vrijdag, juli 08, 2016

het kwetsbare Waddeneiland


In de Volkskrant las ik dat de zeven melkveehouders op Schiermonnikoog welwillend staan tegenover het idee, om biodiverser of zelfs helemaal biologisch te gaan werken. D.w.z. zonder gebruik van hulpmiddelen van buitenaf zoals krachtvoer, kunstmest en antibiotica. Als ze gezamenlijk besluiten voor dit extensieve alternatief, kunnen de melkveehouders een hogere prijs ontvangen voor hun producten. Ze hoeven dan hun bedrijven niet uit te breiden, om economisch gezond te blijven is de redenatie. Iets wat gezien de regelgeving sowieso al niet mogelijk is. De huidige praktijk is zelfs al onverenigbaar met de strenge milieunormen op het eiland, dat grotendeels beschermd Natura 2000-gebied is. De mestdampen van de in totaal ca. 640 koeien op het eiland, die door het gebruik van kunstmest veel stikstof bevatten, verspreiden zich uiteindelijk over het eiland en slaan neer tussen en op de vegetatie. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit, aldus Natuurmonumenten. Grove grassen profiteren, terwijl andere soorten verdwijnen. Het karakteristieke open duinlandschap dreigt te verdwijnen. Ze plaggen en maaien wel, maar dat is dweilen met de kraan open. De zeven melkveehouders op het eiland staan dus met de rug tegen de muur, ze moeten wel iets anders verzinnen!

Hun keuze om in principe kleinschaliger en duurzamer te gaan boeren, lijkt me als leek niet verkeerd. Het is te hopen voor ze dat ze het zo op Schiermonnikoog kunnen redden. Het is in feite een weg terug naar de roots van het boerenbedrijf. Traditioneel waren zij immers de beheerders bij uitstek van het niet-stedelijke landschap. Maar door industrialisering en schaalvergroting van het boerenbedrijf, is landschapsbeheer uiteindelijk het bureaucratische werkterrein geworden van teveel verschillende organisaties en instanties. Je hoeft in de lande maar om je heen te kijken, om te kunnen constateren dat die bureaucratie tot op heden aardig wat kommer en kwel heeft opgeleverd. Laat Schiermonnikoog een voorbeeld zijn voor de rest van Nederland, in het bijzonder voor Noord-Brabant en Limburg, waar de concentratie mestdampen niet alleen de vegetatie aantast maar ook de gezondheid van mens en dier, hoorde ik op het journaal. Weg met het motto meer, meer en nog eens meer!



Wat ik mij i.v.m. de ontwikkelingen op Schiermonnikoog nog wel afvraag, is wat het bezoek van ca. 280.000 toeristen per jaar met het eiland doet. Geconstateerd is dat ca. 640 koeien economisch gezien te weinig is voor de zeven melkveeboeren, maar milieutechnisch gezien al teveel is voor het eiland. Aan een verandering in deze wordt nu dus gewerkt, en dat is mooi! Het toeristenverhaal staat daar paradoxaal tegenover. Ze willen daar van ca. 280.000 toeristen nu, naar ca. 300.000 in de nabij toekomst! Toeristen staan daar uiteraard niet als koeien in de wei mest te produceren, en al helemaal niet het hele jaar door, maar toch. Zelf ben ik vaak op Schiermonnikoog geweest, een prachtig eiland, zoals alle waddeneilanden trouwens. Maar ik denk toch dat al die toeristen daar nu al een veel te grote belasting vormen voor het milieu. Daarbij vergeleken doen 640 koetjes mogelijk nauwelijks afbreuk aan de biodiversiteit van het eiland.

Geen opmerkingen: