vrijdag, oktober 24, 2008

Plons!



Het loopt tegen het einde van de middag, als we op de plaats van bestemming aankomen. De hele dag hebben we gevaren, 's morgens op het IJsselmeer nog zeilend, maar later in de smalle vaargeul van de randmeren en tegenwind motorrend. Het is koud en we hebben de kachel aan. De 'Swing' moet deze keer voor de winter op de kant, dus zoeken we in de voor ons vrij onbekende haven een ligplaats dicht bij de hijskraan. Bij het aanleggen staat J doorgaans paraat bij de landvasten voor en leg ik hem na het insturen van de box achter vast. Teamwerk dat we met succes al jaren zo doen. Maar deze keer pakte het anders uit, vanuit mijn ooghoeken zie ik J plotseling uit mijn gezichtsveld verdwijnen, en de plons die ik direct daarna hoor doet mij beseffen dat J de steiger niet gehaald heeft!

Naar voren rennend, zie ik het van schrik en afkoeling naar adem happende hoofd van J, met één van de landvasten nog in haar handen boven water komen. Op mijn buik liggend, probeer ik haar zo hoog uit het water te hijsen dat ze zelf op haar buik op de steiger kan komen, maar dat blijkt snel een onbegonnen zaak. Onszelf tot enige rust manend, begonnen we in de verlaten haven om ons heen te kijken. En zo zagen we al snel de oplossing voor ons probleem een eindje verderop aan de steiger liggen. Een jacht met een zwemtableau op ongeveer waterniveau! Het is even zwemmen voor J, maar wel iets minder ver als naar de zwemtrap van de 'Swing'. Na nog enig geploeter was het leed toen snel geleden, en kon J bij de warme kachel met droge kleren aan van de schrik bekomen.

We konden er gelukkig om lachen achteraf, toch was het voor mij een traumatisch déjà vu. Onze thuishaven in Lelystad een paar jaar geleden, ook in oktober. Op een regenachtige en winderige achternamiddag, ik moest even iets snel van boord halen. Ik kwam zo ergens uit een vergadering, verkeerde kleding, schoenen met leren zolen, dat soort dingen. Bij het van boord stappen ging het mis, plons, kopje onder. Ik kon niet meer op de steiger komen, de trapjes die er nu zijn aangebracht waren er toen nog niet. Bij mijn pogingen om op de steiger te komen had ik veel krachten verspild, bovendien verbeelde ik mij, dat ik me na ruim 20 minuten in het koude water al wat minder soepel kon bewegen. Ik durfde met al die kleren aan eigenlijk geen meter meer te zwemmen en bleef me maar aan de steiger vastklampen.

Ik kon het natuurlijk nog lang niet geloven, maar toch schoot even de gedachte door m'n hoofd: Het zal toch niet waar zijn dat ik hier naast m'n bootje mijn Waterloo ga vinden. Maar juist op dat moment voer een duits zeiljachtje de haven binnen, zwaaien, roepen, ze zullen me toch wel zien? Want horen kunnen ze me zeker niet door het gefluit van de wind in de haven. Godzijdank keek één van de drie zeilers mijn kant uit, en zwaaide terug! Nadat ze waren afgemeerd, kwamen ze met z'n drieën over de steiger aanrennen. Even later lag ik languit op de steiger uit te puffen, mijn bril was weg en mijn telefoon deed het ook niet meer, maar ik was gered. De namen van die jongens ken ik niet, maar ik zal de drie duitse zeilers m'n levenlang dankbaar blijven!

Geen opmerkingen: