zondag, augustus 28, 2016

tijd en ruimte in oneindigheid


'De wereld draait gewoon door' noemde ik op 14 februari j.l. mijn stukje over zwaartekrachtsgolven, die na een tocht van 1,5 miljard jaar, nadat ze door een fusie van twee z.g. zwarte gaten waren ontstaan, onze aarde hadden bereikt. Het was groot nieuws, Einstein had ze een eeuw geleden al voorspeld, maar nu waren ze ook gemeten. Afgelopen week was er weer nieuws te melden waar astronomen hun vingers bij aflikten. Op kleine afstand van de Aarde, d.w.z. op ruim 4 lichtjaar ofwel ca. 40 biljoen kilometer, was dwergster Proxima Centauri gevonden, waar een vermoedelijk bewoonbare planeet Proxima b geheten in ca. 11 dagen omheen draait. Groot nieuws, wordt vast vervolgd!
Maar er was deze week ook nog nieuws te melden van een geheel andere orde. En wel over een gaaf skelet van een tyrannosaurus rex kortweg T.rex. Opgegraven in Montana (VS) waar het volgens Bartjens minimaal 66.398.000 jaar heeft gelegen, ruim 66 miljoen jaar! Vanaf 10 september a.s. kunnen we het in Leiden zien in museum Naturalis.

Samengevat domineren de grote getallen van tijd en ruimte waar ik me moeilijk iets bij kan voorstellen. Zwaartekrachtsgolven die 1,5 miljard jaar onderweg geweest zijn. Een zusterplaneet van de Aarde op ca. 40.000.000.000.000 km bij ons vandaan, op kosmische schaal gezien bij ons om de hoek, maar een bemand ruimteschip zou er met de huidige technieken vele eeuwen over doen om het te bereiken. En een tastbaar skelet van een tyrannosaurus rex van 66.398.000 jaar oud, ook een eeuwigheid geleden, maar peanuts vergeleken met de andere getallen. Getallen, fascinerende fenomenen! Vragen waar filosofen zich al eeuwenlang mee bezig hebben gehouden, doemen ook in mijn hoofd op. Heeft de tijd altijd bestaan, en zou de ruimte oneindig zijn? Wetenschappers als de natuurkundigen Einstein en Hawking hebben al aardig wat tipjes van de sluier op kunnen lichten, maar betekenis en ervaring van tijd, ruimte en oneindigheid blijven voor mij vooralsnog met vele raadselen omgeven!

vrijdag, augustus 26, 2016

BOT op ramkoers bij Vis à Vis


De locatie van Vis à Vis kan niet missen, rijdend op de A6 zie je hun hijskraan al van veraf staan. Overigens wisten we van de vorige keren (zie in blogarchief stukjes Theaterspektakel van 27 juli 2012 en bizarre picnic van 12 juni 2014) hun locatie evengoed nog wel te vinden. Rond halfzeven arriveerden we op hun locatie nabij het Almeerderstrand, op zich altijd al een bijzondere beleving. Behalve de permanente hijskraan hadden ze deze keer een enorm sculptuur tussen de barakken opgebouwd middels piepschuimen viskisten van de Urker visveiling. Wonderlijk, natuurlijk vroegen we ons af wat het te betekenen had. Het kwartje viel 's avonds na de voorstelling van BOT vanzelf, toen het sculptuur van binnen verlicht was. Een reusachtige hond met een bot voor z'n neus! Leuk gevonden van Vis à Vis om haar gast zo welkom te heten.

Na 26 jaar theater maken, waarvan zes jaar op de locatie naast het Almeerderstrand, vond Vis à Vis het kennelijk tijd om er iets bij te doen in de vorm van programmeren. En zo komt het dat vanaf gisteren RAMKOERS van muziektheatergezelschap BOT, twee weken lang op de locatie van Vis à Vis speelt. Onder de naam 'Vis à Vis ontvangt' is BOT het eerste gezelschap dat door Vis à Vis als gast op haar locatie is uitgenodigd. In de toekomst zullen ze ook andere groepen uitnodigen.



We hebben genoten van RAMKOERS, een spectaculaire voorstelling met grote machines en kleine liedjes. Op een speelvloer die constant veranderde en onder constructie was. De mannen van BOT verbaasden het publiek voortdurend met hun houtje-touwtje-stuntwerk en hun haast onstuitbare stroom muzikaal vernuft, prachtig!

donderdag, augustus 25, 2016

architectuur, kunst en natuur


Sinds vorig jaar bezit Gorssel één van de mooiere musea van Nederland. Museum MORE, gevestigd in het voormalige gemeentehuis midden in de dorpskern. In opdracht van de huidige eigenaar Hans Melchers, heeft de Amsterdamse architect Hans van Heeswijk (1952), bekend van o.m. museumontwerpen als de Hermitage en het Van Gogh in Amsterdam en het Mauritshuis in Den Haag, er een prachtig museum van gemaakt voor Nederlands Modern Realisme, of zoals ik in een bouwblad las, een geweldige juwelendoos voor hedendaagse kunst. In dit prachtige bouwwerk zijn werken te zien van diverse toonaangevende Nederlandse kunstenaars van de afgelopen eeuw, zoals Carel Willink, Pyke Koch, Jan Bor, Wim Schuhmacher, Raoul Hynckes, Dick Ket, Jan Mankes, Charley Toorop en vele anderen. Melchers verwierf in 2012 vele van deze werken uit de Scheringa-collectie van de voormalige DSB Bank, waarover ik op 18 april 2009 in mijn stukje 'Noord Holland' het één en ander geschreven heb.

En dat allemaal in Gorssel, de groene kern tussen de twee oude Hanzesteden Deventer en Zutphen, prachtig, we hebben alles gezien. Als opmaat voor ons museumbezoek was het 'Lokaal Ommetje Gorssel' een mooi begin. De sfeer en de weldadige rust hier bracht ons tijdens het fietstochtje door het prachtige coulisselandschap en langs bossen, het Twentekanaal en de IJssel in een bijkans euforische stemming. Terug in de Hoofdstraat van Gorssel hebben we alvorens het museum in te duiken, in de schaduw van het tegenover liggende terras eerst onze dorst gelest. En toen naar binnen, het MORE in waar het lekker koel was. Als reeds min of meer gezegd is het museum gebouwd bij het voormalige gemeentehuis van Gorssel, dat na een gemeentelijke fusie met Lochem beschikbaar was voor andere doeleinden. Het monumentale deel van het uit 1914 daterende gebouw is intact gebleven en heeft nu een functie als museumcafé en evenementenzaal. De paviljoenachtige nieuwbouw van het museum heeft twee verdiepingen en zeven museumzalen met strategisch gekozen doorkijkjes naar de parkachtige omgeving. Het is gebouwd van overwegend duurzame en natuurlijke materialen, en heeft een heldere indeling en een verrassende ruimtelijkheid. MORE is niet één van de mooiere musea, maar misschien wel het mooiste onder de kleine musea in Nederland!

zondag, augustus 21, 2016

de wadden in het Markermeer


De ontwikkelingen in het voormalige Zuiderzeegebied blijven mij boeien. Door de aanleg van nieuwe natuurgebieden in de Randmeren, het Ketelmeer, IJsselmeer en Markermeer, alsmede de planontwikkeling rondom de Afsluitdijk, worden deze gebieden naar mijn beleving steeds interessanter. (Zie o.m. in mijn blogarchief de stukjes 'de Kreupel' van 24/9'08; Afsluitdijk van 5/10'08; Afsluitdijk II van 12/3'11 en rivier in Afsluitdijk van 10/12'14). Neem project 'Marker Wadden' dat momenteel wordt aangelegd, een uniek project op initiatief van Natuurmonumenten in de Markermeer dat zorgt voor natuurherstel door de aanleg van eilanden met zand, klei en slib uit het Markermeer. Op forse schaal worden paaiplaatsen, eilanden en natuurlijke oevers aangelegd waar flora en fauna van kunnen profiteren. Maar dat niet alleen, het grootste eiland wordt ook toegankelijk gemaakt voor natuurliefhebbers en watersporters.



Samen met het onderwaterlandschap zal het oppervlakte 750 ha groot worden. De ambitie van Natuurmonumenten is om van de 'Marker Wadden' een grote archipel te maken van totaal 10.000 ha, waarmee het één van de grootste natuurherstelprojecten van West-Europa is!

zaterdag, augustus 20, 2016

Fietsen, wandelen en neuzen


Ons geplande fietstochtje nabij Oud-Amalisweerd stagneerde een beetje tijdens de bezichtiging van het Fort bij Vechten. Het hield ons langer bezig dan verwacht, waar we overigens totaal niet mee zaten. Een boeiend gebiedje van totaal 23 ha, waarvan 17 ha binnen de gracht, dat gebouwd is rond de zeventiger jaren van de 19e eeuw als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In het gebiedje, dat sinds 1996 eigendom is van Staatsbosbeheer, is in één van de gebouwen sinds vorig jaar het Waterliniemuseum Fort bij Vechten gevestigd. We hebben echter onze activiteit tijdens het bezoek, mede door het mooie weer, beperkt tot een wandeling over het sterk geaccidenteerde terrein. Het Waterliniemuseum houden we nog wel een keer tegoed.

Nu we het op één na grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie hadden bezichtigt, wilden we uiteraard ook het nabij gelegen Fort Rijnauwen, het grootste, en volgens Staatsbosbeheer ook het mooiste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gaan bekijken. Evenals Fort bij Vechten had ook Fort Rijnauwen destijds tot taak om de z.g. Houtense Vlakte af te sluiten. Het fort is voor het publiek echter beperkt toegankelijk, en dat hebben we gemerkt. Verkeerde dag, verkeerd tijdstip, en zo houden we dus ook een bezoek aan Fort Rijnauwen nog een keer tegoed! Na de lunch bij Stayokay, op een mooi idyllisch plekje, hebben we alvorens de auto weer op te zoeken, in de unieke en bosrijke omgeving van de Kromme Rijn nog een aardig tochtje gefietst!


Toen we 's anderendaags even na het middaguur bij Herberg De Kop van 't Land (43) waren aangekomen bleek deze gesloten. Wat nu, ons plan was om na de lunch vandaar af verder de Biesbosch in te fietsen en weer in Werkendam (30), ons vertrekpunt die ochtend, te eindigen. Omdat we geen eten bij ons hadden, besloten we ad hoc het fietsrondje dan maar om te klappen, d.w.z. niet via de Biesbosch, waar we verder geen eetgelegenheden meer zouden tegenkomen, maar via de noordelijke oever van de Beneden Merwede terug naar Werkendam. De enigszins sarcastische opmerking van J over een goede voorbereiding heb ik maar niet gehoord. Wie verwacht nou ook dat zo'n herberg, nota bene in het hoogseizoen, gesloten is. Jammer, volgende keer beter, dan maar een hapje in Baanhoek of waar dan ook.

Afgezien van de straffe wind waar we recht tegenin moesten trappen, viel de route terug naar Werkendam via Baanhoek, Sliedrecht, Hardinxveld en Boven-Hardinxveld me eerlijk gezegd niet tegen. Af en toe een vervelend stukje met wat langsrazend verkeer, maar overwegend prima verkeersluwe fietspaden. Toen we bij de pont in Boven-Hardinxveld (51) aankwamen, zagen we hem net voor de neus wegvaren. Pech, maar een halfuurtje op een bankje in de zon, kijkend naar de overkant en de drukte op de rivier, er zijn beroerdere manieren om de tijd te slechten. Voordat we er erg in hadden konden we aan boord, en waren we even later terug in Werkendam (30).

maandag, augustus 15, 2016

natuur, en een huis van kunst


Plattegrond landgoederen.
Het huis van kunst, ofwel Museum Oud Amelisweerd (MOA) ligt in de prachtige natuur van de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen. In de informatiebrochure las ik er het volgende over:

Het landhuis behoort dankzij eeuwen van incidentele bewoning tot één van de best bewaarde voorbeelden van een 18e-eeuwse edelmanwoning. Het ensemble met landhuis, koetshuis en tuin behoort tot de top 100 van de rijksmonumenten in Nederland. Het landhuis is omringd door een arcadisch landschap; een perklandschap dat is aangelegd in de geest van de Verlichting. De wanden van de twee belangrijkste salons in het huis zijn bedekt met bijna 250 jaar oud papieren Chinees behang dat hier met de V.O.C. naar toegekomen is. Het behang met vogeltjes, jachtscènes en een drakenbootfestijn is uniek. In Europa is MOA de enige plek waar zulk behang in deze omvang op de oorspronkelijke locatie is te zien.


Soberheid, eenvoud en stilte!
Landgoed 'Amelisweerd' ken ik wel van alle berichtgevingen over de protesten van omwonenden en natuurbeschermers om de aanleg van de A27 door het gebied. De A27 wordt ter plaatse het meest omstreden wegtraject van Nederland genoemd. Hoewel Museum Oud Amelisweerd al sinds maart 2014 in landhuis Oud Amelisweerd gevestigd is, waren we er nog niet eerder geweest. Het authentieke en monumentale karakter van het landhuis waarin MOA gevestigd is, verraste ons minstens zo als 'Stil leven', de expositie van beeldend kunstenaar Armando (1929) en fotograaf Stephan Vanfleteren (1969). Het één en ander vulde elkaar perfect aan. De expositie is een ode aan de stilte, een bijzondere reis in beelden langs thema's als schoonheid, melancholie en herinnering.

Ons bezoek aan MOA sloten we zaterdag af met een wandeling langs de Kromme Rijn en een drankje op het terras van restaurant 'De Veldkeuken' in het naast gelegen voormalige koetshuis.

vrijdag, augustus 12, 2016

folklore in de baai van Lemmer


Folklore in de baai van Lemmer, maar dan wel bloedserieuze folklore, met het mes tussen de tanden zal ik maar zeggen. Terwijl vandaag de slotwedstrijd op het Sneekermeer nog moet worden verzeild, werd reeds gisteren in de Lemster baai het SKS kampioenschap (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen) door Sneek beslist.* (De sintrale kent veertien aan steden of dorpen verbonden kommisjes die een schip in de vaart hebben gebracht, waarvan de schipper uit een Fries binnenschippersgeslacht stamt) De wedstrijduitslag met naam schipper en plaats was gisteren in Lemmer verder als volgt: 1. Douwe Jzn. Visser, Sneek; 2. Douwe Azn. Visser, Grou; 3. Albert Jzn. Visser, Lemmer; 4. Dirk Jan Reijenga, Joure; 5. Jeroen Pietersma, Drachten; 6. Gerhard Pietersma, Earnewâld; 7. Auke de Groot, Stavoren; 8. Berend Mink, Drachten; 9. Alco Reijenga, Heerenveen; 10. Pieter Ezn. Meeter, Akkrum; 11. Siete Ezn. Meeter, Leeuwarden; 12. Teake Klaas van der Meulen, Woudsend; 13. Johannes Hzn. Meeter, Langweer en 14. Lodewijk Hzn. Meeter, Huizum.

Vandaag gaat het op het Sneekermeer in feite nog enkel om de 2e en 3e podiumplaats. Hopelijk is het weer dan iets beter dan gisteren. Over wind viel niets te klagen maar de regen was minder leuk, pijpenstelen! Als een stel zeiknatte, maar fanatieke diehards hebben mijn schoonzoon en ik de wedstrijd vanaf het strand gevolgd, regen en wind deerde ons niet. Maar evengoed waren we dolblij dat we ons na de wedstrijd met een hapje en een pikketanisje konden terugtrekken in de warme kajuit van Lemsteraak de 'Poolster'.

* Sneek, kampioen Skûtjesilen 2016.
Eigenaar: Stichting Sneker Pan
Domicilie: Sneek
Schipper Douwe Jappiesz Visser te Sneek
Werf: Roorda, de Piip, Drachten
Bouwjaar: 1913
Registratienummer: L 1350 N / L 2391 N
Tonnage: 41
Lengte over dek: 19,49
Breedte: 3,56
Holte: 1,06
Ledige diepgang: 0,39
Max. zeiloppervlak: 160,2m2
Gebruik: Wedstrijd / Ploechjesilen

dinsdag, augustus 09, 2016

een polderbos in het centrum


Dat het ontwerp van Dronten eind jaren vijftig van de vorige eeuw niet alleen in handen lag van stedenbouwkundigen, is tot op de dag van heden te zien. In tegenstelling tot ontwerpen van eerdere polderdorpen in m.n. de Noordoostpolder, hebben ook landschapsarchitecten een stevige vinger in de pap gehad. Het openbare groen neemt in de ruimtelijke opzet van Dronten dan ook een prominente plaats in. Neem bijvoorbeeld het in 1963 aangelegde 'Van Veldhuizenbos' (vernoemd naar Eppo van Veldhuizen (1933) die van 1972 tot 1982 de eerste burgemeester van Dronten was), een uit de kluiten gewassen bos dat praktisch in het centrum ligt. Er zijn de afgelopen jaren in de gemeente stemmen opgegaan om van dit bos een gecultiveerd stadspark te maken, en de naam te veranderen in 'Dorpsbos Dronten'. Maar door massaal protest van de omwonenden van het bos, is de gemeente daar van afgestapt heb ik begrepen. Hoewel de reeds geplaatste bordjes met deze naam er nog staan!
Onlangs schijnt een groep bewoners te zijn gestart met natuurbeheer in het 'Van Veldhuizenbos'. Het reguliere beheer van het bos blijft in handen van de gemeente, maar de groene vrijwilligers voeren aanvullende, kleinschalige werkzaamheden uit om de natuurwaarde van het bos te vergroten. Ze worden daarin door 'Landschapsbeheer Flevoland' ondersteunt met kennis en gereedschap. Prachtig, die betrokkenheid bij je eigen woonomgeving! Gezien de rommel om het bankje waar we even op zaten, een deugd die daar kennelijk niet door iedereen wordt geapprecieerd. Bierflesdoppen, blikjes, sigarettenpeuken, papier, noem maar, alles hebben ze van zich af geflikkerd, terwijl er pal naast het bankje een vuilnisbak staat. Behalve de groep groene vrijwilligers, zou een groepje professionele her-opvoeders in het bos ook van nut kunnen zijn, voor mijn part uitgerust met een Spaans rietje.

zondag, augustus 07, 2016

rondom Vollenhove & Blokzijl


Als we vanaf de Ramspolbrug het Zwarte Meer opvoeren dan zagen we in de verte, helemaal aan het eind van het Zwarte Meer, zo'n 6 mijl verderop, het onbewoonde Vogeleiland liggen. Baken van verandering, want daar aangekomen voeren we dan doorgaans bakboord uit een stukje het Zwanendiep op tot aan de Kadoelerbrug, waar we meestal wel even moesten wachten tot de brug omhoog ging. Eenmaal door de brug voeren we via het Kadoelermeer en verder, richting Vollenhove en Blokzijl. Een weekendtripje dat we menigmaal hebben gedaan.

Herinneringen die bovenkwamen toen ik Vogeleiland weer eens zag liggen, maar nu vanaf de Kadoelerbrug waarvoor we moesten wachten tot ie weer omlaag ging. De brug was deze keer begin- en eindpunt van ons fietstochtje in de regio Vollenhove, Blokzijl. Een afwisselend tochtje dat ons zowel over het oude als het nieuwe land rond Vollenhove en Blokzijl voerde, en direct over de brug linksaf begon met een mooi fietspad parallel aan het Kadoelermeer. Halverwege Vollenhove werd onze nieuwsgierigheid gewekt door een stalen kunstwerk langs het fietspad. 'Krusende Flerken' lazen we op een bordje, van de Nederlandse beeldhouwer Ids Willemsma (1948). Grappig, het kunstwerk uit 2010, dat je kan beklimmen voor een mooi uitzicht over het Kadoelermeer, verbeeldt de twee staartvleugels van een duikende eend.

Onder een prachtige wolkenlucht, fietsten we na de beklimming van de duikende eend ondanks de struikelpartij van Joke, die gelukkig goed afliep, weer vrolijk verder. Hoe, en van welke kant je dit karakteristieke voormalige Zuiderzeestadje ook benaderd, om de Grote of Sint Nicolaaskerk en de oude pittoreske binnenhaven kun je niet heen. Moet je ook niet willen, altijd weer prachtig om te zien! Sinds 2000 staat er aan de westkant van de Grote of Sint Nicolaaskerk, tussen de binnen- en de buitenhaven, ook een bronzen beeldhouwwerk van de Nederlandse kunstenaar Henny Zandjans (1953) dat herinnert aan het verhaal van de 'Durgerdammer vissers'. Of beter gezegd, de redding door Vollenhoofse vissers van de Durgerdammers die op de Zuiderzee 14 dagen tegen wil en dank op een ijsschots hadden doorgebracht. Een ingrijpende gebeurtenis die in 1849 veel opzien baarde. Het kunstwerk herinnert niet alleen aan de redding van de 'Durgerdammer vissers', maar ook aan het visserijverleden van Vollenhove. Interessant die verhalen uit Vollenhove's verleden, maar nu maar weer verder.

Watergemaal A.F. Stroink.
De boezen van Noordwest-Overijssel.
Detail totaal doorgeroeste brugleuning.
Na Vollenhove kwam Blokzijl in beeld. Maar eerst passeerden we nog watergemaal A.F. Stroink uit 1919. Het voormalige stoomgemaal voerde het water uit boezemgebied 'De Wieden' af naar de Zuiderzee. Tegenwoordig wordt er bij een te laag waterpeil in de boezem ook water ingelaten. Dat gaat nu uiteraard niet meer middels stoom, maar met diesel- en elektromotoren. Het oude gemaal kan dan wel mooi zijn opgeknapt, en dat is prachtig, maar de brug in de Vollenhoofsedijk over de Ettenlandsche Kolk is dat geenszins. In het bijzonder zijn de stalen brugleuningen op meerdere plaatsen totaal doorgeroest. Ik weet niet wie de eigenaar van de brug is, het kan de gemeente, de provincie of het waterschap zijn. Maar het lijkt me evident dat één van de drie verantwoordelijk is als daar ongelukken van komen.

Aan de rand van de fraaie Havenkolk in Blokzijl, hebben we rond het middaguur een lekker visje gegeten bij vishal 'Op weg naar zee'. We hebben hier menigmaal gelegen met ons bootje. We aten dan vaak in café/restaurant Van Ens aan de Havenkolk, waar de bejaarde heer van Ens de scepter zwaaide. Al was het nog zo druk, hij bleef de rust zelve. Net toen we ons afvroegen of de oude baas nog zou werken of uberhaupt nog zou bestaan, zagen we hem vanaf ons lunchplekje lopen op zijn terras, waar hij zijn gasten bediende. Het motto van de 89 jarige waard is kennelijk 'Blijven werken en in beweging blijven'. Prachtig, zo ga ik het ook doen bij leven en welzijn! Over een fietspad parallel aan de Kanaalweg en het Vollenhovermeer zijn we terug gefietst naar Vollenhove. Vis moet zwemmen, levend of dood maakt niet uit. Vandaar onze dorst die we, alvorens verder te fietsen naar ons eindpunt, eerst maar eens hebben gelest bij café 'Saantje' aan het Kerkplein in Vollenhove. Met de wind in de rug zijn we vervolgens via hetzelfde fietspad als op de heenweg terug gefietst naar de auto die we 's morgens bij de Kadoelerbrug hadden geparkeerd. Einde van een klein fietstochtje in één van de mooiere gebieden van Nederland!

donderdag, augustus 04, 2016

in het land van duizend meren


De onafhankelijke republiek Finland bestaat volgend jaar precies een eeuw. De Noren, die de Finnen kennelijk wel mogen, willen hun daarom een bergtop cadeau doen. Ze hebben zelf hoge bergtoppen genoeg, terwijl die arme Finnen het moeten stellen met slechts één topje van 1325 meter, dat ook nog niet eens de echte top is, want die is 6 meter hoger, en ligt net even verderop op Noors grondgebied. Omdat het grootste deel van de berg in Finland ligt, willen de Noren de echte top daarom aan de Finnen geven. Met 1331 meter boven de zeespiegel is de 'Halti', want zo heet de berg, dan het nieuwe hoogste punt van Finland. De Finnen schijnen razend enthousiast te zijn over dit ludieke voornemen. Blij met een iets hoger gelegen stukje rotsbodem van amper 0,015 km2 ofwel 1,5 ha! Ongelooflijk, vooropgesteld dat het een ludiek gebaar is, kan ik mij toch nauwelijks voorstellen dat de Finnen hier serieus razend enthousiast over zijn. Ik geloof best dat beide buren een goede verhouding met elkaar hebben, maar de berichtgeving hierover lijkt mij nogal tendentieus. Zal Finland, zo poëtisch 'het land van de duizend meren' genoemd, malen om een onbetekenend puistje in 'the middle of nowhere' van het hoge noorden?

dinsdag, augustus 02, 2016

... huiveringwekkende sprong


Is dit fake of is dit echt, het was me niet geheel duidelijk toen ik het filmpje zag. Bizar, dit kan toch niet waar zijn, wie is zo gek. Maar toen ik er ook in de krant over las, en het journaal er ook over berichte, moest het haast wel waar zijn. De huiveringwekkende sprong in het diepe van de Amerikaanse skydiver Luke Aikins (42). Een sprong vanuit een vliegtuig boven de woestijn in Californië op bijna 8 kilometer hoogte zónder parachute, en dan terecht komen in een vangnet van 30 x 30 meter, een postzegeltje!

De ervaren parachutist en skydiver Luke Aikins had slechts enkele hulpmiddelen op zak t.w. een zuurstofmasker, een gps-systeem en een headset om aanwijzingen te ontvangen. De laatste twee accessoires waren van levensbelang om het vangnetje te vinden. Met een snelheid van ca. 200 km/u kwam hij ongeveer 2 minuten nadat hij het vliegtuig verlaten had precies in het netje. Chapeau!



Applaus was zijn deel, en mogelijk een vermelding in het 'guinness book of records'. En ongetwijfeld zal zo'n potentiële dodensprong navolging krijgen, gekken genoeg op deze aardkloot. Waar ik eigenlijk wel een beetje nieuwsgierig naar ben is: Waar kwam het publiek voor? Ik wil graag geloven dat de meesten, zo niet allemaal op een goede afloop hoopten. Maar dat was allerminst zeker, dan zie je toch iemand voor je ogen te pletter vallen. Ik moet er niet aan denken om zoiets mee te maken, ik zal dan ook nooit uit vrije wil naar dit soort roekeloze circusvoorstellingen komen kijken!

maandag, augustus 01, 2016

wandelingetje in een gele zee


We hebben gedurende onze wandeling door een stukje Oostvaardersplassen geen Konik paard gezien, maar dat ze er zijn staat buiten kijf. Afgaande op de enorme bergen paardenvijgen die we regelmatig op ons pad tegenkwamen, poepen die beesten kennelijk allemaal op dezelfde plek. Overigens bijzonder om te zien hoe zo'n enorme berg paardenpoep geleidelijk aan oplost door het noeste werk van allerlei larven en insecten. Het verwerkingsproces van zo'n hoop is in allerlei stadia te zien, van een verse hoop tot enkel nog een bruine vlek.

Verder is alles geel wat je ziet, zover het oog reikt. Overwegend bloeiend mosterdzaad maar toch ook veel jacobskruiskruid. Een gele zee van leven, hoewel die laatste soort knap giftig schijnt te zijn, prachtig. Tegelijkertijd geven de donkere silhouetten van de vele dode wilgen het landschap iets macaber's, heel bijzonder! Vanuit observatiehut 'Zeearend', ongeveer halverwege de route, hadden we een prachtig uitzicht over de grote vlakte van de Oostvaardersplassen richting Almere. Op de voorgrond een zee van ganzen, en daarachter heel in de verte een kudde grote grazers. Maar wat voor een grazers het waren konden we niet zien, we hadden jammer genoeg geen verrekijker bij ons. Maar voor we weer verder gingen hebben we nog wel een tijdje het immense zwerk boven de grote vlakte met het blote oog afgespeurd naar een Zeearend. Helaas tevergeefs de 'vliegende deur', de poëtische naam van de grootste roofvogel van Europa, liet zich aan ons niet zien.

Uitgekeken vervolgden we onze wandeling, maar nu weer richting buitencentrum Staatsbosbeheer, ofwel ons startpunt. Behalve enkele houten bankjes passeerden we onderweg ook nog een schuilhut bij de afslag Wigbels eiland. Het laatste stuk van de route (hetzelfde als het eerste stuk) wordt gekenmerkt door een aantal houten bruggetjes over diverse waterpartijen en wat meer schaduwrijke begroeiing. Vooral met het laatste waren we blij, want we hadden het geleidelijk aan in het alsmaar enthousiaster schijnende zonnetje knap warm gekregen. Echter eenmaal in de auto met de airco even op vol vermogen waren we vrij snel van onze oververhitting af. En zo reden we blijmoedig en tevree over ons wandelingetje in die prachtige gele bloemenzee weer huiswaarts.