vrijdag, november 23, 2012

De Pont


Afgelopen dagen mooie dingen gelezen in het V katern van de Volkskrant, t.w. woensdag j.l. 'Sprankeling van glas, ijzer en beton' Een recensie van Rutger Pontzen over de expositie van de Britse kunstenaar Anish Kapoor in museum De Pont in Tilburg, en donderdag j.l. 'Bekoorlijke ochtendblik' Een recensie van Arno Haijtema over de expositie van de Nederlandse fotograaf Wout Berger in hetzelfde museum.

Wat mij opviel in het stuk over Anish Kapoor (daar is ie weer, zie ook mijn stukjes 'Anish Kapoor'; 'contemplatieve ervaring' en 'uitkijktorentje' van resp. 2/10'09; 11/5'11 en 31/5'12) was de conclusie van Pontzen dat Kapoors werk zowaar ook subtiel kan zijn. Het is een expositie wars van alle grootsheid die Kapoor doorgaans wil uitstralen. Dat wil ik zien binnenkort, alhoewel ik nog tot 27 januari 2013 de tijd heb.

De Pont volgt Kapoor al vanaf het moment dat het museum zijn deuren opende, nu precies twintig jaar geleden. De recente verwerving van Vertigo (2008) is mede aanleiding voor deze tentoonstelling met een vijftiental sculpturen en installaties uit de periode 1992-2012.
Voor Kapoor is een kunstwerk in de eerste plaats een object dat aanzet tot interactie. De tentoonstelling laat zien dat hij zeer uiteenlopende vormen en materialen inzet om dat doel te bereiken. Zijn sculpturen van glanzend gepolijst metaal activeren niet alleen het oog, maar ook het lichaam. Door zich te verplaatsen brengt de kijker de gereflecteerde ruimte in beweging. Het contrast tussen deze spiegelwerken en het spectaculaire Shooting into the Corner is groot. Het harde staal heeft hier plaatsgemaakt voor kneedbare, rode was. In deze installatie speelt de tijd een belangrijke rol. Met hoorbaar geweld maakt het werk zich bij ieder schot van het kanon meer van de ruimte meester. Bij de uit kunsthars vervaardigde sculptuur Slug (2009) verplaatst de aandacht zich naar het onderhuidse. De sculptuur roept associaties op met vegetatieve levensvormen en maakt nieuwsgierig naar wat zich in dat traag kronkelende stelsel afspeelt.
De sculpturen van Anish Kapoor zijn vaak niet wat ze lijken te zijn. Tijdens het proces van kijken en ervaren moeten eerste indrukken worden bijgesteld. De sensuele vormen, de tactiliteit en de zuigende kracht van de kleur nodigen uit om de werken te naderen en je ermee te verbinden. Tijdens die ontmoeting stuit men echter onherroepelijk ook op hun ondoorgrondelijke facetten.

Maar de expositie When I Open my Eyes van Wout Berger is reeds op 6 januari a.s. afgelopen, en die wil ik ook gaan zien als ik daar ben. Een serie foto's van het IJsselmeer, in een bepaalde periode genomen vanaf een stabiele positie vanuit zijn slaapkamerraam. Deze foto's van één van mijn meest geliefde en bekende landschappen in Nederland wil ik absoluut niet missen!
Wout Berger woont al heel wat jaartjes aan het IJsselmeer. Als hij ‘s morgens zijn ogen opendoet, is het IJsselmeer het eerste wat hij ziet. Soms nam hij een foto van het meer, maar echt zien was andere koek. Pas toen een vriend tegen hem zei: ‘Jij woont in je onderwerp’ viel het kwartje. Hij plaatste een statief op een vaste plek voor zijn slaapkamerraam en begon te kijken.

IJsselmeer, foto Wout Berger
Eerst was hij dankbaar voor elk zeilschip dat voorbij kwam. En elke heftige lucht was weer een foto. Maar het duurde niet lang of hij liet alles wat afleidde buiten beeld. Zeilschepen, vogels en mensen fotografeerde hij niet meer. Maar watergolfjes fotografeerde hij wel, en mistbanken, regen en wolken. Die leiden ook wel af, maar het zijn vrijwel amorfe vormen, transparant en nat. Ze hadden zelf nauwelijks kleur, ze namen de kleur aan van het opvallende licht en gaven die weer.
Zestig foto’s zijn het in totaal geworden. Foto’s die met z'n allen zijn IJsselmeer vormen. De ene foto is niet mooier dan de andere, want als je zo naar foto's gaat kijken raak je verzeild in esthetiek. En hij wilde geen esthetiek. Hij wilde wind fotograferen en licht. Elementen waarvan we alleen de verschijningsvormen kennen. Je ziet de wind niet, je ziet een golf. Je ziet licht niet, je ziet de wolk die het licht vangt. En toch wil hij wind en licht vatten. In het steeds weer blijven kijken naar steeds weer hetzelfde onderwerp op steeds dezelfde coördinaten. De verschillen tussen de opnamen kunnen klein zijn. Tussen twee foto’s die vrijwel identiek lijken, kan een maand tijdverschil zitten. Ondertussen blijft het onderwerp gelijk. Tenminste, dat denk je, maar ongemerkt begint het onderwerp te veranderen. Was het eerst het meer, de horizon, de zon, de wolken, de golf, ongemerkt wordt het onderwerp de verschillen tussen de foto’s. De overgangen. Daarin hoopt hij het onaanraakbare te benaderen. Volgens Berger een hopeloze exercitie natuurlijk, maar toch een poging.

1 opmerking:

Anoniem zei

heel mooi geschreven Evert, het artikel is ook mij bijgebleven! Heeft alles met de liefde voor oa het Ijsselmeer te maken;-)
gr Brend