vrijdag, juli 06, 2012

Kustgebieden


Dag 1, via Breda en Antwerpen naar Gent.

Thuis reeds een kamer voor 2 nachten besproken in het Campanile Hotel in Gent. Van hotel naar de historische binnenstad met de oude haven en de Gras- en Korenlei was ongeveer 10 minuten fietsen. Het was eind van de middag, de vijf zat in het uur, dus al vrij snel na aankomst in Gent zaten we op een gezellig terrasje van een verkwikkende versnapering te genieten. Een schilderachtige omgeving daar aan de Leie, prachtige gevels uit verschillende tijden, van de 13e tot het begin van de 20e eeuw. Maar daar hebben we o.a. een dag voor uitgetrokken, dus die gaan we morgen eens allemaal goed bekijken. En met een etentje in één van de vele restaurant's aan de Graslei, en een fietstochtje door het centrum terug naar het hotel, was het voor vandaag mooi geweest.


Dag 2, Fietsen, varen en wandelen door het oude Gent.

Rond halftien zaten we weer in het zadel, na uiteraard in het hotel eerst goed te hebben ontbeten. Deze keer bereikten we het oude centrum nabij de Graslei via een fietstochtje door het Citadelpark en langs De Bijloke en de Leie. Van een vaartochtje met gids over de Leie van ongeveer drie kwartier, kregen we een prachtig beeld van het oude centrum en het havengebied. Fraaie gevels en verrassende doorkijkjes allemaal. Om er maar een paar te noemen, het beroemde gildehuis van de Onvrije Schippers en het zicht op de drie torens van Gent. De beklimming vervolgens van de vele trappen in en om kasteel 'Het Gravenstein' leverde de nodige hijgpartijen op, maar met een prachtig uitzicht over de stad als beloning was het zeker de moeite waard. Trouwens evenals de bezichtiging van het wapen- en gerechtsmuseum in het kasteel.
De verkoelende rondgang daarna door de enorme Sint-Baafskathedraal met z'n prachtige gebrandschilderde raampartijen en het schilderij 'De aanbidding van het Lam Gods' van Hubert en Jan van Eyck bracht onze temperatuur weer op aanvaardbare proporties.
Na vervolgens het Museum voor Schone Kunsten en het Klein Begijnhof nog met een bezoek te hebben vereerd, zijn we terug gefietst naar ons hotel, alwaar we op onze kamer een fles wijn soldaat hebben gemaakt en in het hotelrestaurant de inwendige mens verder hebben versterkt. Einde dag 2.



Dag 3, via Oostende, Calais, Abbeville en Le Havre naar Honfleur.

Een mooie tocht bij prachtig weer. In Calais een poosje op een bankje zitten kijken naar de overkant, naar de 'white cliffs of Dover'. Glashelder, alsof het amper een halfuurtje zwemmen was, maar toch is het een slordige 30 km. We zagen diverse vrachtschepen varen in de verte, maar ook een zeiljacht. Met weemoed ging ik even terug in de tijd, en moest ik denken aan de ettelijke keren dat we daar hebben gezeild met de jachtjes die we hebben gehad, de Aurora, de Felis Onca IV en de Swing. Het zij zo, gauw verder maar weer!
In het Campanile Hotel in Honfleur hadden ze ons al een dag eerder verwacht! Stom, we hadden een verkeerde datum besproken, nu moesten we twee nachten betalen terwijl we er maar één bleven, ze waren onverbiddelijk.
Gauw vergeten maar weer! Lekker bergafwaarts fietsend hebben we ons vervolgens naar het schilderachtige, maar o zo toeristische haventje van Honfleur begeven. Het was een bijzonder gezellige boel daar, veel terrasjes en de wijn en het eten was prima. De fietstocht terug naar het hotel ging uiteraard bergopwaarts, en dat was even hard werken, maar we sliepen vervolgens des te beter. Einde dag 3.



Dag 4, via Arromanches-les-Bains, St. Lô, Avranches naar St. Malo.

We vervolgen onze trip voor een groot deel via kustwegen. Eerst naar Cabourg, dan boven Caen langs naar Courseulles sur Mer en Arromanches-les-Bains, dat tot op de dag van heden zijn inkomsten middels toerisme voor het merendeel te danken heeft aan de geallieerde invasie van 6 juni 1944. Een museumpje en restanten van de destijds aangelegde kunstmatige haven in de vorm van diverse scheef gezakte betonnen elementen in zee zijn nog zichtbaar. Verderop boven in de duinen achter Ohama Beach bij Colleville-sur-Mer, ligt de 'Normandy American Cemetery and Memorial' de Amerikaanse militaire begraafplaats waar 9386 soldaten zijn begraven. De aanblik van evenzoveel in het gelid geplaatste witte kruizen op de ruim 35000 m2 grote begraafplaats is overweldigend en dwingt tot een haast devoot stilzwijgen en respect.
Via St. Lô reden we naar Avranches, waarna we tot aan St. Malo weer zoveel mogelijk de kustroute namen. In het overwegend vlakke landschap zagen we rechts in de verte op een gegeven moment Le Mont St. Michel liggen, een rotseiland in zee waar we in het verleden al eens geweest waren.
In St. Malo vonden we onderdak in 'Ker Annick' een leuk hotelletje aan de rue Alponse Thébault, op ongeveer 5 minuten fietsen van het oude ommuurde centrum Intra-Muros. Daar hebben we in Le Corps De Garde, een eettentje op de muur aan de Montée Notre Dame met uitzicht op zee lekker gegeten. Vervolgens hebben we voordat we ons hotel weer opzochten, nog een poosje rond gefietst in het historische centrum, maar toen hadden we het ook voor deze dag wel weer gezien. Einde dag 4.



Dag 5, via St. Brieuc, Palmpol en o.a. Ploumana'h en Trébeurden naar Roscoff.

De prachtige kustroute is zeker niet de snelste route, en door de vele pitstops die we maken, duurt het allemaal nog langer voordat we op de plaats van bestemming zijn, maar we genieten volop van het landschap, de zee en de mooie vergezichten. We hebben vakantie dus zeeën van tijd!
In Roscoff vonden we aan het eind van de middag een leuke kamer met uitzicht op zee en de haven in hotel 'Bellevue' aan de Rue Jeanne d'Arc. De meeste jachten in de grote haven lagen afgemeerd aan moorings (ankerboeien), waarvan vele op dat moment op het droge lagen. En enkele flinke vistrawlers lagen met de kiel op de grond scheef tegen de kademuur van de pier aangezakt. Het getijdeverschil in de haven kan daar oplopen tot ruim 6 meter.
Ik had me een beetje verheugd op de Bretonse mosselen die werden aangeprezen. Maar die vielen in restaurant 'La Moussaillonne' aan de Rue Amiral Reveillere zwaar tegen. Van de doorgaans veel te kleine mosselen waren er veel ook nog niet open te krijgen. Eigenlijk had ik ze niet moeten accepteren, ik had daar beter net als J een lasagne kunnen nemen. Goed, andere keer beter!
Na nog een wandeling over de pier, hebben we daarna met een glas wijn vanuit onze hotelkamer nog lang naar de zee, de bootjes en de prachtige zonsondergang zitten kijken. Einde dag 5.


Dag 6, via o.a. Ménéham, Portsall, Porspoder en Le Conquet naar Plougonvelin.

Wederom een prachtige kustroute waar we alle tijd voor nemen. Uiteraard zijn er wel verschillen en is het ene stuk mooier dan het andere. Maar omdat allemaal te beschrijven wordt me teveel. Toch wil ik wel een paar uitschieters noemen t.w. de kustwegen en uitzichten bij L'Aber-Wrac'h, nabij Portsall (waar eind jaren zeventig de super olietanker 'Amoco Cadiz' op de rotsen liep), bij Lampaul-Plouarzel en nabij Le Conquet. Je raakt er niet uitgekeken, het blijft maar boeien.
Tegen 4 uur 's middags waren we in Plougonvelin, waar we aan de rue des Sternes een huisje hadden gehuurd voor één week. De eigenaar was reeds aanwezig dus konden we de boel al snel gaan inrichten, na uiteraard eerst alle formaliteiten al koeterwalend te hebben afgewikkeld. We waren alleen met de vogels, verder was het doodstil. Maar boven vanuit ons slaapkamerraam zagen we de zee liggen. Ook hier weer vele bootjes aan moorings afgemeerd, en af en toe in de verte op de Goulet de Brest een zeiljacht of vrachtschip zeewaarts of richting Brest varen. En met een wijntje op het terras, werden we het met elkaar eens dat het ook voor deze dag weer mooi geweest was. Einde dag 6.


Dag 7 t/m 12, vanuit ons huisje diverse trips in de nabije en wat verdere omgeving.

Pointe de St-Mathieu, Brest, Brest en nogmaals Brest, Crozon, Morgat, Roscanvel, Camaret-sur-Mer en nog vele andere plaatsen en gehuchten die we hebben bezocht of op z'n minst zijn doorgereden.

Pointe de St-Mathieu:
Behalve om zijn ligging is deze plek bekend om de ruïnes van de abdijkerk en zijn vuurtoren, waarvan de lichtstraal een bereik heeft van 55 à 60 km. En verder hebben ze er een gedenkzuil opgericht voor de Franse zeelieden die in de 1e wereldoorlog zijn omgekomen.


Brest:
In het Océanopolis, het Cultuurcentrum voor wetenschap, techniek en de zee hebben we een aantal uren onze ogen uitgekeken. Ze laten daar een natuurlijke en wetenschappelijke aanpak van de waterwereld zien via spectaculaire aquariums die de verschillende oceanen (polair, tropisch en gematigd) weergeven.
We hebben daar volgens mij ongeveer alle fauna en flora uit de wereldzeeën gezien!


Brest:
Hadden we rond het middaguur met enige moeite eindelijk onze auto geparkeerd, was het museum gesloten! Dat was balen, pas over ca. 2 uur zou het Musée des Beaux-Arts zijn deuren weer openen. Dan maar een wandeling in de botanische tuin aldaar, de z.g. Conservatoire botanique national et Jardin du Stang Alar. Met de wandeling door een gedeelte van dit prachtige park zijn we uren zoet geweest. Van een bezoek aan het museum is het daarna niet meer gekomen.


Brest:
Op weer een andere dag zijn we naar het Marine museum geweest, het Musée de la Marine zoals ze dat hier noemen. Alle pracht en praal van de 18de-eeuwse zeilschepen hebben we daar gezien, modellen, navigatie-instrumenten, beelden en schilderijen. Maar ook moderner materiaal als o.a. een duikboot in pocketformaat uit de 2e wereldoorlog.


Crozon, Morgat, Roscanvel en Camaret-sur-Mer:
Hemelsbreed was het maar een stukje van Plougonvelin naar Crozon en omstreken, maar over de weg via Brest en Le Faou was het een veelvoud daarvan. Je moet namelijk wel helemaal om de zeearm (o.a. Goulet de Brest, Rade de Brest en Anse de Poulmic) heen rijden om op het bewuste schiereiland te komen. Geen probleem, het was de moeite weer meer dan waard, vooral het gebied nabij Roscanvel en Camaret-sur-Mer is een plaatje. Prachtige rotskusten en dito vergezichten!


Behalve genoemde uitstapjes hebben we natuurlijk ook nog wel wat anders gedaan. We hebben gefietst in de nabije omgeving van Plougonvelin, we hebben daar op terrasjes gezeten en we hebben met enige regelmaat Intermarche, de plaatselijke supermarkt bezocht. Verder hebben we in het adembenemend stille huisje (geen muziek, radio en tv) ook nog een paar boeken gelezen. Einde dag 7 t/m 12.

Dag 13, via Brest, St. Brieuc, Bayeux naar Luc sur Mer.

Eenmaal door Brest ging het snel. De kilometers vlogen om over de N12, we waren in no time in St. Brieuc. Onderweg wel een keer een flits gezien, wat dat te betekenen heeft zal ik de komende tijd wel een keer merken. Over de N176 ging het na St. Brieuc verder richting Avranches, waar we de A84 namen tot aan een afslag even voor Caen, richting Bayeux en de kust. We vonden uiteindelijk een kamer met uitzicht op zee in hotel restaurant 'Le Beau Rivage' in Luc sur Mer. Na de maaltijd in het restaurant hebben we nog een aardige wandeling gemaakt over de boulevard en de pier aldaar. En op onze kamer hebben we vervolgens nog een tijdje kunnen genieten van een werkelijk fantastische zonsondergang. Einde dag 13.


Dag 14, via Caen, Le Havre, Fecamp, Dieppe, Abbeville en Calais naar Knokke-Heist.

Eerst Caen ronden, vervolgens over de A13 en de A29 langs Le Havre via een prachtige brug over de Seinemonding richting Fecamp aan de kust. Verder over de D925 via Dieppe naar Abbeville, waar we de A16 oppikken naar Calais en richting België. De bedoeling was een onderkomen voor de nacht te vinden in Oostende, maar dat viel door de grote drukte daar vies tegen. Dan Blankeberge maar proberen, ook niet, Zeebrugge dan, uiteindelijk vonden we een prachtige kamer in hotel St. Yves in Knokke-Heist, wederom met uitzicht op zee. Aan het Heldenplein in de serre van restaurant 'le Héros' hebben we ons vervolgens een tijdje prima weten te vermaken met geitenkaas en heerlijke tongetjes.
Op de onze kamer voetballen zitten kijken, Italië-Spanje de finale van het EK. Zelden een club tijdens een finale zo zien verliezen als Italië. Leuk natuurlijk voor de Spanjaarden, die konden wel een opkikkerdje gebruiken.
En ook hier hebben we op onze kamer weer kunnen genieten van een prachtige zonsondergang op zee! Einde dag 14.


Dag 15, via natuurpark Zwin, Westerscheldetunnel, Veerre, Schelde Dam en R'dam naar huis.

's Morgens naar de (jacht)haven van Zeebrugge gefietst en daar een poosje zitten kijken. Daarna wilden we in natuurpark het Zwin gaan fietsen, maar dat was bij nader inzien niet zo'n goed idee, het Zwin is eigenlijk toch meer een wandelgebied. Rijden dan maar, naar Veere daar hebben we nog altijd goede herinneringen aan, lunchen aan het Veerse Meer. Via de Westerscheldetunnel was het vanuit Zeeuws-Vlaanderen een peuleschil, en zo zaten we dan ook mooi rond het middaguur in het zonnetje aan het Veerse Meer te lunchen. Aan de haven bij Jachtclub Veere hebben we daarna nog een biertje gedronken, en toen was het weer tijd om verder tegaan. Via de Schelde Dam naar Rotterdam, Utrecht, Amersfoort en verder. Rond halfzes 's middags waren we thuis en konden we de auto gaan uitladen! Einde van dag 15, en van een boeiende 15 daagse trip door de dynamische kustgebieden van Bretagne, Normandië, Vlaanderen en Zeeland.

Geen opmerkingen: