vrijdag, mei 16, 2014

struweel en ruigte


Vegetatiekunde heb ik niet gestudeerd, maar de verschillende begroeiingsvormen in onze wilde tuin doen me het meest aan ruigten en struwelen denken. De combinatie van hoge kruidachtige planten die zijn ontstaan doordat we het organisch materiaal op diverse plekken al jaren laten liggen, en het dichte struikgewas heeft er in ieder geval veel van weg. Bovendien barst het van de vogels, vooral mussen en merels, die hierin foerageren en kennelijk een ideale broed- en schuilplek vinden.

Mijn liefde voor wilde tuinen is al in 1972 ontstaan, toen ik het boek 'Natuur uitschakelen, natuur inschakelen' van Louis G. Le Roy (1924-2012) had gelezen. De prachtige verhalen en de dia's van zuring, paardenbloemen en brandnetels die hij een keer als gastdocent op de Academie van Bouwkunst in Amsterdam liet zien, gaven de doorslag. (zie m'n stukjes 'mens en natuur' en 'mens en natuur II' van resp. 16-8-'10 en 4-10-'10) Weg met de nette tuintjes! Geef de natuur de ruimte in onze parken en tuinen, begeleid haar op z'n hoogst een beetje.

In dat beetje begeleiden zit trouwens wel de kneep. Ondanks dat we onze tuin, helemaal in het huidige stadium, prachtig vinden, heeft onze manier van begeleiden er momenteel niet toe geleidt, dat we het idee hebben dat alles in evenwicht is. De Aegopodium podagraria ofwel zevenblad is volgens ons aan de winnende hand. We laten het maar zo, maar we voorzien dat we in de nabije toekomst onze manier van begeleiden wel enigszins moeten veranderen!

1 opmerking:

Unknown zei

Mooi voortschrijdend inzicht...