vrijdag, februari 10, 2012

fotografie, waarom?


De zwart-wit foto van die grote paddestoel op z'n kop, heb ik in 1966 van dichtbij genomen met een eenvoudige kleinbeeld zoekercamera m.b.v. parallax opheffer en duimstok. De foto vond ik zo goed gelukt, dat ik er een vergroting van heb laten maken van ca. 1050 x 700 mm. Jarenlang heeft de foto in ons huis aan de muur gehangen. (zie ook de collage van m'n stukje 'architectuur' van 16 december 2009) De foto van de stapel betonstenen, waarmee we ons huis eind jaren zestig hebben gebouwd, is met dezelfde camera gemaakt. En ook van deze zwart-wit foto heeft jarenlang een forse vergroting bij ons aan de muur gehangen.

Al vanaf mijn pubertijd maak ik foto's. Eerst alleen zwart-wit foto's, maar later ook kleurenfoto's en dia's. Om weer later, toen ik een eigen doka had, me weer helemaal op de zwart-witfotografie te concentreren. En sinds het digitale tijdperk zijn entree gemaakt heeft, zijn bij mij de remmen helemaal los. Duizenden foto's heb ik in de loop der jaren al gemaakt. Maar al te vaak heb ik moeite ze terug te vinden op m'n computer. Waarom, vraag ik me vaak af, fotografeer ik eigenlijk?

In het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam las ik een keer het volgende:
Zonder fotografie is de huidige wereld ondenkbaar. Hoe vreemd het ook mag klinken, zonder fotografie is de huidige wereld zelfs grotendeels onzichtbaar. Want al zijn we nog zo reislustig, het meeste wat wij van de wereld zien, zien wij via foto's: in kranten, tijdschriften, boeken en sinds kort internet. Televisie, film en video spelen anno 2012 weliswaar ook een grote rol in het zichtbaar maken van de wereld, maar de fotografie ging aan deze media vooraf. Zij is de oudste van de 'nieuwe media' en zij heeft sinds de officiële bekendmaking van de uitvinding ervan, in 1839 aan de Franse Academie van Wetenschappen in Parijs, ons wereldbeeld fundamenteel veranderd.

Mooi gezegd, maar veel wijzer wordt ik er niet van. Eind jaren zeventig heb ik van Susan Sontag (1933-2004) 'Over fotografie' gelezen. Een reeks essays waarin zij zowel vanuit esthetisch als ethisch oogpunt de alomtegenwoordige fotografie aan de kaak steld. Ze behandelt de verhouding tussen enerzijds fotografie en anderzijds kunst, kennis en zelfervaring. Hoewel ze het fenomeen 'fotografie' vanuit diverse oogpunten benaderde, werd ik toch ook van haar niet veel wijzer. Eigenlijk vond ik het maar een lastig boek om te lezen.

Recensent Achilles van den Branden beschouwt 'Over fotografie' van Susan Sontag als een lappendeken met losse uitspraken, hij biedt een selectie uitspraken aan die het overdenken waard zijn.

1. Een foto is niet alleen het resultaat van een ontmoeting tussen een gebeurtenis en een fotograaf; het nemen van een foto is een gebeurtenis op zichzelf.
2. Door de krachten van de fotografie is ons realiteitsbesef eigenlijk gedeplatoniseerd, want ze hebben het steeds minder aannemelijk gemaakt over onze ervaring na te denken volgens het onderscheid tussen beeld en ding, tussen kopie en origineel.
3. Door foto's wordt gesuggereerd dat de tijd bestaat uit interessante gebeurtenissen.
4. Een foto verbergt meer dan hij onthult.
5. De rol van de camera bij het mooier maken van de wereld heeft zo’n succes gehad, dat foto’s meer een norm voor schoonheid zijn geworden dan die wereld zelf.
6. Voorbeeld: mensen die overvoerd zijn met plaatjes vinden een zonsondergang vaak sentimenteel, omdat die in onze tijd helaas te veel op een foto lijkt.
7. Veel mensen zijn bang om fotografeerd te worden omdat ze vrezen dat de camera hen zal afkeuren.
8. Fotografisch kijken staat gelijk met een talent om schoonheid te ontdekken in de dingen die iedereen ziet, maar veronachtzaamt.
9. Fotografie heeft aangetoond dat schoonheid overal bestaat; voor een fotograaf is er geen verschil tussen het streven de wereld mooier te maken en het tegengestelde streven om de wereld te ontmaskeren.
10. Hoewel de fotografie op zichzelf geen kunstvorm is, bezit ze de merkwaardige eigenschap dat ze al haar onderwerpen tot kunstwerken maakt.

Inderdaad 10 quotes die de moeite van het overdenken waard zijn. Maar van een onbekende (of was het misschien de Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson 1908-2004) las ik één van de mooiste uitspraken over fotografie t.w. Fotografen zijn als jagers met een geweer. Van veilige afstand schieten ze leven dood. Tegelijkertijd kunnen fotografen jagers met een geweer tot leven schieten!

Hoe dan ook, voor mij is en blijft fotograferen gewoon een leuke hobby!

1 opmerking:

Anoniem zei

Je kan wel zien dat je een boogschutter bent! Joke