zondag, maart 02, 2014
'spelen en werken'
'Spelen en werken', ik had het stukje ook 'brood en spelen' kunnen noemen, maar spelen stond voorop, pas daarna kwam werken en brood, vandaar. Het in vorige eeuw door mijn opa opgerichte familiebedrijf VEKA was voor mij in mijn kindertijd één grote speelplaats. Het enorme terrein in mijn kinderogen, lag er weliswaar redelijk gestructureerd bij, maar was op bepaalde plekken evengoed knap rommelig. Met name achter op het terrein bij de houtzagerij. Daar lagen de grote boomstammen vaak zolang te wachten om tot hapklare brokken te worden verwerkt, dat je ze door het welig tierend onkruid nog nauwelijks zag liggen. Een prachtige plek om hutten tussen te bouwen. Met de (zaag)lorrie voerden we dan voor ons bruikbare restanten aan uit de houtzagerij. Wat we over hielden gooiden we dan op het permanent smeulende vuur op de (vuilnis)belt. En we hadden altijd wat over, want vuurtje stoken was één van onze vele liefhebberijen.
Als het regende speelden ik vaak met m'n neefje(s) en/of een paar vriendjes bakkerijtje in de houtzagerij, of we waren aan het figuurzagen in de werkplaats of aan het lood smelten in de grote potkachel (zie o.a. mijn stukje 'vloeien en stollen' van 11 maart 2006). Praktisch nooit werd me een strobreed in de weg gelegd, alhoewel een werknemer soms wel eens tegen me zei, als ik hem vroeg om een gaatje te boren of wat dan ook, dat ik meer vroeg dan hij verdiende. Het was niet anders. En als ik als jong knaapje eigenhandig machines, zoals o.a. een cirkel- of lintzaag inschakelde kreeg ik ook tegengas. Dat vonden ze te gevaarlijk voor me, alhoewel toen ik een jaar of 12 was, hadden ze het nergens meer over. Ook als m'n opa zag, dat we in de fruitbomen zaten te rommelen om een paar appels te plukken die vaak nog niet rijp waren, kon hij furieus worden. Het waren nog van die ouderwetse hoge fruitbomen waar je als jongetje echt in moest klimmen, om een appeltje te kunnen bemachtigen. Mijn opa heeft me een keer met een hark uit de boom getrokken!
Gaten graven, bessen plukken, kikkers vangen, eieren rapen in het kippenhok, vogeltjes vangen voor in de volière en muziek maken met oude instrumenten van mijn opa. We waren de fanfare, in ganzenpas sjouwden me neefjes en ik dan bonkend en tetterend rond het werkplaatscomplex. We werden daarna vaak door oma getrakteerd op een heerlijk sneetje witbrood met pindakaas. Het was een speelplek zoals de kinderen van nu ze nu niet vaak meer zullen treffen, dat weet ik wel zeker. Later deed ik vaak klusjes als vakantiewerk, samen met m'n neefje(s). Bijvoorbeeld molentjes schilderen d.w.z. de boven- en onderkanten. Voor 100 stuks, waar je ongeveer een halfuur over deed als je een beetje doorwerkte, kregen we een kwartje. Zeilbootjes maken deden we ook, driemasters, we zetten 3 op lengte geknipte fietsspaken in een houten romp en tuigden het geval met witte kunststofzeiltjes op. Leuk werk, het was een beetje spelen en werken eigenlijk, zo verdienden we als scholier een zakcentje voor de vakantie bij elkaar!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Jij hebt met recht spelenderwijs kunnen leren Evert.
Leuk! Je lijkt wel op je opa trouwens. en volgens mij was wel ouder op die foto met de fiets?
Mogelijk 14, maar ouder niet!
Een reactie posten