woensdag, augustus 07, 2013
fietsen
Afgelopen maandag samen met onze vrienden H en M uit Amsterdam een aardig fietstochtje gemaakt over de Veluwe. Grofweg vanaf Harderwijk via Hulshorst (voormalige treinstation), Leuvenum (De Zwarte Boer), Staverden (Kasteel), Uddel (Uddelermeer), Garderen (door centrum), Drie (Het Boshuis), Putten (Kerkplein, Oude Kerk) en Ermelo (door buurtschap Horst) terug naar Harderwijk, een rondje van ca. 51 kilometer. 't Was behoorlijk warm, maar gelukkig fietsten we regelmatig in de schaduw van het bos wat enige verkoeling gaf.
Nabij het voormalig treinstation Hulshorst, gebouwd in 1863 en gesloten in 1987, staken we het spoor Amersfoort-Zwolle en de A28 over en vervolgden we onze weg via de fietspaden langs de Hierdense- en Leuvenumsebeek in het Leuvenumse Bos richting Leuvenum. Gerrit Achterberg schreef in 1936 over station Hulshorst het volgende gedicht:
Hulshorst, als vergeten ijzer is uw naam, binnen de dennen en de bittere coniferen, roest uw station; waar de spoortrein naar het noorden met een godverlaten knars stilhoudt, niemand uitlaat niemand inlaat, o minuten, dat ik hoor het weinig waaien als een oeroude legende uit uw bossen: barse bende rovers, rans en ruw uit het witte veluwhart.
Nabij Boutique Hotel-Restaurant 'De Zwarte Boer' staken we de Jhr. Dr. C.J. Sandbergweg over en fietsten we verder over een prachtig fietspad door bossen en landerijen richting Postweg. De herberg De Zwarte Boer lag vroeger aan een kruispunt van zogenaamde Hessenwegen, doorgaande handelswegen van Duitsland naar het westelijk deel van de Nederlanden. De herberg fungeerde als pleisterplaats voor de doorgaande reizigers. De aanleg van de Zuiderzeestraatweg, vanaf 1830, betekende een vermindering van het aantal reizigers dat gebruik maakte van de herberg. Maar na de aanleg van de Postweg tussen Harderwijk en Elspeet in 1859 nam het aantal overnachtingen weer toe. In de gelagkamer van de voormalige herberg bevindt zich een 19e-eeuwse schouw met twee tegels waarop de afbeeldingen staan van Koning Willem II en zijn echtgenote Anna Paulowna.
Aangekomen op de Postweg fietsten we, na een korte pitstop aldaar met fris en een krentenbol, richting Kasteel Staverden. Het huidige kasteel, inmiddels al het vierde, is in het jaar 1905 gebouwd op de fundamenten van het vorige kasteel, uit de achttiende eeuw. Het kasteel, de slotgracht, de bijgebouwen en de schitterende tuin liggen midden in een gevarieerd bos- en cultuurlandschap. Een prachtig wandelgebied ook, waar je ons op een vroege ochtend met enige regelmaat kan treffen, en anders wel aan een lekkere bak koffie in de brasserie aldaar. Zie verder mijn stukjes over dit kleinste stadsgebiedje (stadsrechten sinds 1298) van Nederland t.w. 'Sneeuwwandeling' van 3 januari 2010, 'Wandeling' van 22 februari 2013 en 'Wandeling II' van 4 maart 2013.
We vervolgden onze weg over de Uddelermeerweg, een prachtige weg omzoomd met oude bomen. We hebben daar een keer met de auto in het donker gereden, toen we ineens allemaal koplampen in het bos meenden te zien. We dachten even te hallucineren, maar het bleken allemaal ogen te zijn. Dat werd duidelijk toen vlak voor onze auto een roedel damherten de weg overstak. Bij de Garderenseweg aangekomen moesten we nog even een klein stukje naar links, tot aan Café Restaurant 'Het Uddelermeer', het was tijd voor de lunch.
Het uitzicht op het Uddelermeer riep de vraag op over het ontstaan van deze plas. Het Uddelermeer, dat 17 meter diep schijnt te zijn en de bron is van de Hierdensche Beek, is waarschijnlijk ontstaan als een zogenaamde pingoruine of ijskernheuvel tijdens het Saalien, een van de laatste ijstijden. Na het smelten van de ijskern bleef alleen het gat over, dat het huidige Uddelermeer vormt.
Na de lunch peddelden we over de Garderenseweg en de Koningsweg naar Garderen. 't Was even stevig doortrappen om de Solseberg over te komen, maar eenmaal boven gaat het uiteraard weer als vanzelf. De markante kerk en molen van Garderen, mooi weergegeven in een schilderij van ene Ingrid Hassebroek, zijn in het landschap niet te missen. Even door het centrum van Garderen vervolgden we onze weg over de Speulderweg. Na verloop van enige tijd namen we links de afslag Peppelseweg, voor de fiets een af en toe enigszins moeilijk begaanbaar zandpad, maar het was gelukkig maar van korte duur. Want even later peddelden we alweer op de Dodenweg, een mooi geasfalteerd fietspad, richting Sprielderweg en Boshuis Drie.
Op de Sprielderweg aangekomen gingen we linksaf voorbij Het Boshuis richting Putten. Het Boshuis ligt aan een kruispunt in Drie te midden van het Speulder- en Sprielderbosch. De hallenhuisboerderij werd in 1765 gebouwd, althans de jaartalankers geven dat jaartal aan. Het pand heeft een met riet en pannen gedekt wolfsdak. Waarschijnlijk werd de boerderij in de eerste helft van de 19e eeuw verbouwd. Uit die tijd dateert de bepleistering van het rechterdeel en de driehoekige gevelpunt aan de rechtervoorzijde. Zolang ik van het bestaan van Boshuis Drie afweet heeft de voormalige boerderij al een horecabestemming. Vroeger aten we daar met de kinderen vrij regelmatig pannenkoeken, want zoals ze daar gebakken werden kwam je ze bijna nergens tegen.
Het Solse Gat dat we voorbij kwamen is een z.g. leemkuil, waar ze vroeger op de Veluwe leem afgroeven. Waarschijnlijk is de kuil evenals het Uddelermeer tijdens de laatste ijstijd ontstaan als een pingoruïne. Onderin het gat is een moerassig terrein ontstaan met daarin een poel. In het drassige Solse Gat is een voor de Veluwe bijzondere plantengroei ontwikkeld, en voor het wild in dit deel van de Veluwe vormt de poel uiteraard een drinkplek.
Volgens een oude legende stond op de plek van het Solse Gat eens een klooster. Vanwege het liederlijke gedrag van de monniken verzwolg de aarde het klooster. Op gezette tijden zouden de klokken van het klooster nog te horen zijn en zouden de geesten van de monniken verschijnen.
Nabij Putten namen we al in het bos de afslag Drieseweg, en eenmaal in het dorp konden we het natuurlijk niet laten om even langs ons oude huis aan de Lariksstraat te fietsen. Het stond er allemaal nog, de tuin was uiteraard volgroeider maar lag er in aanleg na bijna 30 jaar nog net zo bij. Middels de Brinkstraat en de Kelnarijstraat kwamen we op het Kerkplein uit, en was het weer tijd voor een pitstop met een drankje op het terras van café restaurant 'De Hertogh'. Als de muren van de Oude Kerk, waar we tegenaan keken, konden praten zouden we met z'n allen denk ik aardig stil worden. Vanaf deze plek zijn in oktober 1944 na een razzia door de Duitse bezetters ruim 600 mannen uit Putten weggevoerd naar diverse concentratiekampen. Een vergeldingsmaatregel waarbij in totaal 552 mensen om het leven kwamen. Zie ook mijn stukje 'Gedachtenisruimte' van 20 mei 2012.
De Oude (Hervormde) Kerk is een in oorsprong laatgotische, eenbeukige dorpskerk uit de 15de eeuw, met driezijdig gesloten, door kruisribgewelven overdekt koor. Vermoedelijk 16de eeuwse, rechtgesloten noordbeuk. Een kapel en sacristie aan de zuidzijde werden in 1932 gesloopt ten behoeve van uitbreiding van het schip in quasi gotische vormen. Aan de noordzijde eveneens storende aanbouwen. Van het oude meubilair is onder meer van belang: een eiken preekstoel uit 1624 en een tekstbord uit 1691. Doophek XVIIa. Een verbouwing van het inwendige vond plaats in 1965-66, waarbij men het oude meubilair handhaafde en een vijftal gave 17de eeuwse zerken ontdekt werd die een nieuwe plaats in de kerk gekregen hebben.
Via de Papiermakerstraat en de Telgterweg verlieten we de dorpskern van Putten. Op de Telgterweg namen we op een gegeven moment de afslag naar een mooi fietspad richting Beekweg. Aan de overkant van de Beekweg ging het fietspad verder door bossen en prachtige landerijen. Bij de Volenbeekweg fietsten we aan de andere kant van het spoor Amersfoort-Zwolle over deze weg verder richting Oude Telgterweg. En via de Arendlaan, Oude Nijkerkerweg, Kolbaanweg, de Westermeenweg nabij Drielanden en nog wat afslagen, kwamen we uiteindelijk weer op ons vertrekpunt in Harderwijk aan. Het was een mooie fietstocht in een voor mij bekende, maar altijd weer prachtige omgeving!
Nevenstaand kunstwerk van de Duitse beeldhouwer Hubertus von der Goltz (1941) bestaat uit een staalconstructie van drie driehoekige stalen balken, het is 13 meter hoog en komt 20 meter boven de A28 uit. Op een van de balken staat een man gemaakt uit een aluminium legering. Het kunstwerk maakt onderdeel uit van de geluidswal langs de wijk Drielanden in Harderwijk.
Als gezegd, einde van een mooi fietstochtje. En met een hapje en een koel wijntje, lieten we een poosje later op het terras het hele fietstochtje nog een keer de revue passeren met een zekere mate van voldoening. Niet in het minst door het voortdurend rommelen en weerlichten in de verte van naderend onweer.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten