maandag, december 14, 2015

een herenleed mini-excursie!


Het in Gouda in 1936 opgeleverde boezemgemaal is vernoemd naar de toenmalige dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijnland mr. P.A. Pijnacker-Hordijk. Het gebouw, qua stijl te rangschikken onder het zakelijk expressionisme, is een ontwerp van de Leidse architect B. Buurman. Het is één van de vier grote boezemgemalen die het overtollige water vanuit Rijnlands gebied afvoert, en loost op de Hollandsche IJssel. Het is echter ook een gemaal dat in tijden van droogte zoet water vanuit de Hollandsche IJssel kan inlaten. Daarmee is het gemaal, dat volgens Bartjens, na een renovatieperiode van ca. 2,5 jaar, begin 2016 wederom zal worden opgeleverd, tot op de dag van heden van groot belang voor de waterhuishouding in het Rijnlandse gebied. Vanwege dit belang moest het gemaal dan ook tijdens de gehele renovatieperiode dienst blijven doen!

Onlangs hebben we met ons herenleedclubje op initiatief en uitnodiging van onze geachte herenleder André H, die middels architectenbureau Aletta van Aalst & Partners nauw betrokken is bij de renovatieplannen, het gemaal bezocht. Een mini-excursie zal ik maar zeggen, met als reeds gezegd dus André en verder Ab B, Eric M. en ondergetekende.

Het gemaal met een uitmaalcapaciteit van totaal 2070 m3/min. ligt gesitueerd in het z.g. Stroomkanaal, dat t.p.v. de aansluiting met de Hollandsche IJssel min of meer parallel loopt aan het Gouwekanaal. Behalve dat beide kanalen destijds zijn gegraven t.g.v. de beheersing van de waterhuishouding van het Rijnlandse gebied, is m.n. het Gouwekanaal destijds ook gegraven om de binnenstad van Gouda te ontlasten van het scheepvaartverkeer. Immers om per schip van de Gouwe op de Hollandsche IJssel te komen of andersom, moesten ze vroeger via de Havensluis of de Mallegatsluis door de binnenstad varen. Een omslachtige en tijdrovende bezigheid voor de schippers, helemaal toen de schepen mettertijd geleidelijk een maatje te groot werden.

Behalve uit bouwkundige werkzaamheden bestond de renovatie van boezemgemaal Rijnland mr. P.A. Pijnacker-Hordijk uit civieltechnische, werktuigbouwkundige, elektrotechnische en automatisering technische werkzaamheden. De werkzaamheden bestonden uit het renoveren en herstellen van het gevelmetselwerk, het vervangen/renoveren/terugplaatsen van de stalen gevelkozijnen, maken van een nieuw inkoopstation, terreininrichting, reinigen en repareren van zuig- en perskokers, alsmede diverse bouwkundige aanpassingen ten behoeve van de W- & E-installaties. De werktuigbouwkundige werkzaamheden bestonden globaal uit het renoveren van de krooshekken en de inlaat- en persschuiven. Twee van de drie stationaire dieselmotoren van het boezemgemaal hebben plaats gemaakt voor drie elektromotoren met een uitmaalcapaciteit van totaal 2400 m3/min. Eén van de diesels is gecombineerd met een elektromotor.

Mede omdat het gemaal een Rijksmonument is, stelde het Hoogheemraadschap van Rijnland de eis, dat de cultuurhistorische kenmerken van het boezemgemaal behouden bleven. En dat is volgens mij wel aardig gelukt.

De enig overgebleven zescilinder dieselmotor uit 1936 van Werkspoor met een vermogen van 460 pk, is in het boezemgemaal als werkend monument behouden gebleven. Daarnaast staan iets verderop de drie nieuwe, verticale in lijn geplaatste 'Alconza' (Spanje) elektromotoren, die op afstand te bedienen zijn.

Al is de geur van dieselolie, de geur van de klassieke machinekamer zal ik maar zeggen, nu door vermenging minder prominent aanwezig, ze blijft door het intact houden van die ene grote dieselmotor toch mooi bestaan. Beetje nostalgische flauwekul uiteraard, maar toch prima dat zo behalve allerlei bouwkundige details, ook de geur nog tot de cultuurhistorische kenmerken van het 80 jarige boezemgemaal behoord.
Nadat we op de benedenverdieping ook nog diverse ruimten hadden bekeken met een indrukwekkende hoeveelheid elektrotechnische en automatisering technische apparatuur, zat de bezichtiging van het boezemgemaal erop. Boezemgemaal Rijnland mr. P.A. Pijnacker-Hordijk, een mooi civieltechnisch project, de komende tijd voorbereid op klimaatverandering en stijging van de waterspiegel.

Na het boezemgemaal zijn we in Gouda naar de Museumhaven gereden voor een korte wandeling daar. De Museumhaven ligt tussen de Mallegatsluis, een verbinding met de Hollandse IJssel, en de Guldenbrug, verderop in de Turfsingel. De Museumhaven maakt deel uit van het Havenkwartier van Gouda, een locatie met een rijke waterhistorie. De Museumhaven is een vrij toegankelijk openluchtmuseum met museale schepen in een heel bijzonder stadslandschap. Een sfeer die tot halverwege 1900 in de hele binnenstad van Gouda te vinden was.

Gouda heeft haar contact met de IJsseloever grotendeels verloren. Dit is vooral een gevolg van de drukke verkeersweg langs de rivier. Gelukkig zijn er plannen om hier verandering in te brengen en van Gouda weer een echte havenstad te maken. De stad ligt op een knooppunt van vaarwegen en heeft niet alleen verbindingen met het Groene Hart maar zelfs een vrije verbinding met de zee. Maar na de Watersnoodramp in 1953 werd de haven bij het Tolhuis afgesloten middels een dam. Echter inmiddels omarmt de gemeente Gouda het plan ‘Gouda Havenstad’, wat een herstel van de oude doorvaart voor ogen heeft.

Voormalige volmolen uit 1631, op de achtergrond stellingmolen 't Slot.

De Grote Volmolen is de enige overgebleven volmolen van Gouda. Het vol in volmolen verwijst naar vollen, wat het ruw maken van wol is. Binnenin de molen zette het water van de IJssel een scheprad in beweging. Hierdoor loosden de volmolens in Gouda water op het achterland, evenveel als de vijf windmolens er weer uit konden malen, tot woede van de polderbesturen. Pas in 1869 werd hierover een compromis bereikt. De molen werd in 1631 gebouwd en is na 1869 is gebruik geweest als kaaspakhuis.
Blik op de gracht-sluizen vanaf de Westhaven gezien. Het gelige gebouw op de achtergrond is 'Magazijn de Zon', momenteel een vestiging van de ING-bank. Over 'Magazijn de Zon' las ik het volgende:

In 1904 vestigden de gebroeders Van Haeren, twee ondernemers afkomstig uit 's-Hertogenbosch, zich in Gouda en begonnen op de hoek van de Dubbele Buurt en de Wijdstraat een zaak in manufacturen en dergelijke. Het bedrijf kreeg de naam 'Magazijn de Zon' en werd een filiaal van Vroom & Dreesmann. Enkele jaren later kochten ze ook de naastgelegen woning en gaven architect Piet Buskens de opdracht om beide panden te vervangen door een nieuw warenhuis. Buskens gaf het gebouw een jugendstilkarakter. Hij maakte daarbij gebruik van glas in lood, staal, natuursteen en siermetselwerk.
Mede door de centrale ligging, recht tegenover de Markt, is het een beeldbepalend gebouw geworden in het centrum van Gouda.
Het Oude Stadhuys is een monumentaal pand dat stamt uit de vijftiende eeuw. Het ligt midden in de historische binnenstad van Gouda. Eén van de meest indrukwekkende panden van Gouda.

De geschiedenis van het monumentale pand gaat terug tot 1395 las ik. Echter in 1448 zijn ze pas begonnen met de bouw, die uiteindelijk in 1459 was voltooid. Sindsdien zijn er vele renovaties en verbouwingen geweest. Voor het laatst is het gebouw in 1996 gerestaureerd.

Sinds 2012 vinden er geen raadsvergaderingen meer plaats, maar in het sfeervolle pand met z'n prachtige marmeren vloeren, glas-in-loodramen en tapijtkunstwerken vinden regelmatig allerlei andere bezigheden plaats, zoals o.m. congressen, seminars, vergaderingen, productlanceringen en bedrijfsfeesten.
De Sint-Janskerk of Grote Kerk in Gouda is een grote kruiskerk in gotische stijl. De kerk is beroemd vooral vanwege de reeks gebrandschilderde ramen. Het kerkgebouw zelf heeft karakteristieke overkappingen en is het langste kerkgebouw in Nederland met 123 meter, buitenwerks.

In hoofdzaak dateert de kerk uit de 15e en 16e eeuw, maar de historie van het gebouw gaat verder terug.

De Sint-Janskerk is gewijd aan Johannes de Doper, de schutspatroon van Gouda. De symbolische kleuren van deze heilige, rood en wit, zijn in het stadswapen terug te vinden. De kerk behoort tot de top 100 der Nederlandse UNESCO-monumenten.
Lazaruspoortje (1609) gemaakt door Gregorius Cool, nu toegang tot museum en de museumtuin.

Het Lazaruspoortje is destijds gemaakt als toegangspoort voor het toenmalige leprozenhuis aan de Gouwe. De afbeelding op het poortje toont de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16:19-31). Lazarus vraagt om kruimels te mogen eten die overschieten van de maaltijd van een rijke man. Hij krijgt echter slechts de zorg van honden, die zijn zweren likken. De man en de vrouw ter weerszijden van deze afbeelding zijn leprozen met een lazarusklepper en een aalmoezenschaaltje in hun hand. Daarboven een afbeelding van Lazarus, na zijn dood, in de schoot van Abraham. Lazarus werd de beschermheilige van de melaatsen.
Nadat we de auto in het 'Bolwerk' hadden geparkeerd, een parkeergarage aan de Sint Mariewal, hadden we dorst en trek in een bitterballetje. Niet zo gek natuurlijk, want de vijf zat inmiddels in het uur. Via het Pottersplein en de Nieuwehaven zijn we naar de Kleiwegstraat gewandeld, alwaar we tegen 'De Goudsche Pijp' aanliepen. Een gelegenheid die het midden hield tussen een pannenkoekenhuis en een Grieks eettentje. Maar wij kwamen echter alleen voor een drankje en een paar bitterballetjes. Geen probleem, ook daarvoor konden we in 'De Goudsche Pijp' terecht. En zo kwam het dat we daar even later gezellig en tevreden om de tafel zaten te ouwehoeren over van alles en nogwat.
Wat vroeger een Lichtfabriek was is nu eten, drinken en feesten waar het omgaat. Rond 1910 verzorgden de Gemeentelijke Lichtfabrieken Gouda vanaf deze locatie de stroomvoorziening van Gouda en omgeving.
Maar als gezegd, nu is het daar eten geblazen, en dat hebben we gedaan ook. Goeie kaart, goeie bediening en nog gezellig ook. Dat wij niet de enige waren die dat vonden, bleek wel uit het feit dat de tent praktisch vol zat. En dat voor een gewone doordeweekse dag.

Rond een uur of halftien hebben we de auto maar weer eens opgezocht. We moesten nog naar Weesp, maar bij Utrecht konden we vanwege wegwerkzaamheden de A2 niet op, lekker dan. Via de A28 en de A1 zijn we er uiteraard ook gekomen, een behoorlijke omweg dus. Maar we hadden met z'n viertjes een leuke middag gehad, het kon ons goede humeur dan ook niet echt drukken.

Het was een mooie herenleed mini-excursie! Moeten we beslist wat vaker doen.

Geen opmerkingen: