dinsdag, september 03, 2019

Mijmeringen uit het verleden.


Herman Finkers zei ooit: 'Het stoplicht springt op rood, en dan weer op groen, in Almelo is altijd wat te doen'. Maar dat kon ik van Wezep niet zeggen, want daar hadden ze destijds zelfs nog geen stoplichten. Voor een tiener was er in de jaren vijftig weinig te beleven in het esdorp. En het school- en kerkleven was een bloedserieuze zaak, het diende uitsluitend om te leren, en niet voor de aardigheid. Daarbij was het leren er niet alleen op gericht om kennis voor dit aardse bestaan op te doen, maar ook om te leren wat voor de eeuwigheid waarde heeft. Ik moest alles leren over de bijbelse geschiedenis, geen hoofdstuk werd overgeslagen. Psalmversjes en catechismus, ik leerde alles uit het hoofd, ook al begreep ik de reikwijdte lang niet altijd. Maar dat deed niet ter zake werd je voorgehouden, want met het hart werd soms veel meer gevat dan met het verstand. De benepen manier van leven, waar ik als tiener in toenemende mate de pest aan kreeg, heeft bij mij reeds in een vrij vroeg stadium geleid tot een afscheid van welke vorm van religie dan ook.

'Ik kom uut Zwolle, vette pech' zei Herman Brood ooit, nou ik kom uut Wezep, dat is dus vette pech in het kwadraat. Maar dat wil niet zeggen dat ik in het Veluwse esdorp helemaal geen plezier heb beleefd in de benepen jaren vijftig. Integendeel zou ik haast zeggen, geluk, spanning, angst en vreugde, alle facetten van een tienerleven heb ik daar denk ik wel aan de lijve ondervonden. Liefde, uitgelatenheid, treurigheid, mooi en lelijk zijn van alle tijden, de jaren vijftig niet uitgezonderd. Bovendien wat je niet wist, miste je ook niet. Wat voor de beleving van toen telde, was wat er toen speelde aan verandering, vernieuwing en spanning. Kortom, ook al hadden ze destijds zelfs geen stoplichten in Wezep, toch denk ik er vaak met genegenheid aan terug.

1 opmerking:

Addy zei

Prachtig stukje! En de beide foto's sluiten bij wijze van zeggen naadloos aan bij de somberheid die je schetst.