zondag, april 29, 2012

IJsselmeer, 80 jaar


Al sinds eind jaren zestig steun ik de Waddenvereniging met m'n lidmaatschap. De in 1965 opgerichte vereniging die zich ten doel stelt, het kwetsbare waddengebied te beschermen en te behouden voor de generaties na ons. Dat doet ze via beleidsbeïnvloeding, politieke lobby, juridische acties en voorlichting. Een vereniging met dezelfde doelstellingen, is de in 1972 opgerichte IJsselmeervereniging. Ter ere van hun 40 jarig bestaan dit jaar, geven ze de 'Pittoreske reis langs de dode steden van de Zuiderzee' uit van de Franse cultuurhistoricus Henry Havard (1838-1921). Een historisch reisverhaal (oorspronkelijke titel: Voyage pittoresque aux villes mortes du Zuiderzee) over een zeiltocht in een gehuurde tjalk over de toenmalige Zuiderzee, die hij samen met zijn reisgenoot Jacob Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894), zeeofficier en schilder van zeegezichten, in de zomer van 1873 heeft gemaakt.

'Hektjalk op volle zee'  (van Heemskerck) 
Tja, 139 jaar geleden zou het nog 59 jaar duren voordat de Zuiderzee IJsselmeer zou worden, een voldongen feit dat op 28 mei a.s. al weer 80 jaar achter ons zal liggen. Als je de kaart van destijds vergelijkt met de huidige, dan is er wel het één en ander veranderd. Nadat in 1918 de Zuiderzeewet was aangenomen, zijn ze in 1920 begonnen het eiland Wieringen middels de z.g. Amsteldijk te verbinden met de kop van Noord-Holland. Vervolgens hebben ze in 1927 bij Andijk een proefpoldertje van 40 ha aangelegd, en weer iets later in 1930 was de Wieringermeerpolder van 20.000 ha een feit. Maar nadat in 1932 de Afsluitdijk was opgeleverd begon het inpolderen pas goed op gang te komen. In 1942 de Noordoostpolder van 48.000 ha, in 1957 Oostelijk Flevoland van 54.000 ha en in 1968 Zuidelijk Flevoland van 43.000 ha. En nog waren ze er niet, de Markerwaard van 41.000 ha moest er ook nog komen. Maar toen in 1975 de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen klaar was, zijn ze gestopt met plan Markerwaard verder uit te voeren, gelukkig maar. Alleen was nu het overgebleven IJsselmeer wel verdeeld in een noordelijk- en zuidelijk deel. Het noordelijk deel zijn ze IJsselmeer blijven noemen, en van het zuidelijk deel hebben ze Markermeer gemaakt.
Maar bleef het daar maar bij. De gretigheid waarmee bestuurders dit mooie zoetwaternatuur- en zeilgebied steeds weer proberen in te zetten voor hun plannen geeft te denken. Amsterdam en Almere hebben bijvoorbeeld voor het IJmeer, het zuidelijk deel van het Markermeer, grootschalige buitendijkse plannen. En wat te denken van de commissie Veerman, die in haar Nationaal Waterplan voor onnatuurlijke peilverhogingen en peilverschillen pleit. Ook de verrommeling van het gebied door windmolenparken (bizar, het milieu wordt opgeofferd voor het milieu, aldus Midas Dekkers) grote onaantrekkelijke jachthavens en vakantieparken en plannen voor de aanleg van allerlei eilandjes voor toerisme en/of het z.g. milieu, het houdt niet op!

De jubilerende IJsselmeervereniging trekt voortdurend aan de bel als schijnbaar onverschillige bestuurders met controversiële plannen komen. Bestuurders die veel te weinig oog hebben voor het unieke van het IJssel- en Markermeer. Voor de open ruimte die het te bieden heeft in dit kleine compact bevolkte landje. En daarom zijn zelfs in tijden van economische neergang, verenigingen die zich waar dan ook met natuur- en landschapsbeheer bezig houden hard nodig, om z.g. professionele plannenmakers en bestuurders steekhoudend van repliek te kunnen dienen.

Geen opmerkingen: