donderdag, maart 17, 2016

hou van ruigten en struwelen


Het is weer zover, ik moet de tuin weer enigszins fatsoeneren, of ik het nou leuk vindt of niet. Toen ik mijn buurman een keer, na een opmerking over ons welig tierende Aegopodium podagraria ofwel zevenblad, uit de doeken deed dat we een wilde tuin ambieerden, was zijn licht ironische reactie dat ons dat dan al aardig goed gelukt was. Vegetatiekunde heb ik niet gestudeerd, maar de verschillende groeivormen in onze wilde tuin, doen me het meest aan ruigten en struwelen denken. Een combinatie van dicht struikgewas en hoge kruidachtige planten, die zijn ontstaan doordat we het organisch materiaal op de meeste plekken al jaren laten liggen. En verder barst het van foeragerende vogels, die in onze tuin ook nog eens een ideale broed- en schuilplek vinden. Prachtig, het liefst deed ik er helemaal niets aan. Maar als gezegd, hoe minimaal dan ook, af en toe moet er in die kleine tuintjes toch worden ingegrepen. De kiem van mijn liefde voor wilde tuinen is in de herfst van 1972 geplant, tijdens mijn studie aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.

In de bomvolle z.g. twintigbalkenzaal moest destijds een aantal studenten genoegen nemen met een staanplaats. Veel belangstelling dus voor 'mens en natuur', een college van de destijds 48 jarige charismatische, maar omstreden kunstenaar, schrijver, filosoof, professor honoris causa, ecotect, leraar tekenen en eigenwijs mannetje Louis G. Le Roy.
Aanvankelijk was ik vrij sceptisch over de anarchistische mens en natuurideeën van Le Roy, maar daar was na afloop van zijn college weinig van over. Met behulp van prachtige 6 x 6 dia's van allerlei z.g. onkruiden, had Le Roy me van zijn wilde theorieën weten te overtuigen. Hij had me laten zien, hoe de saaie monocultuur van zijn weiland nabij Oranjewoud sinds de eind jaren zestig veranderde in een boeiende ecologische complexiteit. Zijn credo was, laat groeien wat groeit en beperk het menselijk ingrijpen, de natuur ordent immers zichzelf! Alleen in het begin mag de mens begeleiden, differentiatie bieden, hoog, laag, droog, nat, licht, donker, hard, zacht enz. maar daarna dient hij zich terug te trekken. Dus niet spitten, niet sproeien, niet snoeien en laat liggen wat valt t.b.v. het voedingsproces van de bodem. Zijn theorie was ook nog eens koren op mijn molentje, want tuinieren was bepaald niet mijn grootste hobby. Het resultaat van Le Roy's credo was een rigoureuze ingreep in ons tuintje, weg met die aangelegde bloemperkjes en gazonnetjes! We leven nu bijna 44 jaar later en wonen daar allang niet meer, maar soms rij ik er nog wel eens langs. De latere bewoners hebben echter niets veranderd aan de tuin. Het is nog immer een wilde tuin die zich blijft ontwikkelen. Mooi, resultaat van een proces van ecologische complexiteit zal ik maar zeggen, waar we destijds enkel de aanzet toe hebben gegeven.

En dat gaat ook op voor Le Roy's weiland van eind jaren zestig, en voor de in 1983 gestarte bouw van de z.g. Ecokathedraal in Mildam. Dat laatste project zal zich, volgens de in 2012 op bijna 88 jarige leeftijd overleden Louis G. Le Roy, in ruimte en tijd ontwikkelen tot een hoogcomplex organisch netwerk. Het ecokathedraalconcept nodigt ook uit tot participatie, een principiële stellingname van Le Roy. Hij wil de bevolking de zeggenschap over de eigen omgeving teruggeven. Een stellingname die destijds vaak niet enkel alleen bij opdrachtgevers tot enige commotie leidde!

1 opmerking:

Peter Wouda zei

Een mooi persoonlijk verhaal bij het werk van een man wiens ideeën vooral nu weer actueel worden.
Zie Stichting TIJD voor de organisatie die zijn werk voortzet