vrijdag, september 06, 2013

Nachttrein naar Lissabon.


Mijn stukje 'stadswandelingen' van 27 augustus 2010 begint met een opmerking over het boek 'Nachttrein naar Lissabon' van Pascal Mercier, dat ik toen net gelezen had. Dat ik, toen ik het las alles weer opnieuw beleefde. Ik zag de stad, de structuur en zijn mooie uitzichten over de Taag weer voor me. Ik hoorde en voelde weer de geluiden, de taal, de muziek, de passie en de fado, ik rook de geuren van de stad zelfs weer. Kortom, ik waande me weer even helemaal terug in Lissabon, dat was de kracht van het boek.

Dat kon ik van de gelijknamige film, die ik afgelopen dinsdag in de Catharinakapel heb gezien niet zeggen. Hoewel ik het wel een aardige film vond, beleefde ik Lissabon bij lange na niet zo als tijdens het lezen van Mercier's boek. 'Night Train to Lisbon' van regisseur Bille August gaat in feite over een filosofisch beladen reis naar en door Lissabon, die toevallig tot stand kwam.
Raimund Gregorius, een enigszins dorre leraar klassieke talen in Bern (Zwitserland), voorkwam op een vroege morgen toen hij opweg was naar zijn werk, per toeval dat een mysterieuze vrouw zelfmoord pleegde door haar van een brugleuning te trekken. Echter even vluchtig als de vrouw in zijn leven was gekomen, was ze ook weer verdwenen. De herinnering was het enige wat gebleven was en een rode jas, waarin een treinkaartje naar Lissabon en een boekje van Amadeu de Prado, een Portugese arts, filosoof en verzetsstrijder tijdens de jaren toen Portugal nog gebukt ging onder het regime van dictator Salazar. Toen Raimund Gregorius het boekje van Amadeu de Prado doorbladerde en hier en daar wat filosofische teksten las, raakte hij helemaal in de ban. Kennelijk herkende Gregorius zich in het één en ander of wilde hij zich daarin herkennen. Hoe dan ook, hij werd er lyrisch van en bloeide helemaal op. Leven wilde hij, net als Amadeu de Prado, ergens voor gaan. Spontaan stapte hij dan ook op de trein naar Lissabon, om zich daar middels een reconstructie van het leven van Amadeu de Prado verder te verdiepen, in deze voor hem zo fascinerende persoonlijkheid.

Zoals gezegd, waar het boek een boeiende en hartstochtelijke beschrijving was van de reis, de periode in Lissabon en Amadeu de Prado, kwam de film daarvan bij mij in meerdere opzichten slechts als een oppervlakkig aftreksel over.



In de film bleef het voor mij min of meer onduidelijk waarom Raimund Gregorius de reis maakte. De vraag waar het in het boek zo duidelijk om draaide, namelijk: Hoe is het om iemand te zijn, om iemand te zijn die écht leefde? vond ik in de film eigenlijk niet of nauwelijks tot uiting komen.

Geen opmerkingen: