donderdag, november 25, 2010

schaatsen



Het gaat weer vriezen, dus wordt het weer tijd dat de Friese rayonhoofden de koppen bij elkaar gaan steken. En in De Wereld Draait Door eergisteren, hadden ze zowaar de smaakmakers van weleer, Henk Angenent (1967) en Erik Hulzebosch (1970) al opgetrommeld, resp. de nummers één en twee van de laatst verreden elfstedentocht op 4 januari 1997. Inmiddels wel veertien jaar ouder en ook geen wedstrijdrijders meer. Echter als toerrijders zouden ze wellicht nog heel goed mee kunnen komen in de eerst volgende elfstedentocht, vermits deze natuurlijk niet al te lang opzich zal laten wachten. Maar zoals het er nu naar uitziet, zullen ze ook als toerrijders niet van de partij zijn, want daarvoor zijn ze tot hun verbazing voor deelneming uitgeloot!



Ik moet altijd wel een beetje lachen om die euforische opwinding in schaatsland, zodra de vorst weer in ons land komt. Maar ik lach dan ook om mezelf, want hoewel de laatste jaren wat minder, krijg ik al sinds mijn kinderjaren de schaatskriebels zodra koning winter zich aandient. Als kleuter al ging ik met m'n moeder mee naar de ijsbaan, op kleine houtjes heb ik van haar mijn eerste slagen op het ijs geleerd!
Zodra er ook maar een dun laagje ijs op de sloten en plassen lag werd de draagkracht al getest, wat me overigens menig keer een natte broek heeft opgeleverd. Met mijn vriendjes later maakte ik stevige tochten over de bevroren sloten en weteringen, waarbij we af en toe hele weilanden klunend overstaken. En weer wat ouder maakte ik lange schaatstochten over de plassen bij Loosdrecht, Giethoorn, de Weerribben en de Randmeren. Een aantal keren schaatste ik van Elburg naar Nijkerk, maar de langste tocht die ik ooit heb geschaatst is 125 km. Van de 'tocht der tochten', de 200 km lange Elfstedentocht is het bij mij er nooit van gekomen. Maar de zware tocht van 18 januari 1963 heb ik destijds wel mooi op de TV gevolgd.

Met mijn kinderen ging ik vroeger vaak naar het ondiepe deel bij strand Nulde. De geschiedenis herhaalde zich, het ijs kon ons soms nog nauwelijks dragen, het kraakte en boog voor ons voeten uit soms vervaarlijk door. Maar al kwamen we dan af en toe met een nat pak thuis, we hadden wel even lekker geschaatst. En als de winter dan wat meer had doorgezet, schaatsten we samen ook weleens tochtjes op de plassen bij Loosdrecht, of naar Harderwijk, dronken daar wat warms en schaatsten weer terug naar Nulde.



Mijn schaatsen liggen nu op zolder. Eén schaats is krom, een keer in een scheur gezeten, er valt niet meer mee te schaatsen. Er moet dus een nieuw stel schaatsen komen, maar daar begin ik geloof ik maar niet aan. Op klapschaatsen rijden moet je weer helemaal leren, en daar heb ik geen zin in. En bovendien hoort zo te zien tegenwoordig bij dat soort snelle schaatsen ook een snel pak, en daar heb ik nog minder zin in!

Geen opmerkingen: