zaterdag, december 31, 2011

Tempus fugit II


'Tempus fugit' ofwel 'De tijd vliegt' schreef ik op j.l. 4 september in m'n gelijknamige stukje. Op bovenstaande foto die vanaf de Swing genomen is, naderen we na een stormachtig nachtje op zee 's morgens vroeg de Shetlandeilanden. Dik tien jaar geleden alweer, maar alsof het gisteren was, ook doordat we toen 's nachts in de hoge golven door een stuurfoutje en een slordig aangebrachte bulletalie een flinke klapgijp hebben gemaakt, met een ietwat kromme giek als gevolg. Een ervaring die hangen blijft!
Er wordt zo links en rechts op de laatste dag van het jaar nogal veel over het begrip tijd nagedacht en geschreven. Het stukje 'Tijd' in de Volkskrant vanmorgen van columnist Bert Wagendorp was een prachtig voorbeeld. Zijn stukje begon met een citaat uit de toespraak van Albert Einstein op de begrafenis van zijn vriend Michele Angelo Besso in 1955 t.w. 'Besso heeft deze vreemde wereld iets eerder dan ik verlaten. Dat betekent niets. Mensen zoals wij, die geloven in de natuurkunde, weten dat het onderscheid tussen verleden, heden en toekomst niet meer is dan een hardnekkige en voortdurende illusie.' Is dat niet mooi gezegd van Einstein? Ik vind van wel! Wagendorp besluit zijn stukje als volgt: 'Nu het jaar 2011 op het punt staat ons te verlaten, is het verstandig Einsteins geruststellende woorden nog eens goed tot ons te laten doordringen. Ze zijn goed tegen weemoed. Drink vanavond een goed glas dure champagne, steek een vuurpijl af, gooi nog een oliebol naar binnen en wens je geliefden geluk en voorspoed in het nieuwe jaar. Maar treur niet over het verstrijken van de tijd, want het zit er dik in dat er niets is verstreken.' Dat de tijd zich laat marchanderen weten we bijvoorbeeld van het begrip zomer- en wintertijd. Op enig moment maken we de dag een uur korter of langer, om maar te zwijgen van de Samoa eilanden in de Pacific, daar hebben ze dit jaar 30 december maar overgeslagen. Vierentwintig uur om zakelijke reden weggeschreven, om te kunnen verhuizen van de oostelijke kant van de datumgrens naar de westelijke kant. Is dat niet bijzonder? Overigens in 1892 schijnen ze het zelfde grapje in omgekeerde richting te hebben uitgehaald. Tijd is geld hoor je vaak, maar als tijd niets is, is geld ook niets. Enfin, ik geloof dat ik nou een beetje doordraaf, maar toch, tijd is en blijft een merkwaardig fenomeen. Ik hou er maar liever over op!

Trouwens over weemoed gesproken, wel eens van Lévi Weemoedt gehoord? Weemoedt (pseudoniem van Isaäck Jacobus van Wijk, 1948) schrijft mooie maar bijzonder zwaarmoedige gedichten. Bijvoorbeeld uit de bundel 'Vanaf de dag dat ik mensen zag' het volgende:

Vanaf de dag
dat ik mensen zag
lag ik liever in de grond.

Maar zeg me, ach,
wie troost dan 's nachts
mijn bange witte hond?


of:

Ik werd geboren en dat was al erg genoeg.
Ach, moeder perste, maar de voet van vader drukte.
En zusje bad in stilte dat 't mislukte.
Het resultaat staat vóór u in de kroeg.


en in het kader van ontspannen vóór het slapen gaan, hier de laatste van Weemoedt:

Maak hól de rug en houd het touw gestrekt.
't Is tijd dat u naar dromenland vertrekt.
Zwaai uit en spring ontspannen op de grond.
Blaas nu de laatste adem uit uw mond.


Nee, dan lees ik toch maar liever gedichten van Willem Wilmink (1936-2003). Zie bijvoorbeeld 'Op nen dag' in m'n stukje van 31 december 2008 of 'Het menselijk geluk' uit Wilminks Dagboek van 1986 t.w.

Het menselijk geluk.

De huur betaald. De stoep geschuurd.
Een goeie visboer in de buurt.
Een meid die als ze naast je gaat,
loopt te zingen over straat.

En om Dictees, uit Wilminks bundel 'De liedjes voor kinderen' uit 1977 kan ik ook smakelijk lachen, lees maar:

DICTEES
Grouwe gebauwen, louwe thee,
holadio, holadié,
word je broer dominee?
Heel gemakkelijk, zo’n dictee.

Jan vermeid het komietee,
holadio, holadié,
en de mijd bleikt heel tevre,
wat gemakkelijk, zo’n dictee.

Heremejee... ik heb een twee.

A-u, o-u, a-u-w,
o-u-w of dubbel ee,
word je broer moet met dt,
wat een smerig rot-dictee.

En ‘t zijn niet alleen dictees
waar ik hier op school voor vrees:
ook elk opstel dat ik schrijf
staat van rooie strepen stijf.

Streep toch niet zoveel meneer,
anders durven wij niet meer,
worden ons leven lang
zelfs voor brieven schrijven bang.

A-u, o-u, a-u-w,
o-u-w of dubbel ee,
d of t of een dt -
stop ermee! Stop ermee!


Dat het onderwijs Wilmink na aan het hart lag, blijkt ook wel uit onderstaand citaat uit zijn bundel 'Ernstig genoeg' uit 1995 t.w.

Wat motten doen voor je ondergoed,
wat de zure regen voor bomen doet,
wat Satan deed voor het Paradijs,
doet multiple choice voor het onderwijs.

Geen opmerkingen: