woensdag, mei 13, 2020

Dendrochronologie en poëzie.


Onlangs las ik in de Volkskrant een interessant interview van Jean-Pierre Geelen (1964) met de van oorsprong Vlaamse dendroklimatoloog Valerie Trouet (1974) n.a.v. haar boek 'Wat bomen ons vertellen'. Als je wilt weten hoe oud een boom is, moet je zijn jaarringen tellen. Maar die jaarringen kunnen je nog veel meer vertellen, schrijft ze in haar boek. Dendrochronologie, de wetenschappelijke studie van jaarringen, leverde tot nu toe een niet te onderschatten bijdrage in het ontrafelen van de klimaatgeschiedenis van onze aarde en de invloed ervan op de opkomst en neergang van beschavingen in de laatste 2500 jaar. Dendrochronologie, ofwel kennis van de boomkunde, is een wetenschap die de aanpak van het klimaatprobleem mogelijk in het juiste perspectief weet te zetten!

Tja bomen, ik zal niet met ze praten, ze zeggen toch niks terug, maar ik heb er wel iets mee. Niet iets wat met de wetenschap dendrochronologie van doen heeft, maar meer iets van filosofische aard. 'Wat de bomen ons vertellen', is wat mij betreft vaak de bewustwording, dat ook ik onderdeel ben van het grote universum. Bomen brengen mij, onrustig en nietig mens als ik ben, op een louterende wijze in een staat van min of meer poëtische rust. Alles komt en gaat zoals het is, en neemt de tijd die er voor nodig is, lijken ze te zeggen.

Geen opmerkingen: