donderdag, augustus 30, 2012

Venetië, architectuurbiënnale 2012


De nieuwe inrichting van het Nederlandse paviljoen op de architectuurbiënnale in Venetië maakt indruk, las ik j.l. woensdag in de Volkskrant in een reportage van Bob Witman. Bewegende doeken voor een vaak onbenutte ruimte.

Eerst iets over het Nederlandse paviljoen in Venetië.

Het Nederlandse tentoonstellingspaviljoen in het park van de Biennale van Venetië van architect Gerrit Rietveld, is in 1954 gebouwd als onderkomen voor de Nederlandse inzending van de tweejaarlijkse internationale architectuurbiënnale en diverse andere kunstmanifestaties. Rietveld (1888-1964) hechtte zelf kennelijk geen eeuwigheidswaarde aan het paviljoen en kwalificeerde het als 'een bouwsel'. Het gebouw is ontworpen volgens de regels van de functionaliteit, zoals die in de stroming van het Nieuwe Bouwen destijds werden gehanteerd: heldere constructies met eenvoudige materialen, platte daken en grote glasoppervlakken. De bouwwijze kwam de duurzaamheid niet altijd ten goede. Zo leverde het platte dak door de overvloedige Venetiaanse regenval problemen op, en liep het regenwater o.a. via de kozijnen naar binnen. Problemen die sinds de restauratie van het paviljoen midden jaren negentig, gelukkig niet meer aan de orde zijn, in dit ook op zichzelf als kunstwerk te respecteren gebouw!

Dan over de huidige architectuurbiënnale van 29/8 tot 25/11'12.

Bij de opening gisteren van de tweejaarlijkse manifestatie, was er veel lof voor het ontwerp van Petra Blaisse van Inside Outside, het in 1991 door haar in Amsterdam gevestigde ontwerpbureau. Met twee sets bewegende gordijnen van ruim vijf meter hoog, laat ze het interieur van het tentoonstellingspaviljoen elke anderhalve minuut totaal veranderen. De biënnale is de grootste internationale publieksmanifestatie voor architectuur. Er is een hoofdtentoonstelling gemaakt door architect David Chipperfield in het Arsenaal, een eeuwenoude scheepswerf van kilometers lang. En op de zuidoostpunt van de eilandstad presenteren 55 landen zich in eigen paviljoens in het park Giardini. De resultaten van dat laatste onderdeel zijn traditioneel zeer wisselend. Nederland onderscheidt zich dit jaar door een helder en pragmatisch concept. Re-Set zoals de installatie heet, is een vervolg op de presentatie van het twee jaar geleden Vacant, dat ook veel loftuitingen ontving. Dat was een statement, gemaakt door het bureau Rietveld Landschape, over de miljoenen vierkante meter lege kantoorruimtes in Nederland. (zie o.a. mijn stukje 'Palladio & La Biennale di Venezia' van 14 maart 2012.)

'Vacant' wordt gezien als deel één t.w. een statement om die ontzagwekkende leegstand op de agenda te krijgen, zegt Ole Bouman, directeur van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi). Maar daar wilden we het niet bij laten, met 'Re-Set' wilden we ook oplossingen voor dit probleem aandragen. Bouman is als directeur van het NAi verantwoordelijk voor de inrichting van het paviljoen. Hij vroeg 'Inside Outside' voor een vervolg op 'Vacant', hoe ga je met verbeeldingskracht de crisis te lijf.

Hij was bij Blaisse aan het goede adres. Zij wilde met Re-set laten zien dat de huidige crisis voor creativiteit ook een kans is. Ze stelt zich de vraag wat je kan maken voor ca. 1 procent van een bouwbudget, en creëert vervolgens twaalf nieuwe ruimtes. Blaisse gebruikte al eerder in haar werk bewegende doeken, maar voor het eerst is de z.g. tactiele architectuur een zelfstandig werk. Blaisse constateerde bij de voorbereiding van haar project, dat het tentoonstellingspaviljoen van Gerrit Rietveld slechts enkele maanden per jaar dienst deed. Een geweldig ontwerper, maar als je in de winter hier komt, dan is het toch wel somber en leeg. En natuurlijk spijtig dat de ruimte zo onbenut blijft.

Ze zag de analogie met de kantoorleegstand en nam het paviljoen zelf als uitgangspunt voor Re-set. Door via het dak daglicht toetreding te verbeteren, spiegels te plaatsen en een ingenieuze railconstructie aan te brengen, kon ze met 290 vierkante meter gordijn het paviljoen tot een totaal nieuw gebouw maken. Die stof glijdt van plafond tot vloer door de ruimte in vastgestelde intervallen van anderhalve minuut. Je kunt er een uur doorbrengen en steeds wijzigt de lichtval, de plattegrond en het gevoel van ruimte. De railgeleiders raken af en toe een xylofoonachtige constructie die aan het dak is bevestigd. Waardoor de re-sets vergezeld worden van vrolijke ploink-ploink-muziek.



Lange tijd waren een ongerept stuk grond en een flink budget de belangrijkste voorwaarden voor goede architectuur. De maatschappelijke kwesties van deze tijd vragen echter om andere uitgangspunten. Het benutten van bestaand potentiëel en het creëren van waarde op plekken waar die lijkt te verdwijnen, het ‘reanimeren’ van desolate gebouwen, wordt meer en meer kerntaak van de architect.

Met Re-set onthult Inside Outside / Petra Blaisse een scala aan mogelijkheden dat een bestaand gebouw te bieden heeft. De gegeven situatie is haar uitgangspunt. Met een bewegende, tactiele interventie geeft ze een impuls aan een gebouw dat al 40 jaar leeg staat – het Nederlands paviljoen wordt immers maar drie maanden per jaar gebruikt. Een impuls waar vele duizenden andere Nederlandse gebouwen nog op wachten!

Geen opmerkingen: