zaterdag, augustus 17, 2019

de komma maakt het verschil


Van alle leestekens is de komma het lastigst volgens Bartjens, en daar ben ik het mee eens, want ik zit er vaak mee te worstelen. Een verkeerd geplaatste komma kan de betekenis van een zin totaal veranderen. En gebruik je helemaal geen komma's, dan verdwalen lezers al gauw in de woordenbrij. Het lastige met komma's is dat er geen vaste regels zijn voor het gebruik. Wanneer, en op welke plaats komma's gebruikt moeten worden, hangt af van het zinsverband. Er zijn wel enkele algemene uitgangspunten, gebaseerd op de vaste gewoonten van een meerderheid van de zorgvuldige taalgebruikers.
Het belangrijkste uitgangspunt is dat een komma een lezer moet helpen. Wie schrijft, wil immers dat de lezers de tekst begrijpen zoals hij bedoeld is. Daar hoort ook bij: dat de lezers de pauzes leggen waar de schrijver ze ook legt. Plaats dus een komma als er bij het voorlezen (hardop of 'in je hoofd') een duidelijke pauze hoorbaar is. Ook de toonhoogte waarmee de zin wordt uitgesproken, verandert dan vaak een beetje. Hoe langer de zin is, hoe meer behoefte je lezers hebben aan een rustpunt in de zin, en dus aan een komma.

Ik kom op de komma, omdat ik onlangs van taalkundige Wim DaniĆ«ls (Aarle-Rixtel, 1954) een treffende passage over dit leesteken las. Hij haalde een anekdote aan van de Oostenrijkse schrijver-journalist Karl Kraus. Die zat eens in zijn werkkamer te schrijven toen een vriend binnenstormde en riep: 'Heb je het gehoord, ze hebben Shanghai gebombardeerd?' Kraus bleef rustig doorschrijven, waarop de vriend zei: 'Het is alsof jij het plaatsen van een komma belangrijker vindt dan dat Shanghai gebombardeerd is.' Waarop Kraus zei: 'Als alle komma’s op hun plaats zouden staan, zou Shanghai niet gebombardeerd zijn.'
Zo is het.
Een onschuldiger voorbeeld is dit:
De man vroeg mij, nog eens langs te komen.
De man vroeg mij nog, eens langs te komen.
De man vroeg mij nog eens, langs te komen.

Geen opmerkingen: