zondag, september 20, 2009

Eem of Hemus



We wisten uiteraard dat we met onze mast niet verder konden komen dan het viaduct van de A1. De ophaalbrug in Eembrugge was dan ook het vantevoren geplande keerpunt in ons tweedaagse zeiltripje. Maar als het mogelijk was geweest om door te varen naar de omgeving van de Koppelpoort in Amersfoort, naar het beginpunt van de 18 km lange rivier, hadden we het beslist gedaan.
Het Valleikanaal en een aantal Veluwse beken komen daar zo'n beetje bijeen en vormen daar samen de Eem of Hemus, de oude Latijnse benaming voor de z.g. langste rivier van Nederland.
(Er zijn natuurlijk wel langere rivieren in ons lage landje, maar die hebben ofwel ook een stroomgebied dat buiten onze landsgrenzen ligt ofwel een monding in een andere rivier.)

Samen met m'n zus J, die bij ons aan boord een paar dagen te gast zou zijn, waren we een dag eerder 's morgens rond halfelf uit Harderwijk vertrokken. Het KNMI had mooi weer voorspeld, rond de 20ºC, veel zon en niet teveel wind, hoogstens 3 à 4 Bf uit N tot NO richting. Op het Wolderwijd was de wind de enige factor die me persoonlijk een beetje tegenviel, hooguit 2 Bf en dan gaat het wel erg rustig. Maar goed, verder was alles perfect.
De kanariegele tweemaster van collega muzikant Jan W. die ik in de verte achter me had ontdekt, begon echter langzaam maar zeker in te lopen. Hij had zeker de bezaan, z'n geheime wapen in stelling gebracht. En zoals met mij vaak gebeurd in dergelijke situaties, kreeg ik ook deze keer weer de wedstrijdkriebels. Ik kende zijn boot een beetje, dit mocht niet gebeuren! Maar wat ik ook bijstelde aan m'n zeilen, de Swing ging er geen kwart knoop harder door lopen. Echter ter hoogte van Zeewolde verkoos Jan W. plotseling een andere koers, en verdween hij stuurboorduitgaand achter het eilandje 'De Zegge' uit 't zicht. Zo, van die kwelgeest waren we mooi verlost!

Toen in het Nuldernauw de wind even wat aantrok, begon de zestonner eindelijk lekker te lopen, maar het was jammergenoeg van korte duur. Eenmaal bij Nulde de hoek om, waren we ook zo bij de Nijkerkersluis en moesten de zeilen omlaag. Wachtend op groen licht met de wind op de kont, moesten we een vrachtvaarder voor laten gaan. Toen toch maar even aangelegd, bovendien zat de vijf al in het uur, tijd voor een wijntje en een toastje. En eenmaal door de sluis kwam daar nogeens een door Jo heerlijk klaargemaakte uitsmijter bovenop. De wind was inmiddels weer ingekakt tot 1,5 à 2 knopen. Alleen op het fokje zeilend, gleed aan bakboord stoomgemaal 'Hertog Reynout' langzaam voorbij. Het in 1883 gebouwde stoomgemaal in de Arkemheense Polder heeft er dik honderd jaar voor gezorgd dat de natte weidegronden daar voor mens en dier begaanbaar bleven. Het is gerestaureerd, en sinds 1985 staat het teboek als cultuurhistorisch monument.
Even verder nabij de Eemhof aan stuurboordzijde, meenden we tot onze schrik in het struikgewas plotseling enkele indianen te ontdekken, maar bij nader inzien bleken het toch gewone naaktrecreanten te zijn. Toen we de hoek nabij Spakenburg om waren, lag het Eemmeer voor ons. Eerst wilden we nog even doorvaren naar de 'Dode Hond', het eilandje vlak voor de Stichtse Brug in de A27, maar bij nader inzien zagen we daar maar vanaf. Het was halfvijf, tijd voor het aperitief en een plekje voor de nacht in Spakenburg.

Het plekje voor de nacht vonden we op de scheiding van de Oude en de Nieuwe haven. Een mooi punt met zicht op het leugenbankje en de oude Botters. Na een prachtige wandeling langs o.a. de museumhaven van Spakenburg met z'n scheepshelling, streken we voor de maaltijd neer in restaurant 'de Mandemaaker'. Het restaurant dat m'n zus al kende van een eerdere gelegenheid, had een sfeervolle ambiance. We lieten het ons in deze animerende omgeving dan ook goed smaken, ook al schoot ik tot mijn spijt tijdens het eten, discussiërend over van alles en nogwat, even een keer uit m'n slof. Terug op de 'Swing' heb ik buiten in de kuip nog een poosje van de sfeervolle avond genoten, en van de Botters die nog zo laat met gezelschappen kwamen binnenvaren, de meesten nog zonder boordlichten ook! Op een gegeven ogenblik werd het me toch te fris daar. Met een pikketanisje bij de hand hebben we binnen met z'n drieën nog even wat zitten kletsen, en hebben we ook nog even naar de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer zitten kijken. Maar toen was de koek wel op, morgen weer een dag!

Het ontbijt smaakte ons weer voortreffelijk, kennelijk krijg je van slapen ook trek. En uitgerust met een stevig ondergrondje gingen rond kwart over negen de trossen dan toch maar weer los. Op naar de Eem en naar de door mij besproken reconstructie van de palendijk!
Het was een prachtige ochtend, een beetje heiig, een verstilde sfeer zoals je dat in deze tijd van het jaar kan hebben. En hoe kan het ook weer anders, weinig of geen wind! Varend tussen de tonnen die de Eemmonding markeren, zocht ik de reconstructie van de palendijk.
Ik was van mening dat die ook nabij de Eemmonding moest liggen, maar dat bleek een misvatting. Achteraf las ik dat de 75 meter lange reconstructie maar iets ten westen van Spakenburg ligt t.p.v. de oude Zuiderzeedijk.

De Eem en de monding van de Eem! Nooit was ik er nog geweest in al die jaren op het water. Wel bij het begin, 10 jaar lang heb ik in Amersfoort op een architektenbureau gewerkt dat was gevestigd in de Elleboogkerk aan de Lange Gracht, de eigenlijke plek waar de Eem begint. (De plek van het huidige Armando Museum, of beter gezegd het voormalige Armando Museum, want het kerkje is in oktober 2007 in vlammen op gegaan, zie ook mijn stukje Elleboogkerk van 23 oktober 2007)

Daar gaat de Lange Gracht via Grote Spui, Grote Koppel en Valleikanaal even ten noordwesten van het centrum over in de Eem.
Maar goed dit verder allemaal terzijde, nu voeren we zachtjes op het andere eind van de Eem, alleen op de fok stroomopwaarts richting Eembrugge. Meanderend door het unieke open slagenlandschap van de prachtige Eempolder, die voor het grootste deel vrij is van bebouwing. Een schaapskudde met een ingedutte herder op de wallekant, reigers, ganzen, zwanen, een buizerd (een ruigpootbuizerd volgens mijn zus) op de nok van een vervallen schuurtje en de stilte. En in de verte naar het westen toe, aan de overkant van het veenweidegebied, de fraaie ca. 50 meter hoge toren van de Nicolaaskerk (1351) in Eemnes. Eemnes viel destijds onder het Bisdom van Utrecht, de toren is daarom in 1521 naar voorbeeld van de Utrechtse DOM toren ge(her)bouwd.

Zoals reeds gezegd lag ons keerpunt voor deze tocht bij Eembrugge, op ongeveer de helft van de 18 km lange rivier. Stroomafwaarts moesten we ons bij Eemdijk even inhouden voor het kruisende veerpontje daar, maar verder verliep het tochtje over de Eem als op de heenweg.

Terug op het Eemmeer en de vaargeul richting Nijkerkersluis, hebben we een tijdje geprobeerd te zeilen, maar dat ging redelijk halfslachtig. Weinig wind, en om met onze aandewindse koers een beetje hoogte te houden in de geul, lieten we de motor er daarom nogal vaak aan te pas komen. Na de Nijkerkersluis, die deze keer heel wat vlotter genomen werd dan op de heenreis, hebben we dan ook alleen nog maar van het z.g. ijzeren zeil gebruik gemaakt. Na een kort intermezzo middels een rondje jachthaven Nulde waar onze zeilroots liggen, besloten we om op het terras van 'The Harbour' in Zeewolde een aperitief te nemen. Mijn zus stond erop om dat dan op haar kosten te doen, en dat was natuurlijk helemaal mooi. Maar voor het zover was liepen we eerst nog even stevig aan de grond. Stom, ik nam de afslag naar Zeewolde voor het eilandje 'De Zegge' veel te vroeg. Met een vooroverwaartse knik liep de 'Swing' a.h.w. met een zucht pontificaal vast in de blubber. Gelukkig waren we met vol gas achteruit snel weer los, kenneijk was het wel hele dunne blubber waarin we even vast zaten.

Het aperitief met bitterballen ging erin als koek! Lekker daar een poosje in het zonnetje gezeten, toch wel een aardig plekje daar aan het Raadhuisplein, al moet er naar mijn idee op en langs de kades wel meer differentiatie komen.
Langs de noordwestkant van 'De Zegge' voeren we even later het rustige Wolderwijd op, richting 'De Biezen', het andere eilandje in het Wolderwijd. Eén bezoeker lag er slechts voor ons in het omsloten baaitje van 'De Biezen', één en al rust, alleen vogels. Na samen nog een poosje van de langzaam achter de bomen verdwijnende zon te hebben genoten, trok mijn zus zich even een tijdje terug in de kombuis. Thuis had ze al het nodige voorbereidende werk gedaan, dus lang zou de maaltijd volgens haar niet opzich laten wachten, en dat klopte. Maar bovendien, de heerlijke geuren die ons in de kuip vooraf door het luik tegemoet kwamen, deden ons al genieten voor we een hap hadden geproefd. De combinatie van witlof, kip, kerriesaus en rijst was heerlijk. Het mooie was dat ze er zelf maar één bord van heeft genomen, zodoende konden wij er lekker twee nemen, nogmaals J, bedankt!

Tegen een uur of half negen gingen de trossen weer los. In een sfeervol avondrood werden de laatste mijltjes voor die dag afgelegd, en langzaam verdween het eilandje achter ons in de avond. Een halfuurtje later lagen we in jachthaven 'de Knar' op ons vaste plekje afgemeerd. Einde van een qua afstand klein tochtje waar we met z'n drieën desalniettemin wel twee dagen volop van hebben genoten!

2 opmerkingen:

Christa zei

een ruigpootbuizerd!!! nooit van gehoord. maar die omelet en kipmaaltijd leken mij ook wel lekker.

Anoniem zei

Late reactie (30/9)maar het nu pas gelezen. Leuk om alles nog eens zo gedetailleerd terug te lezen. Heb ik dat allemaal gezien? dacht ik soms. Zo'n stoomgemaaltje bv. is mij ontgaan. Neemt niet weg dat het werkelijk heerlijke dagen waren; ik heb genoten van alles en vond het ook heel gezellig. Nogmaals h.s. bedankt en liefs, J.