maandag, mei 09, 2016

over navigeren op de golfslag


Geen scheepskompas, geen sextant, geen zeekaart, geen radio, laat staan elektronische plaatsbepalingsapparatuur. Niets van dat alles hadden, en hebben nog sommige zeevaarders van de Marshalleilanden nodig. Honderden mijlen leggen ze af met enkel een mentale kaart in hun hoofd, die was afgeleid van z.g. stokjeskaarten. Raamwerken van houtjes en schelpen waarop eilanden, stromingen en deining ruwweg zijn weergegeven. Informatie die de navigator voor vertrek in zich opneemt, de stokjeskaarten blijven thuis. Met deze kennis navigeren ze tijdens de reis dus enkel alleen op de golven! En nog verbluffend nauwkeurig ook, ongelooflijk!
Een aantal wetenschappers, waaronder de Nederlander Gerbrant van Vledder (1957) van de TU Delft, zeilden 200 km in Grote Oceaan om de oude Marshallese kunst van het ‘golven lezen’ te bestuderen. Daarna hebben ze geprobeerd deze in te passen in de wetenschappelijke golfmodellen, zoals SWAN en SWASH, die door de Technische Universiteit Delft zijn ontwikkeld. De door de komst van GPS (Global Positioning System) bijna verdwenen kunst van golfnavigatie, kan volgens van Vledder alleen worden begrepen èn behouden door samen te werken. Door plaatselijke kennis, golfwaarnemingen ter plekke, satellietwaarnemingen en groot- en kleinschalige golfmodellen met elkaar te integreren. De golfmodellen dragen zo bij aan het verklaren van de geheimen van de zeevaarders van de Marshalleilanden.



Toen ik onlangs in de Volkskrantbijlage dit artikel over oceanografie las, moest ik denken aan m'n navigatiecursussen in het verleden. Zeilen op zee is één ding, maar je moet daar natuurlijk ook je weg weten te vinden, en bovendien in alle omstandigheden de juiste procedures weten. Een cursus theoretische kustnavigatie, in mijn geval aan de Amsterdamse Zeevaartschool, vond ik destijds wel het minste wat nodig was om de zee op te gaan. Ik leerde de ins en outs van de zeekaart en omgaan met het scheepskompas. En begrippen en factoren als variatie, deviatie, getijden, stroming, drift, zicht- en radiopeilingen en de interpretatie van het één en ander in de berekeningen van allerlei koersformules. Ik rekende me suf om middels een gegist bestek een z.g. gegiste positie te verkrijgen! En toen ik later verder de zee opging heb ik middels een cursus Astronavigatie ook nog een beetje leren omgaan met de sextant. Maar dat was toen eigenlijk al meer voor de lol dan dat het direct noodzakelijk was, want de GPS was inmiddels voor jachtschippertjes all over the world beschikbaar gekomen. Geleidelijk aan werd ik een gemakzuchtig zeezeilertje, geen gereken meer voor een gegiste positie, gewoon een druk op de knop en via de satellieten wist ik praktisch precies waar ik zat, een kind kon de was doen.

Uit het onderzoek van van Vledder en consorten is middels computermodellen gebleken, dat de Marshallese navigators hun weg door de golven vinden door voortdurend onder een hoek van 90º op de overheersende golfrichting te varen. Ze lezen de golven, fascinerend en ongelooflijk knap. Hoewel de voldoening en het plezier groter is wanneer je op zee middels natuurlijke bronnen je weg gevonden hebt, dan langs elektronische weg, begrijp ik best waarom ook de Marshallese zeevaarder na de komst van de GPS gemakzuchtiger is geworden.

Geen opmerkingen: