maandag, juli 25, 2016

een zee van water op het land


Volgens een citaat uit de 'Beschryvinge der stad Dordrecht' zijn er tijdens de geduchte watervloed van 1421 een verbazend aantal parochien en dorpen in de regio rond Dordrecht door het water verslonden. Maar door de goddelijke voorzienigheid zou ondanks deze rampspoed een klein kindje gespaard zijn gebleven. Na vermoedelijk lange tijd in een wiegje op de golfen te hebben gedobberd, is ze uiteindelijk samen met een kat nabij Dordrecht komen aandrijven. De kat heeft, zo wil het verhaal, het wiegje varende gehouden door op het moment dat het wiegje in de golfen dreigde om te slaan van de ene naar de andere kant te springen. Over de juiste plaats waar het wiegje aan land kwam zijn de meningen echter verdeeld. Maar het hardnekkigste verhaal dat de ronde doet, is dat het op een dijk bij Alblasserdam was. Een plek die ze daarom Kinderdijk hebben genoemd.

Een tot op de dag van heden zeer waterige plek. Droge voeten houden is op zeer veel plekken in Nederland een immer durend project van belang, maar getuige de vele, uit rond 1740 stammende molens, in Kinderdijk en omgeving wel in het bijzonder. Behalve dat de molens, negentien in totaal, het water uit de polders van de Alblasserwaard in de Lek pompen, zodat het naar de Noordzee kan worden afgevoerd, zijn ze ook een toeristische trekpleister van formaat, hebben we onlangs weer eens gemerkt. Allemachtig, wat een heisa! Overigens fungeren tegenwoordig het met dieselmotoren aangedreven J.U. Smitgemaal en het elektrische gemaal Overwaard als hoofdgemaal, maar bij calamiteiten kunnen ook de oude molens nog altijd een steentje bijdragen. In 1997 plaatste UNESCO Molencomplex Kinderdijk op de Werelderfgoedlijst.


In het Dordrechts Museum, één van Nederlands oudste musea, was het gelukkig minder druk. Toen in het gebouw in 1904 een museum werd gehuisvest, had het gebouw al een geschiedenis achter de rug die terug ging tot aan de Middeleeuwen toen het een klooster was. In de periode daarna heeft het vervolgens nog als pesthuis en als krankzinnigengesticht gefungeerd. In de tuin van het museum staan drie majestueuze Platanen, prachtig, ik schat ze gezien de kolossale afmetingen zeker rond de 300 jaar oud. Als ze toch eens konden praten! Binnen stond de confrontatie tussen oude en hedendaagse kunst kennelijk centraal. Ik vond het tenminste heel bijzonder om in de diverse museumzalen 'Glassfever', een expositie van moderne glaskunst, verweven te zien met de schilderkunst van de oude Hollandse Meesters. Heel verrassend, niet enkel een dialoog tussen de verschillende kunstvormen, maar ook tussen hedendaagse en eeuwenoude kunst.

In bovenstaande collage van dit stukje zijn schilderijen verwerkt van H.W. Mesdag (1831-1915) bekend als meester marine schilder, W. Nuijen (1813-1839) was een romanticus pur sang, J.H. Weissenbruch (1824-1903) was een belangrijk schilder van de Haagse School, J.C. Schotel (1787-1838) de schilder van maritieme onderwerpen en B. Ylstra (1933-2009) schilder van lichtvoetige onderwerpen met een speelse toets, speelde een belangrijke rol in het culturele leven van Dordrecht. De schilderijen hebben met elkaar gemeen, dat ze een beeld geven van een verhaal dat zich aan of op het water afspeelt. Het leek me in het kader van dit stukje wel een aardig thema. Uiteraard hebben we nog veel meer gezien in dit prachtige museum, maar voor dit stukje hou ik het hier maar bij. Alvorens de auto weer op te zoeken, hebben we in de tuin onder het lommer van de majestueuze Platanen even een moment van rust genomen.

Geen opmerkingen: