woensdag, juni 16, 2021

Leven IV

'That’s one small step for a man, one giant leap for mankind' zei astronaut en commandant van de Apollo 11 missie Neil Armstrong (1930-2012), toen hij op 21 juli 1969 als eerste mens ooit voet op de maan zette. Een gebeurtenis van belang die ons ruim een halve eeuw geleden aan de buis gekluisterd hield. Na dit hoogtepunt in staaltjes van (ruimtevaart)techniek was de belangstelling in de maan lange tijd min of meer tanende. 

Echter sinds de laatste jaren neemt de belangstelling in ons mooie hemellichaam weer van alle kanten toe. Zo las ik vanmorgen in de krant dat deeltjesfysici James Beacham en Frank Zimmermann, experts van het deeltjeslab CERN bij Genève, het plan hebben geopperd om een deeltjesversneller van 11.000 km lang op de maan te bouwen. Ongeveer net zo lang dus als de totale omtrek van de maan. Met de huidige deeltjesversneller van 27 km en de mogelijke opvolger van 100 km nabij Genève (zie o.a. mijn stukjes Leven I, II en III van resp. 25/1'10, 14/12'11 en 7/7'12 alsmede 'Gepakt in de grote versneller!' van 28/1'17), blijven de deeltjesfysici nog voortdurend in het duister tasten. Een grotere, sterkere deeltjesversneller is volgens hen het antwoord, om elementaire deeltjes met nóg meer energie op elkaar te jagen en te kijken hoe in een flits nieuwe, nog onbekende reacties plaatsvinden. 

Is dit een verlate 1 aprilgrap? Volgens Bartjens zeker niet, hoewel het een onzinnig idee lijkt, dat bovendien als het er ooit van komt, nog vele decennia op zich zal laten wachten. Maar als je nadenkt over de grootst mogelijke deeltjesversneller is het één en ander toch een logisch gevolg. En het is sowieso handig om een referentie-paper te hebben waar de voor- en nadelen in staan en van daaruit verder te denken.

Geen opmerkingen: