vrijdag, december 11, 2015
over allegorische composities
Afgelopen dinsdag hebben we het CODA museum in Apeldoorn weer eens bezocht. Een aardig museum, waar behalve verzamelen en tonen van belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen, het starten en voeren van discussies, ontwikkelen en doorgeven van kennis, informatie en documentatie op het gebied van literatuur, muziek, film, archieven en de geschiedenis van Apeldoorn, ook het verzamelen, vertonen en vertellen over mode- en kunstenaarssieraden en beeldende kunst op én van papier tot de kerntaken behoord. Twee exposities trokken deze keer in het bijzonder onze aandacht t.w. 'Teun Hocks' en 'The Weather Diaries'.
'Teun Hocks'
Het oeuvre van Teun Hocks (Leiden, 1947) wordt gekenmerkt door vakmanschap, een scherp gevoel voor humor en zijn grote gave als verhalenverteller. Hij is niet alleen de maker van het werk maar fungeert ook telkens als hoofdpersoon; veelal een man van middelbare leeftijd die in absurde maar op het eerste oog alledaagse situaties terechtkomt. Het is geen onverschrokken held maar een Buster Keaton of Elckerlijck die geconfronteerd wordt met een surrealistische wereld of met een onwaarschijnlijke en onhaalbare taak. In zijn vaak typische Hollandse taferelen met weidse landschappen of wat burgerlijke interieurs speelt hij niet alleen met het alledaagse, maar zien we ook een allegorie van zotheid en referenties aan de magische werelden van Pieter Breughel en René Magritte. Soms is het beeld zuiver komisch, maar evenzo vaak is het poëtisch, surrealistisch, absurd of zelfs tragikomisch waarbij Hocks alle elementen uit een film of verhaal in een beeld vervat.
'The Weather Diaries'
In tegenstelling tot traditionele antropologen die de camera gebruiken om bevolkingsgroepen en hun culturen op wetenschappelijke wijze vast te leggen, transformeerden Cooper & Gorfer (Sarah Cooper, Amerika 1974 en Nina Gorfer, Oostenrijk 1979) hun waarnemingen tot poëtische beeldverhalen. Zij verwerkten hun reisimpressies tot geënsceneerde foto’s die zij vervolgens aanvulden met kleurlagen, structuren en symboliek. Tijdens hun reis ontdekten Cooper & Gorfer dat de steeds wisselende weersomstandigheden, de geïsoleerde ligging en de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen en materialen een unieke bron van creativiteit en inspiratie vormen voor de kunstenaars en ontwerpers uit IJsland, Groenland en de Faeröereilanden. Wat de verschillende culturen van IJsland, Groenland en de Faeröereilanden verbindt, is de behoefte om de specifieke, nationale identiteit te behouden. In Ena with Eyes Shut, werk van Nikolaj Kristensen en posterbeeld van deze tentoonstelling, zien we de nationale klederdracht van Groenland. Het kostuum is voornamelijk opgebouwd uit glazen kralen. Het gewicht is paradoxaal: het symboliseert tegelijkertijd de trots en de beperkingen die tradities – en de angst ze te verliezen – met zich meebrengen.
The Weather Diaries, Nordic Fashion Biennale by Cooper & Gorfer from Gestalten on Vimeo.
En passant hebben we daar ook de expositie IRON(Y) nog gezien. Sieraden van de Zwitserse ontwerpster Sophie Hanagarth (Lausanne, 1968). Armbanden, ringen, kettingen noem maar op van ijzer en koper. Ze speelt in haar werk met conventies, de stijfheid van het denken en de moeilijkheid van het openstaan voor iets dat afwijkt van het gangbare.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten