maandag, april 04, 2011

zeilseizoen



Het zeilseizoen is weer begonnen. Vroeger had ik het nooit over zeilseizoenen, en overwinterde ik nogal eens in het water om te kunnen winterzeilen op Wad of IJsselmeer. Wat overigens naar m'n zin te weinig gebeurde, maar dat ter zijde. En overwinterde ik niet in het water, dan was ik op z'n minst wel één van de eersten die er in het voorjaar weer in lag. Maar alles heeft kennelijk z'n tijd op dit ondermaanse, want ik lig nu nog lang en breed op de kant. En alles moet nog gedaan worden, antifouling, romp, dek, zeilen noem maar op, en ook is verdorie m'n stuurautomaat nog kapot. Maar ik maak me er niet druk om en doe het rustig aan, bovendien krijg ik morgen poetshulp van m'n 'brother in law', een ongekende luxe!

Maar ondanks de huidige rust, overweeg ik evengoed rond Hemelvaartsdag of Pinksteren weer eens een keertje naar de overkant te zeilen met een stelletje liefhebbers. De wind zal uiteindelijk bepalen waar we uitkomen, maar ik mik op River Orwell, even stappen in Woolverstone (Pin Mill) en/of Ipswich. En voor zo'n zeiltripje moet, hoe je het ook wend of keert, wel weer het één en ander worden geregeld.

Toch maak ik me terecht of onterecht, lang niet meer zo druk voor zo'n tochtje als voorheen. Door het toegenomen comfort lijkt alles makkelijker geworden te zijn op zee, neem bijvoorbeeld de koers- en plaatsbepaling. Vroeger hield ik heel precieus een gegist bestek bij, aan de hand van de gevaren koers en afstand. Dat had ik in de beginjaren tachtig goed geleerd op een cursus van good old Gerard Kuiper zelf op de Amsterdamse Zeevaartschool. Om de ware koers naar lichtschip, boei of haven te bepalen, zat je hevig te rekenen en uit te zetten in je navigatiehoekje. Begrippen als kompaskoers, magnetische koers, grondkoers, variatie, deviatie, snelheid, afstand, stroom en drift waren (en zijn nog altijd) factoren van belang!

Maar al snel was daar de AP-navigator, een apparaat van o.a. Philips dat z.g. Decca signalen van diverse radiozenders langs de kusten, kon omzetten in leesbare lengte- en breedtegraden zodat je op de Noordzee en Het Kanaal vrij nauwkeurig je positie kon bepalen. Het ding gaf aan waar je je op de kaart bevond, je zag je scheepje langs, onder of boven een door jezelf op de zeekaart uitgezette koerslijn varen. Op basis daarvan bracht je de nodige stuurcorrecties aan. Rekenen deed je daarom al veel minder, en van een gegist bestek was eigenlijk nog nauwelijks sprake, want wat viel er nog te gissen. Het hand- en rekenwerk deed je er alleen nog een beetje bij, voor het geval de stroom aan boord eens uit mocht vallen.

En halverwege de jaren negentig schakelden we over op GPS navigatie, een nauwkeurig wereldwijd satellietsysteem. Eerst nog een handgevalletje op batterijen, later een ingebouwde met mooie en duidelijke beeldschermpjes, waarop je tot bijna op de meter nauwkeurig kon zien waar je je bevond op die grote waterplas. Een kind kon de was doen! Het handgevalletje op batterijen hielden we reserve, voor als de stroom eens uit mocht vallen.

Ik geef het niet graag toe, maar toch geloof ik dat ik van al die geavanceerde navigatietechnieken behoorlijk gemakzuchtig geworden ben. Van vrienden heb ik ooit een sextant gekregen, waarmee ik voor de lol met een boekje van Henk Bezemer erbij nog wel eens aan astronomische plaatsbepaling doe. Maar echt gebruiken doe ik het niet, want de elektronische plaatsbepalingsapparatuur is vele malen nauwkeuriger!

Geen opmerkingen: