zaterdag, december 09, 2006

Vredenburg



Vrijdagavond 8 december j.l. met de Radio Kamer Filharmonie en het Groot Omroepvrouwenkoor onder leiding van dirigent Hartmut Haenchen in muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Samen met Joke, Ad en Will, uiteraard eerst even lekker gegeten in "Le Connaisseur" aan de Oudegracht, maar iets over achten zaten we in de grote zaal op onze stoeltjes te wachten op de dingen die gingen komen.

Door het vrouwenkoor werden de nrs. 1 t/m 5 van het stuk Hegyi Éjszakák (Bergnachten) van de Hongaarse componist Zoltán Kodály (1882-1967) ten gehore gebracht. Een groep van 5 tekstloze composities voor vrouwenkoor a cappella uit 1923.
Ik heb de dames van het koor geteld, het waren er 34 (Het totaal Groot Omroepkoor telt 74 vocalisten) Het was prachtig! Het is so wie so al moeilijk om als groot koor de noten zuiver en met gevoel te zingen. Ik heb het dan over het zingen van teksten, teksten waarvan je doorgaans de betekenis kent, en die als zodanig bekende en vertrouwde emoties oproepen bij een ieder, vrij universeel dus. Maar in dit stuk worden geen teksten gezongen, maar alleen noten. Wat moet je daarbij voelen, wat heeft Kodály met deze compositie willen zeggen? Er zit heel veel gevoel en dynamiek in, maar wat wordt er mee bedoeld? Kodály heeft zelf nooit een verklaring voor dit stuk gegeven. Wellicht ging hij er vanuit, dat de klanken aan zijn Hongaarse toehoorders bekend en herkenbaar zouden overkomen, omdat volgens zeggen dit stuk een weergave is van inspiraties die hij tijdens eenzame wandelingen in de bergen had opgedaan. Het is een heel bijzonder, mooi en ontroerend stuk, het is al in 1923 gecomponeerd, maar ik kan mij niet herinneren dat ik het ooit had gehoord.

Franz Schubert (1797-1828) Symfonie nr. 8 D759 in b "Onvoltooide" (1823) is weer van een andere orde. De lp heb ik zeker al 35 jaar in de kast staan, dus onbekend is dit stuk voor mij niet. De weemoed krijgt in dit stuk alle ruimte, het ontroert mij en het brengt me in een melancholieke stemming. Deze compositie van Schubert is honderd jaar ouder dan Bergnachten van Kodály, maar het is en blijft een ontzettend populair stuk muziek.

Johannes Brahms (1833-1897) Serenade nr. 2 op. 16 in A (1858-1859)Brahms leefde en componeerde in de tijd tussen beide voorgangers in. Brahms kon het moderne en het behoudende moeiteloos verenigen. Serenade is een betrekkelijk lichtvoetig werk, en het zit vol ritmische verrassingen. Het was het sluitstuk van de avond in Vredenburg, en het was prachtig. We gingen met een goed gevoel naar huis die avond.

Geen opmerkingen: