maandag, maart 26, 2007

Avondmuziek



Via een bezoek zaterdagmiddag aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam, naar een z.g. Avondmuziekuitvoering van het Sint-Maartenprojectkoor en het jongenskoor Rivierenland/Rijnmond, met medewerking van RBO Sinfonia en het hoofdorgel, 's avonds in de prachtige 15e eeuwse Sint-Maartenskerk in Zaltbommel.

Het gebouw, hoek Daniel Meyerplein/Nieuwe Amstelstraat, waarin het Joods Historisch Museum is gevestigd bestaat in feite uit een samenvoeging van 4 voormalige synagogen t.w. De Grote Synagoge (1671) de Obbene Sjoel (1685) de Dritt Sjoel (1700) en de Nieuwe Synagoge (1752). Een vaste tentoonstelling over Religie en Geschiedenis van de joden in Nederland vanaf 1600 tot heden, geeft een goed beeld van de joodse samenleving hier. Er is een Kindermuseum in het gebouw gehuisvest, waarin de bezoekers o.a. kunnen ervaren wat belangrijk is in de joodse traditie. Er is een Prentenkabinet en er zijn diverse wisseltentoonstellingen. Momenteel o.a. fotowerk van Robert Capa (1913-1954) en Eva Besnyö (1910-2003) twee grote fotografische vernieuwers in de 20e eeuw en beiden van Hongaars-joodse afkomst.

Robert Capa was de grondlegger van de moderne fotojournalistiek. Beelden vastgelegd tijdens gevechtsacties aan de frontlinies van de brandhaarden in de wereld van de 20e eeuw. Fascinerende foto's van o.a. de Spaanse Burgeroorlog en de 2e Wereldoorlog. Maar ook had hij als geen ander oog voor de verwoestende invloed van oorlog op het leven van de gewone burgers, hij zag zijn fotografie vooral als wapen tegen onrecht en onderdrukking. In 1954 is hij op nauwelijks 41 jarige leeftijd tijdens zijn werk door een landmijn om het leven gekomen in Thai-Binh (Indochina)

Eva Besnyö (1910-2003) is vanwege de opkomst van de Nazi's in Duitsland in 1932 in Nederland komen wonen, waar ze tot haar dood toe is gebleven. Ze stierf op 93-jarige leeftijd in het Rosa Spier Huis in Laren.
Eva Besnyö was één van de grootste fotograven van Nederland. Ze heeft veel betekent in de portretfotografie, maar ook architectuur had haar belangstelling. Vrouwenportretten uit de jaren dertig, foto's van de wederopbouw van Nederland en een reeks portretten uit de jaren veertig en vijftig van bekende kunstenaars, schrijvers en acteurs.

Toen we het allemaal gezien hadden, zijn we in de auto gestapt en naar Zaltbommel gereden. Op naar de Avondmuziek! Een uurtje later zaten we onder het genot van een borreltje en een bitterballetje in cafe "De Verdraagzaamheid" aan de Waalkade, naar het scheepvaartverkeer op de Waal en naar de prachtige brug te staren. Ondertussen staat het 4 meter hoge beeld van een jongen in zwembroek (kunstenaar Marcel Smink) in de uiterwaarden ijzerenheinig de maximale hoogte van het water aan te geven, voordat de Bommelaren natte voeten krijgen. In het 't Stadshuis, een brasserie aan de Waterstraat, zijn we vervolgens nog een tijdje verder gegaan met het versterken van de inwendige mens.

Rond kwart voor acht zaten we dan eindelijk op onze bankjes in de prachtige, maar nogal kille Sint-Maartenskerk met een dikke jas aan te wachten op de dingen die gingen komen. Vanwaar ik zat had ik een mooi zicht op het monumentale orgel. De geschiedenis van dit orgel is een verhaal apart, te lang voor dit bestek. Het is een Wolfferts-Heyneman orgel (de namen van de twee orgelbouwers die er in de 18e eeuw aan hebben gewerkt) en één van de belangrijkste orgels in Nederland uit de tijd van J.S. Bach.

Om acht uur zette het koor in met "Nun bitten wir den Heilige Geist" een lied van M. Praetorius (1610) Vervolgens zette het koperkwartet in met een stuk van M.v. Hessen uit 1612. Volgens mij hadden de blazers van het koorbegeleidingsorkest RBO Sinfonia ook een beetje last van de kou, want het klonk af en toe een beetje dunnig. In ieder geval gingen ze toen ze uitgeblazen waren met het stuk, snel naar een verwarmde ruimte elders in de kerk, om het koper voor het volgende stuk weer enigszins op temperatuur te krijgen.
Het in oktober 2006 opgerichte jongenskoor Rivierenland/Rijnmond zong daarna "O breath of God" en "The Lord's my Shepperd" beide van M. Archer (1952). Ze deden het goed vond ik in die koude kerk, waarop ze duidelijk niet waren gekleed.

En toen kregen we het grote orgel te horen, wat een prachtige tonen in die kolossale ruimte, bijzonder indrukwekkend! Organist Arno van Wijk speelde stukken van J. Pachelbel (1653-17060 en van D. Buxtehude (1637-1707) Er werd nog veel gezongen door het koor die avond. De avond werd afgesloten met het "O Jesu Christ, meins Lebens Licht" BWV 118 van J.S. Bach.

Het was een mooie avond daar in Zaltbommel, maar ik was tijdens de rit in de auto terug naar huis, toch ook wel weer heel blij met de keuze van Ruud Hermans prachtige country-pop op Radio2, een wel heel ander genre Avondmuziek.

zondag, maart 18, 2007

Frau Bach



In Harderwijk is op het Klooster in kunstcentrum "Catharinakapel" vaak wat te doen. Afgelopen zaterdagavond hebben we daar de muziektheatervoorstelling "Frau Bach" bijgewoond.
Een voorstelling over Johann Sebastian Bach gezien door de ogen van diens vrouw, gespeeld door de actrice Yvonne van den Hurk. Ze schetst in het stuk de lotgevallen van de weduwe van Bach en haar dochter Regina, gespeeld door de mezzosopraan Inge Schneider, terwijl violiste Esther Apituley delen uit Bachs cellosuites en vioolsonates speelt.
Het gezin is straatarm achtergelaten door de componist. Door de partituren en diverse snuisterijen van de componist te verkopen, scharrelen ze een inkomentje bij elkaar. Dat doen ze met humor en daadkracht, en zo verheffen ze zich min of meer boven het grauwe bestaan dat door het krijgen van aalmoezen wordt gekleurd en beheerst.

De muziek speelt een grote rol in de voorstelling, maar ondanks dat vullen muziek en tekst elkaar mooi aan. Knap van Yvonne van den Hurk vond ik ook de soepele rolwisselingen, het ene moment is zij Frau Bach en vertelt ze intiem hoe ze als Anna Magdalena met haar man en het gezin aan tafel zitten, het andere moment beziet ze het reilen en zeilen in het leven van de componist samen met het publiek vanaf een afstand, meer objectief.

Het was een bijzondere avond. Het gaf mij een verrassend andere kijk op het leven van Bach (1685-1750) de componist van het machtige oratorium "De Matthäus Passion" om maar iets te noemen. Tot op de dag van heden wordt hij nog algemeen gezien als één van de grootste en invloedrijkste componisten uit de geschiedenis van de klassieke muziek, een genie. Behalve opera omvat het oeuvre van Bach vrijwel alle stijlen en vormen die in zijn tijd gangbaar waren.

zaterdag, maart 17, 2007

Wadden



Nog een paar weekjes en dan ligt de "Swing" weer in z'n element. Ik droom al een tijdje van verre exotische bestemmingen, maar de wadden zijn ook goed. Of eigenlijk moet ik zeggen, die zijn altijd goed! Alleen in het hoog seizoen is het zo langzamerhand veel te druk aan het worden op het wad. De jachthavens van Texel, Vlieland en Terschelling liggen dan mudje vol met scherpe jachten, zo vol dat er niets meer bij kan. Heb je een hele dag gezeild en dan wordt je terug gestuurd, dat is natuurlijk niet leuk meer. Ankeren of droogvallen is dan een optie, maar ook dat is aan regels gebonden.

Het dilemma waar ik mij soms ook mee bezig houd, is het feit dat ik aan de ene kant al bijna sinds de oprichting in het najaar van 1965 lid ben van de waddenvereniging, en aan de andere kant een fervent watersporter ben en als zodanig mijn steentje bijdraag aan vervuiling en verstoring van het waddenmilieu. De waddenvereniging is een club die zich in principe verzet tegen elke vorm van aktiviteit op het wad die het milieu kan schaden. Dus eigenlijk geen economische en/of recreatieve aktiviteiten op het wad, in welke vorm dan ook.
Maar ja, ook de mens is een factor die in de natuur niet is weg te denken. Die hoord er natuurlijk net zo goed bij, dus is zo'n uitgesproken (gedateerd)standpunt niet haalbaar en niet wenselijk. Een verbod om je op het wad te begeven kan en mag ook niet de bedoeling zijn.
Maar economie en natuurbescherming botsen nou eenmaal nog wel eens met elkaar. Dus moet er samen gezocht worden naar compromissen, zodoende zijn alle belangengroepen eens om de tafel gaan zitten, om tot goede afspraken te komen. En dat is al aardig gelukt. Er is een soort gedragsregeling voor wadliefhebbers ontwikkeld, uiteraard t.a.v. de natuur in het algemeen, maar in het bijzonder t.a.v. de omgang met de zo kenmerkende fauna op het wad. Wat je lief hebt, daar ga je vanzelf voorzichtig mee om. Juist wanneer je je vrij voelt. De unieke wildernis die Wad heet stelt eisen aan de kennis en kunde van ons allemaal. Er wordt vertrouwd op eigen inzicht. Een Erecode dus, deze wordt onderschreven door o.a.

Vereniging Wadvaarders; Vereniging voor Beroepschartervaart (BBZ); Vereniging Bruine Zeilvaart Harlingen (VBZH); Noord Nederlandse Watersport Bond (NNWB); Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (KNWV); Algemene Nederlandse Wielrijders Bond (ANWB); HISWA; Waddenvereniging; Stichting Wadloopcentrum Pieterburen; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij directie Noord; Overlegorgaan Waddeneilanden (OOW); Vereniging van Waddenzeegemeenten (VvW); en Stuurgroep Waddenprovincies.

Dat is nog al wat dus, een ieder van ons wordt dan ook geacht zich aan de Erecode te houden. Doe je dat niet, dan loop je de kans een proces verbaal aan je broek te krijgen. De Erecode valt dus binnen een wettelijk kader. Het is niet anders, maar we moeten met z'n allen wat voor een goed milieu over hebben in dit overbevolkte landje.

Ik verheug me alweer op een aantal waddentochtjes binnenkort, maar liever niet in het hoogseizoen.

woensdag, maart 14, 2007

A Delicate Balance



Het met talloze prijzen bekroonde in 1962 geschreven relatiedrama, Who's afraid of Virginia Woolf? door de Amerikaanse (toneel)schrijver Edward Albee, is tot het wereldrepertoire gaan behoren. En dat ondanks zijn moeizame verhouding met de kunstwereld. In het stuk wordt met name de zinloosheid van het menselijk bestaan en het clichématige van de communicatie aan de kaak gesteld.
Gisteravond hebben we in Amsterdam van dezelfde schrijver in de grote zaal van theater Bellevue "Wankel Evenwicht" gezien, de nederlandse vertolking van "A Delicate Balance" uit 1966. Omdat het stuk dezelfde ingrediënten in zich heeft als Who's afraid of Virginia Woolf? (twee echtparen bij elkaar over de vloer) dringt een vergelijking zich natuurlijk wel op. Het stuk wordt opgevoerd door theatergroep Carver in samenwerking met Onafhankelijk Toneel.

Het speelt zich af in een weekend in een huis van een wat ouder echtpaar uit een redelijk welvarend milieu, wier huwelijk is verworden tot een vorm van status quo. Ze worstelen nog altijd met het verlies van hun zoontje, lang geleden. Claire, een alcoholistische inwonende zuster van de vrouw, die het tot haar ongenoegen ook nog eens goed kan vinden met haar echtgenoot, voorziet tot vervelens toe alle handelingen in het huis van bijtende, maar soms ook humoristische commentaren. Verder komt Julia, de 36-jarige dochter van het echtpaar ineens weer thuis een kamer opeisen, na het zoveelste debacle in haar eigen huwelijk. En dan verschijnt tot overmaat van ramp ook nog eens een bevriend echtpaar, die het thuis met z'n tweeën vanwege een onverklaarbare en overweldigende angst niet meer kunnen uithouden. Ze vinden het heel vanzelfsprekend dat ze daarom bij hun allerbeste vrienden kunnen intrekken. Het geeft nogal wat spanning allemaal, die gebeurtenissen. De delicate balans van ieders leven daar in dat huis wordt aan het wankelen gebracht. Er moet een nieuw evenwicht worden gevonden, want alle relaties staan onder permanente hoogspanning.

Ik vond het stuk in het begin boeiend en interessant, maar gaandeweg de speeltijd kreeg ik moeite met het één en ander. De opeenstapeling van zwaarmoedig stemmende gebeurtenissen was te gortig. De humor ontbrak eigenlijk! Regisseuse Mirjam Koen heeft volgens mij en anderen absoluut te weinig lichtheid in het stuk weten te brengen. Bij al het getob moet je, om de problemen goed te kunnen duiden en aan te kunnen pakken, ook eens met een grap of een lichtpuntje komen aanzetten. Die zijn natuurlijk altijd te vinden al zijn de problemen nog zo groot, en je lost ze daarmee sneller op. Maar hier waren ze nauwelijks te bekennen, behalve dan af en toe een raar dansje of een gevatte kwinkslag van de in dit opzicht uitblinkende notoir alcoholische Claire. Het duurde 2 uur, maar door het ontbreken van de hiervoor geschetste dynamiek in het stuk, was dat voor mijn gevoel minimaal een half uur te lang. De vaart en de verwachting die het stuk aanvankelijk in zich had en opriep, was voormij redelijk kort na de helft van de speeltijd verdwenen, het stuk kon mij op een bepaald moment echt niet meer boeien. Ik was blij dat het afgelopen was, en dat kwam niet alleen door de kennelijk haperende air conditioning in de zaal, die mij langzaam maar zeker in een stadium van apegapen deed belanden. Na afloop hadden we zo'n dorst dat we alvorens na huis te rijden, eerst nog even een pilsje hebben genomen in cafe "De Smoeshaan"

Toch was het alles bij elkaar genomen een leuk avondje uit. In "Casa Peru" een Peruaans restaurant aan de Leidsegracht hebben we eenvoudig maar heel lekker gegeten, en een kopje koffie in het sfeervolle "Cafe Americain" aan de Leidsekade maakt het natuurlijk wel af. Toen we voorbij de entree van de Stadsschouwburg liepen, moesten we ons praktisch een weg banen door schrijvers in smoking opweg naar het Boekenbal, de opening van de 72e Boekenweek. Het thema dit jaar is "Lof der Zotheid" Het bal werd geopend door Kees van Kooten met een betoog over humor in de literatuur.
Dat is ook toevallig!

woensdag, maart 07, 2007

Kerken



Aan de kerken en het geloofsbeleven uit mijn jeugdperiode tot aan mijn jonge volwassenheid moet ik zo af en toe nog wel eens denken, niet dat ik met de kerken of mijn opvoeding nog iets heb af te rekenen, want die tijd heb ik wel gehad en ligt reeds ver achter mij. Nee, maar soms komt het gewoon over je als je nu iets leest of ziet.
Met erg veel plezier denk ik er overigens niet of zelden aan terug, maar ik kan natuurlijk moeilijk ontkennen dat het vele bezoeken en aanhoren van religieuze wartaal in al die verschillende doorgaans nogal saaie godshuizen destijds, voor een substantieel deel van vormende invloed moet zijn geweest op mijn persoonlijkheidsontwikkeling, of ik het nou leuk vind of niet.
Maar ik kan mij niet herinneren dat ik het gedoe rond kerkgang en alles wat daar mee samenhangd ooit als een blije en positieve ervaring heb mogen beleven. Als kind niet en zeker als puber niet, ook al deed ik in die tijd vaak nog zo mijn best om het anders te zien. Kennelijk behoorde ik niet tot de selecte groep van zogenaamde uitverkorenen.
Nu, na zeker 36 jaar heidendom (om maar in het jargon te blijven) kan ik mijnsinziens mild gestemd en redelijk objectief terug blikken op mijn christelijke jeugdperiode.

Daarbij maak ik onderscheid tussen de periode dat ik als kind en puber nog bij mijn ouders thuis woonde, en de periode dat ik als jong volwassene het ouderlijk huis had verlaten. In het ouderlijk streven om van mij een soort gereformeerde piëtist te maken werd ik overal, vaak tegen wil en dank, mee naar toe gesleept of gestuurd. De gereformeerde basisschool, op zondag twee keer naar de kerk en na afloop de knapenvereniging, en later door de weeks ook nogeens de catechisatie en de jongelingenvereniging. En overal dankbetuigingen, gebeden en tekstbesprekingen, en maar psalmen en bijbelteksten uit je kop leren, om maar te zwijgen van de Heidelbergse catechismus, het christelijk maar bij uitstek gereformeerde leerstuk nota bene uit de tijd van de reformatie. Achteraf gezien één en al dogmatiek wat de klok sloeg!
De 2e fase uit mijn christelijke belevingswereld dateert uit de tijd dat ik als 19 jarige het ouderlijk huis had verlaten, en als een redelijk onzekere, maar toch zelfstandig jong volwassene de met de paplepel ingegoten traditie nog een tijdje in ere heb proberen te houden.

De 1e fase.

Wezep:
Vanaf midden jaren 40 tot eind jaren 50 van de vorige eeuw de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) onderhoudende art. 31. zichzelf toen noemende "de ware kerk" De kerkdiensten werden gehouden in een architectonisch gezien fraai kerkgebouwtje, gebouwd in 1940 aan de Zuiderzeestraatweg. De voorganger Ds. Goris was in zijn bewering van "de ware kerk" en "het ware geloof" zo stellig, dat het mijn ouders zelfs te gortig werd. Maar niet alleen mijn ouders, een groot deel van gereformeerd Wezep raakte de kluts kwijt, de strijd tussen voor- en tegenstanders van de stellingen van Ds. Goris werd tot op gereformeerde basisschool doorgevoerd. Een korte periode weken mijn ouders toen op zondagen per fiets uit naar de vrijgemaakte kerk in Hattem, maar dat hield niet lang stand. Besloten werd toen om maar over te stappen naar de Gereformeerde aanhangers van de synode van Assen uit 1926, we werden dus synodaal.

Vanaf dat moment, eind jaren 50 dus, liep ik op zondagen als puber met mijn ouders mee naar het verenigingsgebouw aan de Van Pallandtlaan in Wezep, alwaar de kerkdiensten werden gehouden. Ik kan mij de keer nog herinneren dat we tijdens één van de eerste wandelingen naar ons nieuwe godshuis op zondagochtend, een (ex)broeder tegenkwamen opweg naar zijn kerk (onze vorige dus) die mijn vader aansprak, en ijskoud beweerde dat hij de verkeerde kant op liep. De voorganger in onze nieuwe kerk was Ds. Post, een zachtaardige man die heel veel preekte over de liefde. Later werd overgestapt naar de "Kruiskerk" een nieuw kerkgebouw aan de Kerkweg, recht tegenover mijn ouderlijk huis. Ik was toen weliswaar de deur al uit, maar kwam in die periode op zondagen nog vaak bij mijn ouders thuis.

Wapenveld:
Vanaf midden jaren 40 tot midden jaren 50 kwam ik veel in Wapenveld bij mijn grootouders die Nederlands Hervormd waren, en uiteraard moest ik ook daar naar de kerk op zondag. Zodoende kwam ik daar regelmatig in de Hervormde Kerk terecht nabij de Manenbergerbrug aan de Kanaaldijk. Maar met name mijn vader maakte daar ook vaak weer uitstapjes naar zijn geliefde Gereformeerde Kerk, daar voelde hij zich kennelijk toch beter thuis. We gingen dan naar de vrijgemaakte kerk nabij de Flessenbergerbrug aan de Kanaaldijk, of naar de synodale kerk aan de Kwartelweg.

De 2e fase.

Nijkerk:
Vanaf 1963 tot 1967 ging ik regelmatig naar de "Vredeskerk" de Hervormde kerk in het v. Reenenpark, de kerk van mijn aanstaande schoonouders, ook goed al was ook hier weer veel discussie over de juiste geloofsrichting. Maar goed, mijn Gereformeerde genen kon ik natuurlijk niet verloochenen, dus ging ik al snel weer naar de "Kruiskerk" een gereformeerd kerkgebouw aan de Venestraat (in 1975 totaal afgebrand) in die kerk ben ik ook getrouwd waarbij Ds. Koppe de trouwdienst leidde, terwijl ik daar bij Ds. Koffeman zelfs nog belijdenis heb gedaan en door hem ons eerste kindje heb laten dopen. Weer een poosje later ging ik naar de "Goede Herderkerk" een nieuw gebouwde kerk aan de Stationsstraat en wat dichter bij de plek waar ik toen woonde. In deze tijd begon het in mijn gemoed m.b.t. kerk en christendom wel hevig te knagen. (Achteraf gezien kan ik nu wel zeggen, dat de vertwijfeling over van alles en nogwat al dateert uit de 1e fase, en deze al zeker vanaf mijn 16e jaar in toenemende mate aan mij knaagde) Door veel lezen en gesprekken met anders denkenden, was ik al een tijdje van mening, dat het christendom niet meer alleen van kerkelijk standpunt uit beoordeeld mocht worden. Een mooie seculiere gedachte vond ik, en heel verlichtend ook!

Putten:
Vanaf 1967 tot 1971 De Gereformeerde Kerk aan de Achterstraat, strijd, ook hier weer tussen aanhangers van Ds. Veenendaal en Ds. van Ginkel, een lichtelijk uit de hand gelopen meningsverschil over wel of niet moderniteiten in de zondagse erediensten geloof ik, waar je je al niet druk over kan maken. Nog meer geknaag, ik begon mij in toenemende mate niet meer thuis te voelen in de kerk, maar dat niet alleen, ook het christendom stond bij mij op de helling. Essentieel voor het geloof vond ik toen, is de bewustwording dat je leven een aparte en onvervangbare grootheid is, en dat het dan niet gaat om bepaalde facetten van het leven. Het is a.h.w. de kern die zin geeft aan je eigen levensverhaal. Een niet specifiek christelijke visie vond ik. Maar toch ook hier nog weer twee kinderen laten dopen, de eerste in 1968 door een zekere Ds. Plooy en de laatste in 1970 door Ds. Veenendaal. Maar toen vroeg ik mij wel heel erg af waar ik in godsnaam nog mee bezig was. Het was toen eigenlijk al voorbij, 27 jaar wereld van kerk en christendom op de Veluwe hadden bij mij niet de juiste snaar in beroering weten te brengen. Ik had mijzelf lang genoeg voor de gek gehouden, het was tijd om het anders te gaan doen. Een jaartje later heb ik mij ook laten uitschrijven, een daad waaraan ik tot op de dag van heden nog een goed gevoel aan heb overgehouden.

Er is overigens één kerkgebouw in mijn leven geweest waar ik wel met veel plezier in heb vertoefd, en dat nog zelfs 5 dagen per week ook. Dat was de "Elleboog Kerk" een oude, toen tot architectenbureau verbouwde Katholieke kerk aan de Langegracht in de Amersfoortse binnenstad. (Het huidige "Armando" museum) Daar heb ik in de jaren 60 begin jaren 70 met veel plezier gewerkt. Maar dat is natuurlijk een ander verhaal, dat had en heeft niets met de christelijke dogmatiek van doen.

zondag, maart 04, 2007

Vesuvius




De tentoonstelling "Herculaneum verwoest door de Vesuvius" in museum "Het Valkhof" te Nijmegen. Waarschijnlijk door de voorjaarsvakantie was het afgelopen woensdag ontzettend druk in het museum. Te druk vonden wij, reikhalzend liepen wij ons rondje door het museum, we waren er snel klaar mee, te snel natuurlijk. Maar ondanks deze omissie liep ik die dag nog wel een tijdje in gedachten over de kraterrand van de Vesuvius, een belevenis die we in 1989 werkelijk hebben ervaren.

April 1989, vanuit Rome met de intercity naar Napels, vervolgens nog een klein stukje in de boemel en toen waren we in Pompeii, ons einddoel. Op iets minder dan 10 km, tegen de strak blauwe lucht de Vesuvius, 1281 meter boven de zeespiegel, en om ons heen de ruïnes van het Pompeii uit 79 n. Chr. Gek gevoel, je loopt door een straat van zeker 2000 jaar oud, de uitgesleten karresporen zijn in de relatief zachte bestrating van vulkanisch gesteente nog goed zichtbaar. Je kijkt door een raam een huis binnen en ziet mensen liggen!

De uitbarsting van de Vesuvius bedekte Pompeii zo snel met as, dat veel mensen op hun vlucht of in hun slaap werden verrast. In de daarop volgende eeuwen werd de as hard en vergingen de lichamen, totdat alleen de menselijke vormen nog over waren op de plek waar ze waren gestorven. Door de vormen te vullen met gips werden zo de mensen uit het jaar 79 n. Chr. weer onthuld.

Het stratenpatroon en de fraaie gevels, de prachtige villa's en het mooie mozaïek op de vloeren, het amphitheater van 80 v. Chr. waar de mensen destijds bruut werden vermaakt, de openbare badruimten met hun slimme verwarmingssystemen en de openbare toiletten waar de mensen bij elkaar zaten te kletsen. Het is een heel bijzondere belevenis daar te lopen, en in de verte, in de vlakte van Campanië stil en onbewogen, staat de Vesuvius te heersen. Het sprak zeer tot de verbeelding allemaal.

Met een taxi zijn we voor 7000 lire naar de Vesuvius gereden. We werden ongeveer 300 meter onder de kraterrand afgezet, de rest moesten we lopen en klimmen. Het was de moeite meer dan waard. Je kijkt in de enorme krater, op veel plaatsen komt ook nu rook uit spleten en gaten, en je kijkt naar het landschap om je heen en je probeert je voor te stellen hoe het is gegaan. De hele top van de berg is geëxplodeerd, in één keer boem! De steden Pompeii en Stabiae, werden in de 1e fase van de eruptie volledig bedolven onder as en puimsteen, en de stad Herculaneum aan de voet van de berg werd in de 2e fase verwoest door de pyroclastische golf, de beruchte gloed hete vloed van modder en lava.
De vulkaan, een z.g. Stratovulkaan (een afwisseling van lagen as en lava die in de 2 stadia van een eruptie van dit type vulkaan worden gevormd) is nog steeds actief, de laatste heftige eruptie was in 1944. Ik las ook ergens dat vulkanologen een enorm lavameer hebben ontdekt onder de berg en omgeving, waarin de spanning geleidelijk aan oploopt. In de nabije toekomst is volgens de vulkanologen zeker weer een forse uitbarsting te verwachten.

Toen we het gezien hadden en terug klauterden naar de plek waar we waren afgezet door de taxi, stond de brave man daar nog keurig te wachten. We hadden toch zeker wel een uur of anderhalf rond de krater doorgebracht. Dat zijn nog eens services.
Rond twaalf uur 's avonds waren we weer in ons hotel in Rome, het was een lange maar zeer boeiende dag.

vrijdag, maart 02, 2007

Ovifat




Met de vroegere gespreksgroep, ofwel acht oude vrienden en kennissen uit de 70e jaren in Putten een lang weekend in "Villa du Bayehon", een mooi en groot huis in Ovifat. Vanaf vrijdagmiddag 23 februari j.l. stond het huis tot onzer beschikking, en wie zin en tijd had mocht zelfs blijven tot aan de andere week vrijdagochtend.
Dat is er niet helemaal van gekomen, in principe hadden we ons ook ingesteld op een lang weekend met z'n allen, maar we konden het nu natuurlijk wel lekker rustig aan doen. Toch moesten desalniettemin de eerste twee jammer genoeg aan het eind van de zondagmiddag weer vertrekken, maar die zaten dan ook in het onderwijs en moesten maandagochtend weer voor de klas staan. Maar de rest kon en is in de loop van de week geleidelijk aan vertrokken.

Vijfentwintig jaar geleden zaten we met z'n allen een weekend in "De Heerlijkheid" op Texel, toen nog met de kinderen erbij. Maar het was of de tijd heeft stilgestaan, zonder moeite pakten we de draad weer op in onze discussiedrang. Allemaal wat meer levenservaring opgedaan natuurlijk, maar in de kern toch redelijk dezelfde gebleven. Ik vond het een genoeglijk en sfeervol samenzijn, temeer dat het grote huis ook voldoende privacy te bieden had.

Het dorpje Ovifat ligt in de nabijheid van het hoogste gebied van België "De Hoge Venen" genaamd (694 meter) één van de meest merkwaardige gebieden van Europa. Het dorpje, gesitueerd in de denkbeeldige driehoek Eupen, Robertville, Malmedy, Eupen ligt zelf op ongeveer 615 meter boven de zeespiegel.
Ondanks de regen hebben we een aantal prachtige wandelingen gemaakt in de nabije omgeving. De klim- en klauterwandelingen rond Stavelot en Robertville waren mij wel bekend, maar de wandeling door "De Hoge Venen" was voor mij een geheel nieuwe ervaring. Met Baraque-Michel als vertrekpunt wandel je een prachtig en bijzonder gebied binnen "Fagne des deux series" genaamd. Je loopt veelal over een plankier door een open veen(moeras)landschap, een landschap dat grotendeels gevormd is onder invloed van de mens en in alle opzichten afwijkt van de rest van de Ardennen en de Eifel.
Tot in de middeleeuwen waren de Hoge Venen nog voor 90% bebost, maar door oude landbouw- en veeteeltpraktijken, zoals het weiden, het bestrijden van kreupelhout, het binnenhalen van hooi en de ontginning van turf, is uiteindelijk de open ruimte gevormd.

Zoals bekend kan je natuurlijk ook lekker eten in de Ardennen, trouwens waar niet? Wat dat betreft is, ondanks de volgens mij wat klein uitgevallen zeetong, restaurant "du Barrage" in Robertville een absolute aanrader. We hebben daar een avondje met z'n allen heerlijk zitten eten. Het was alles bij elkaar genomen een mooi weekend, en wat mij betreft voor herhaling vatbaar.