constructies die vaak toegankelijk zijn voor het publiek. Bekende recente werken van Saraceno zijn 'Cloud City' geïnstalleerd op het dak van het Metropolitan Museum in New York (2012) en 'In Orbit' momenteel in het K21 Museum voor Hedendaagse kunst in Düsseldorf, zie onderstaand filmpje.



Fascinerend, rennen en klimmen in flinterdunne kunststofconstructies op hoog niveau, mensen met hoogtevrees zullen zich denk ik wel een paar keer bedenken voor ze daar aan beginnen, als ze er al aan beginnen. Maar die kunnen zich dan altijd nog op Maasvlakte 2 een paar weekenden vergapen aan de 'Solar Bell', als de vlieger tenminste opgaat.

zondag, augustus 11, 2013

Grou


Het Friese Grou aan de westkant van het Pikmeer en het Prinses Margrietkanaal is de hoofdplaats van de gemeente Boarnsterhim. Maar niet lang meer, want met ingang van 1 januari 2014 wordt de gemeente Boarnsterhim opgeheven en zal Grou deel uitmaken van de gemeente Leeuwarden.
Eergister hebben we in Grou S, W, R en D opgezocht die daar aan het eind van hun vakantie met Lemsteraak de 'Poolster' een dagje lagen. Er was nog enige consternatie te bespeuren vanwege een verdrinkingsgeval in de jachthaven. Het betrof een 17 jarig meisje uit Utrecht. Men kon alleen maar gissen naar hoe ze 's nachts, onderweg naar de zeilboot waarop ze verbleef, in het water terecht gekomen is. Waarschijnlijk heeft ze zich in het donker in de locatie vergist en is ze van de steiger in het water beland. Triest, we kenden het slachtoffer wel niet, maar evengoed drukt zo'n dramatische gebeurtenis in de haven een stempel!

Nabij watersportdorp Grou, dat zo'n beetje in het hart van het waterrijke Friesland ligt, hebben we menig maal gezeild. Het water, de rust, de ruimte en de prachtige luchten hier, trekken me altijd enorm aan. Bijna nergens in deze contreien wordt het uitzicht verstoord door industrie of stedelijke drukte. Boerderijen, uitgestrekte weilanden, natuurgebieden en karakteristieke dorpjes en stadjes met prachtige gevels en kerktorens vormen hier het decor, en Grou maakt daarop geen uitzondering.

De 'Poolster' lag in de Gemeentelijke Jachthaven aan de Meersweg aan een kopsteiger. Vanuit de kuip hadden we zo een mooi en onbelemmerd uitzicht op het Pikmeer en het Prinses Margriet Kanaal. En dat was genieten natuurlijk, want er is altijd wel wat te zien op het Pikmeer en het druk bevaren Prinses Margriet Kanaal. Beetje jammer dat we vanwege een regenbui een poosje de kajuit in moesten, maar achteraf gezien was dat ook wel weer gezellig. Toen we na de bui ons hoofd weer door het luik naar buiten staken, zag een groot deel van het wateroppervlak in de haven bont en blauw van olievervuiling. Een snel controlerondje op de 'Poolster' leerde ons dat de oliefilm gelukkig niet van ons afkomstig was. Er liepen al meer mensen op de steiger uit te kijken naar de veroorzaker van dit milieudelict, maar het bleek niet te traceren. En toen een poosje later de gealarmeerde politie zich op de steiger melde, wisten die ook niet waar ze zoeken moesten omdat de oliefilm al weer zo goed als verdwenen bleek. Ja, ja, je maakt wat mee in zo'n haven! En inmiddels was het ook nog eens een keer etenstijd geworden.

Na in Grou even de beentjes te hebben gestrekt, zijn we met z'n zessen neergestreken in wijn, tap en eethuis 'Amicaal' aan het Halbertsma's Plein in het centrum van Grou. Het terras zat vol, we moesten dus naar binnen, maar dat bleek achteraf niet erg. We kregen een prima tafel toegewezen bij het raam, en de menukaart bood voor elk wat wils. Kabeljauw met mosterdsaus; Gemarineerde lamsbiefstukjes met honing-tijm saus; Oosterse salade met gemarineerde biefstukreepjes, koriander en munt en last but not least Mosselen bereid op Belgische wijze met knoflook en witbier. Als dat allemaal niet lekker is dan weet ik het niet meer. Maar het was lekker en de sfeer was ongedwongen, de keuken heeft ons ondanks de grote drukte niet lang laten wachten en de bediening heeft ons vriendelijk en adequaat geholpen. Bedankt S en W voor al dit moois, goeie keus van jullie. Als ik hier in de buurt zou wonen, zou ik hier vaak eten!

Likkend aan een ijsje van SCOOP ice cream, namen we na een korte wandeling door Grou afscheid van elkaar. Wij moesten nog een uurtje rijden voor we thuis waren en S, W, R en D hadden op de 'Poolster' het rijk weer alleen.

zaterdag, augustus 10, 2013

Havenroute in Waterloopbos


In de Noordoostpolder ligt aan de Voorsterweg in de buurt van Marknesse een prachtig verwilderd bosgebied. Het Waterloopbos geheten dat daar in 1944 is aangelegd, en daarmee één van de oudste bossen van Flevoland is. In 1952 droeg de Rijksoverheid het bosgebied over aan het Waterloopkundig Laboratorium in Delft, waar het bos zijn huidige naam ook aan te danken heeft. Het Delftse onderzoeksinstituut verwierf daarmee een nevenvestiging in de Noordoostpolder, waar wetenschappers in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw op ruime schaal allerlei proefopstellingen konden bouwen en testen. Zo zijn in 'De Voorst' zoals de nevenvestiging van WL in het Waterloopbos genoemd werd o.m. de Deltawerken en de havens van Rotterdam, Lagos, Bangkok, IJmuiden en Vlissingen berekend en ontworpen. Maar ook bij een tientallen kilometers lange zeewerende dijk in Coronie (Suriname) is het Waterloopkundig Laboratorium betrokken geweest.

Plattegrond situatie diverse schaalmodellen  in waterloopkundig laboratorium 'De Voorst'.

Met behulp van stuwen en dammen bootsten ingenieurs de werkelijkheid na. Als de onderzoekers klaar waren met hun studie, lieten ze de proefopstelling gewoon in het bos achter. Het schijnt altijd de insteek van het WL geweest te zijn, om het bos en de natuur zoveel mogelijk te sparen. De goten, geulen, dammen en stuwen raakten na gedane arbeid dan ook al snel begroeid met allerlei soorten planten.
Met de komst van de computer werden de schaalmodellen in het bos overbodig. Het overbodig geworden terrein werd verkocht aan een projectontwikkelaar, die plannen had om er zo ongeveer 1000 vakantiewoningen te plaatsen. Maar gelukkig wisten omwonenden en natuurorganisaties dit middels een jarenlange procedure te voorkomen. Eind 2002 nam Natuurmonumenten het Waterloopbos over en maakte er een toegankelijk bos van.

Gisteren hebben we daar de z.g. Havenroute gelopen. Een route van ca. 4 km langs allerlei overwoekerde schaalmodellen van havens en andere waterbouwkundige werken in de wereld. Ik stelde me de werksituatie van de wetenschappers destijds voor, hoe ze daar 's morgens rustig met een paar sneetjes brood, een thermosfles en een notitieblok in hun aktetasjes naar hun schaalmodelletjes wandelden. Misschien te mooi voorgesteld, maar ik kan me beroerdere werksituaties voorstellen. We vonden het een prachtig bos, de rust en overal het gelispel van stromend water om je heen met prachtige libellen, waterjuffers, schrijvertjes noem maar op. We vonden het echter om de één of andere reden ook een beetje een mysterieus bos. Even kwam de gedachte aan de dode wolf in ons op, die ze de vorige maand in deze contreien langs de kant van de weg gevonden hebben. Als je de berichtgeving hierover geloven moet, dan zou je in de toekomst hier zomaar zo'n beest kunnen tegenkomen, ook al zijn ze schuw. Hoe ga je daar dan mee om? Enfin, gelukkig hadden we gisteren tijdens de prachtige havenroutewandeling in het Waterloopbos, weinig moeite met deze gedachtespinsels weer uit ons hoofd te zetten!

woensdag, augustus 07, 2013

fietsen


Afgelopen maandag samen met onze vrienden H en M uit Amsterdam een aardig fietstochtje gemaakt over de Veluwe. Grofweg vanaf Harderwijk via Hulshorst (voormalige treinstation), Leuvenum (De Zwarte Boer), Staverden (Kasteel), Uddel (Uddelermeer), Garderen (door centrum), Drie (Het Boshuis), Putten (Kerkplein, Oude Kerk) en Ermelo (door buurtschap Horst) terug naar Harderwijk, een rondje van ca. 51 kilometer. 't Was behoorlijk warm, maar gelukkig fietsten we regelmatig in de schaduw van het bos wat enige verkoeling gaf.

Nabij het voormalig treinstation Hulshorst, gebouwd in 1863 en gesloten in 1987, staken we het spoor Amersfoort-Zwolle en de A28 over en vervolgden we onze weg via de fietspaden langs de Hierdense- en Leuvenumsebeek in het Leuvenumse Bos richting Leuvenum. Gerrit Achterberg schreef in 1936 over station Hulshorst het volgende gedicht:
Hulshorst, als vergeten ijzer is uw naam, binnen de dennen en de bittere coniferen, roest uw station; waar de spoortrein naar het noorden met een godverlaten knars stilhoudt, niemand uitlaat niemand inlaat, o minuten, dat ik hoor het weinig waaien als een oeroude legende uit uw bossen: barse bende rovers, rans en ruw uit het witte veluwhart.

Nabij Boutique Hotel-Restaurant 'De Zwarte Boer' staken we de Jhr. Dr. C.J. Sandbergweg over en fietsten we verder over een prachtig fietspad door bossen en landerijen richting Postweg. De herberg De Zwarte Boer lag vroeger aan een kruispunt van zogenaamde Hessenwegen, doorgaande handelswegen van Duitsland naar het westelijk deel van de Nederlanden. De herberg fungeerde als pleisterplaats voor de doorgaande reizigers. De aanleg van de Zuiderzeestraatweg, vanaf 1830, betekende een vermindering van het aantal reizigers dat gebruik maakte van de herberg. Maar na de aanleg van de Postweg tussen Harderwijk en Elspeet in 1859 nam het aantal overnachtingen weer toe. In de gelagkamer van de voormalige herberg bevindt zich een 19e-eeuwse schouw met twee tegels waarop de afbeeldingen staan van Koning Willem II en zijn echtgenote Anna Paulowna.

Aangekomen op de Postweg fietsten we, na een korte pitstop aldaar met fris en een krentenbol, richting Kasteel Staverden. Het huidige kasteel, inmiddels al het vierde, is in het jaar 1905 gebouwd op de fundamenten van het vorige kasteel, uit de achttiende eeuw. Het kasteel, de slotgracht, de bijgebouwen en de schitterende tuin liggen midden in een gevarieerd bos- en cultuurlandschap. Een prachtig wandelgebied ook, waar je ons op een vroege ochtend met enige regelmaat kan treffen, en anders wel aan een lekkere bak koffie in de brasserie aldaar. Zie verder mijn stukjes over dit kleinste stadsgebiedje (stadsrechten sinds 1298) van Nederland t.w. 'Sneeuwwandeling' van 3 januari 2010, 'Wandeling' van 22 februari 2013 en 'Wandeling II' van 4 maart 2013.

We vervolgden onze weg over de Uddelermeerweg, een prachtige weg omzoomd met oude bomen. We hebben daar een keer met de auto in het donker gereden, toen we ineens allemaal koplampen in het bos meenden te zien. We dachten even te hallucineren, maar het bleken allemaal ogen te zijn. Dat werd duidelijk toen vlak voor onze auto een roedel damherten de weg overstak. Bij de Garderenseweg aangekomen moesten we nog even een klein stukje naar links, tot aan Café Restaurant 'Het Uddelermeer', het was tijd voor de lunch.
Het uitzicht op het Uddelermeer riep de vraag op over het ontstaan van deze plas. Het Uddelermeer, dat 17 meter diep schijnt te zijn en de bron is van de Hierdensche Beek, is waarschijnlijk ontstaan als een zogenaamde pingoruine of ijskernheuvel tijdens het Saalien, een van de laatste ijstijden. Na het smelten van de ijskern bleef alleen het gat over, dat het huidige Uddelermeer vormt.

Na de lunch peddelden we over de Garderenseweg en de Koningsweg naar Garderen. 't Was even stevig doortrappen om de Solseberg over te komen, maar eenmaal boven gaat het uiteraard weer als vanzelf. De markante kerk en molen van Garderen, mooi weergegeven in een schilderij van ene Ingrid Hassebroek, zijn in het landschap niet te missen. Even door het centrum van Garderen vervolgden we onze weg over de Speulderweg. Na verloop van enige tijd namen we links de afslag Peppelseweg, voor de fiets een af en toe enigszins moeilijk begaanbaar zandpad, maar het was gelukkig maar van korte duur. Want even later peddelden we alweer op de Dodenweg, een mooi geasfalteerd fietspad, richting Sprielderweg en Boshuis Drie.
Op de Sprielderweg aangekomen gingen we linksaf voorbij Het Boshuis richting Putten. Het Boshuis ligt aan een kruispunt in Drie te midden van het Speulder- en Sprielderbosch. De hallenhuisboerderij werd in 1765 gebouwd, althans de jaartalankers geven dat jaartal aan. Het pand heeft een met riet en pannen gedekt wolfsdak. Waarschijnlijk werd de boerderij in de eerste helft van de 19e eeuw verbouwd. Uit die tijd dateert de bepleistering van het rechterdeel en de driehoekige gevelpunt aan de rechtervoorzijde. Zolang ik van het bestaan van Boshuis Drie afweet heeft de voormalige boerderij al een horecabestemming. Vroeger aten we daar met de kinderen vrij regelmatig pannenkoeken, want zoals ze daar gebakken werden kwam je ze bijna nergens tegen.

Het Solse Gat dat we voorbij kwamen is een z.g. leemkuil, waar ze vroeger op de Veluwe leem afgroeven. Waarschijnlijk is de kuil evenals het Uddelermeer tijdens de laatste ijstijd ontstaan als een pingoruïne. Onderin het gat is een moerassig terrein ontstaan met daarin een poel. In het drassige Solse Gat is een voor de Veluwe bijzondere plantengroei ontwikkeld, en voor het wild in dit deel van de Veluwe vormt de poel uiteraard een drinkplek.
Volgens een oude legende stond op de plek van het Solse Gat eens een klooster. Vanwege het liederlijke gedrag van de monniken verzwolg de aarde het klooster. Op gezette tijden zouden de klokken van het klooster nog te horen zijn en zouden de geesten van de monniken verschijnen.

Nabij Putten namen we al in het bos de afslag Drieseweg, en eenmaal in het dorp konden we het natuurlijk niet laten om even langs ons oude huis aan de Lariksstraat te fietsen. Het stond er allemaal nog, de tuin was uiteraard volgroeider maar lag er in aanleg na bijna 30 jaar nog net zo bij. Middels de Brinkstraat en de Kelnarijstraat kwamen we op het Kerkplein uit, en was het weer tijd voor een pitstop met een drankje op het terras van café restaurant 'De Hertogh'. Als de muren van de Oude Kerk, waar we tegenaan keken, konden praten zouden we met z'n allen denk ik aardig stil worden. Vanaf deze plek zijn in oktober 1944 na een razzia door de Duitse bezetters ruim 600 mannen uit Putten weggevoerd naar diverse concentratiekampen. Een vergeldingsmaatregel waarbij in totaal 552 mensen om het leven kwamen. Zie ook mijn stukje 'Gedachtenisruimte' van 20 mei 2012.

De Oude (Hervormde) Kerk is een in oorsprong laatgotische, eenbeukige dorpskerk uit de 15de eeuw, met driezijdig gesloten, door kruisribgewelven overdekt koor. Vermoedelijk 16de eeuwse, rechtgesloten noordbeuk. Een kapel en sacristie aan de zuidzijde werden in 1932 gesloopt ten behoeve van uitbreiding van het schip in quasi gotische vormen. Aan de noordzijde eveneens storende aanbouwen. Van het oude meubilair is onder meer van belang: een eiken preekstoel uit 1624 en een tekstbord uit 1691. Doophek XVIIa. Een verbouwing van het inwendige vond plaats in 1965-66, waarbij men het oude meubilair handhaafde en een vijftal gave 17de eeuwse zerken ontdekt werd die een nieuwe plaats in de kerk gekregen hebben.

Via de Papiermakerstraat en de Telgterweg verlieten we de dorpskern van Putten. Op de Telgterweg namen we op een gegeven moment de afslag naar een mooi fietspad richting Beekweg. Aan de overkant van de Beekweg ging het fietspad verder door bossen en prachtige landerijen. Bij de Volenbeekweg fietsten we aan de andere kant van het spoor Amersfoort-Zwolle over deze weg verder richting Oude Telgterweg. En via de Arendlaan, Oude Nijkerkerweg, Kolbaanweg, de Westermeenweg nabij Drielanden en nog wat afslagen, kwamen we uiteindelijk weer op ons vertrekpunt in Harderwijk aan. Het was een mooie fietstocht in een voor mij bekende, maar altijd weer prachtige omgeving!
Nevenstaand kunstwerk van de Duitse beeldhouwer Hubertus von der Goltz (1941) bestaat uit een staalconstructie van drie driehoekige stalen balken, het is 13 meter hoog en komt 20 meter boven de A28 uit. Op een van de balken staat een man gemaakt uit een aluminium legering. Het kunstwerk maakt onderdeel uit van de geluidswal langs de wijk Drielanden in Harderwijk.

Als gezegd, einde van een mooi fietstochtje. En met een hapje en een koel wijntje, lieten we een poosje later op het terras het hele fietstochtje nog een keer de revue passeren met een zekere mate van voldoening. Niet in het minst door het voortdurend rommelen en weerlichten in de verte van naderend onweer.

zondag, augustus 04, 2013

'even Apeldoorn doen'


'Even Apeldoorn bellen' heb ik gelukkig nog niet vaak hoeven doen, maar 'even Apeldoorn doen' des temeer, ook al bleef het niet altijd bij 'even'. Vandaag hebben we in Apeldoorn een wandelingetje rond de grote bosvijver gemaakt in natuurpark Berg & Bos, dat grenst aan de Kroon- domeinen van Paleis Het Loo. In het ruim 250 hectare grote park, dat in 1934 als werkverschaffingsproject is aangelegd, tref je eigenlijk uitsluitend planten en bomen aan die op de Veluwe thuishoren. Vanmorgen hebben we bij de grote bosvijver ook even op de 'Stenen Bank' gezeten, waar volgens Bartjes koningin Wilhelmina vroeger heeft zitten schilderen. Ik kan me er iets bij voorstellen, het uitzicht is prachtig. Na de wandeling hebben we op het terras van café restaurant 'De Boschvijver' lekker in de schaduw zitten lunchen.

Vervolgens zijn we naar het CODA Museum gereden aan de Vosselmanstraat in het centrum van Apeldoorn. De tentoonstelling 'CODA Paper Art' die daar nog tot en met 27 oktober a.s. te zien is, was bijzonder. De expositie van tientallen kunstenaars en vormgevers uit heel de wereld liet ons even zien wat je met papier allemaal niet kan doen. Een fantastisch materiaal eigenlijk, dat met name in de laatste jaren erg populair geworden is onder vormgevers van meubelen en sieraden.

De mogelijkheden van papier lijken onbeperkt. De expositie is eigenlijk een dwarsdoorsnede van mogelijkheden met papier. Ik vond het bijzonder om te zien dat de eigenschappen van papier door de vormgever meer als uitgangspunt werd gebruikt, terwijl de kunstenaar de meer beelddragende eigenschappen koesterde.

Een in meerdere opzichten inspirerende expositie!

vrijdag, augustus 02, 2013

Cajón versus Bodhran


Tijdje terug een Schlagwerk Cajón (spreek uit als 'Kachón') gekocht, type CP404 2inOne Snare Cajon. Afwisselend bespeel ik sindsdien bij Hodgepodge behalve de bodhran nu ook de cajón. Twee eenvoudige maar zeer karakteristieke percussie instrumenten, met elk een eigen klankkleur en totaal verschillende mogelijkheden.

Evenals de bodhran is de cajón een soort handtrommel, met dit verschil dat het slagvlak van de bodhran is gemaakt van een geitenvel en het slagvak van de cajón van dun hout (triplex), in mijn geval van beukenhout. Volgens Bartjes komt de Cajón oorspronkelijk uit Peru, waar dit instrument veel wordt gebruikt als begeleidingsinstrument voor dansen als de tondero, de zamacueca en de Peruaanse wals. De cajón schijnt ooit uit armoede te zijn ontstaan. Tijdens de lange overtocht naar Amerika waren er meestal geen muziekinstrumenten aan boord, maar wel vaak lege kisten. Deze werden dan gebruikt als percussie-instrumenten, waaruit uiteindelijk de cajón is ontstaan.



De cajón is op verschillende manieren te bespelen, waardoor de elementen van een slagwerk (bass, snare en hi-hat) gecombineerd kunnen worden. Binnen in de doorgaans rechthoekige holle kast zijn tegen de voorkant metalen snaren gespannen, die zo gemonteerd zijn dat zij kunnen rammelen. Hierdoor wordt het 'snare'geluid van een traditionele snaredrum gecreëerd. Ook wordt er vaak een bosje met lichtmetalen belletjes aan de binnenkant gespannen. Aan de achterkant van de cajón bevindt zich een rond klankgat. Een cajónspeler zit op zijn instrument en bespeelt dit met beide handen, en soms zelfs met de hakken.

Bijgaand filmpje laat een mooi sfeerbeeld zien en horen van wat je met beide percussie instrumenten kan bereiken.