zondag, februari 15, 2015

einde van twee levensbomen


Doodzonde maar het is niet anders, het moest een keer gebeuren. Niet dat de buren veel hebben geklaagd, in tegendeel zou ik haast zeggen. Af en toe een opmerking dat het achter in hun tuin wel erg donker was, meer niet. Maar dat hadden we zelf ook al lang gezien. Aan onze kant daarentegen was het in het zonnetje bijna de hele dag een frisgroene zee van licht. In de zomer stonden op ca. 10 meter hoogte de toppen van onze beide levensbomen tot laat in de avond nog in vuur en vlam van de ondergaande zon. Circa 25 jaar geleden hebben we de toen hooguit 2 meter hoge levensboompjes, ofwel de Thuja's occidentalis ‘Brabant’ geplant als onderdeel van de erfscheiding, die bestond uit een variatie van verschillende coniferen. Al vrij snel werd duidelijk dat ze harder groeiden dan de rest. Echter aan snoeien hadden we een broertje dood. Uiteindelijk domineerden ze met een omvang van elk om en nabij 3,5 meter en een hoogte van zeker 10 meter met hun slagschaduw overdag een groot deel van de tuin van onze buren!

De Thuja is een conifeer met historie. De naam is afgeleid van het Griekse woord ‘thuo’, dat offeren betekent. De boom werd gebruikt bij offerrituelen, omdat hij een heel aangename geur verspreidt tijdens de verbranding. Deze geur is zeer specifiek voor de Thuja. Uit verse bladeren, twijgen en schors worden etherische olie gewonnen, die hun toepassing vinden in medicijnen en parfums. Een Franse ontdekkingsreiziger leerde in de 16de eeuw van de indianen wat voor positieve invloed de Thuja op de behandeling van scheurbuik had. Aan deze werking dankt de levensboom dan ook zijn naam. De meeste uit Noord-Amerika en Azië stammende soorten worden veel te groot voor een gewone tuin. Van alle soorten bestaan echter mooie kweekvormen. Occidentalis betekent ‘uit het westen’. Deze levensboom heeft geel of groen loof en groeit zonder veel problemen op de meest verschillende gronden. Zijn vruchten zien er uit als kleine kegeltjes. Na tien jaar zijn de bomen zo’n 2,5 à 3 meter hoog. Wanneer de bomen niet gesnoeid worden, kunnen ze uiteindelijk wel 8 tot 10 meter worden. Het hout van deze levensboom wordt vanwege zijn vochtbestendigheid gebruikt in de scheepsbouw, maar ook past men het toe op blokhutten, kozijnen en deurposten. Omdat de boom een leeftijd kan bereiken van wel 800 jaar, wordt hij vaak gebruikt bij onderzoeken naar het klimaat.

Gisteren zijn ze geslecht! Wat nog rest zijn de twee stammen die op ongeveer 2 meter boven het maaiveld zijn afgezaagd. Of dat zo blijft valt nog te bezien. Mogelijk dat we er iets aan kunnen hebben in de nieuwe afscheiding, maar het is ook denkbaar dat we ze uiteindelijk toch maar gewoon op maaiveld niveau afzagen. We denken er over na!

Geen opmerkingen: