maandag, juli 08, 2019

getob over de zin van het zijn


In een serie interviews in de Volkskrant van journalist Fokke Obbema over de zin van ons leven, komen allerlei mensen met zeer diverse beroepen en achtergronden aan het woord. Vanmorgen las ik zijn voorlopig laatste aflevering in een interview met hoogleraar Aziatische religies Paul van der Velde, dat de mens volgens de hoogleraar 'tuiniert in de chaos van het bestaan'. De vraag 'wat de zin is van ons leven' beantwoordt hij met een aardige anekdote die daarover bestaat t.w. Toen God de aarde schiep en aan de mens al het moois liet zien wat hij had bedacht, vroeg de mens hem: 'Maar wat voor zin heeft dat?' Waarop God antwoordt: 'Zin, moet dat dan?' De mens: 'Jazeker' Waarna God zegt: 'Mooi, dan mag jij dat gaan uitzoeken'.

En met dat uitzoeken zijn we al sinds Sint-Juttemis bezig. Of er een zin is, is moeilijk te zeggen, maar wat we wel weten is dat we onze dagen zinzoekend en zingevend doorbrengen. Ik moet daarbij ineens aan vroeger denken, toen ik nogal eens tegen m'n ouders zei als ik een naar mijn idee vervelend klusje kreeg opgedragen, daar heb ik geen zin in. Nou dan maak je maar zin, was steevast hun antwoord. Hoe dan ook, iedereen is voortdurend met zingeving in de weer, al dan niet bewust. Maar een adequaat antwoord op de aloude vraag 'wat de zin is van het leven' zal er zeer waarschijnlijk nooit komen. 'Tuinieren in de chaos van het bestaan' is je weg proberen te vinden in dit leven. Het leven is eigenlijk een grote zee waarop de mens voort dobbert. Je kunt zelf je weg bepalen in die eindeloos onafzienbare deining, maar een onverwachte gebeurtenis kan alles zomaar op z’n kop zetten.

Van alle interviews die ik in deze serie gelezen heb, spreekt mij die met schrijver A.L. Snijders, pseudoniem van Peter Cornelis Müller (Amsterdam, 1937) in het bijzonder aan: Volgens hem heeft het leven absoluut geen zin, daar is hij zeker van. Hij wil leven zonder ambitie en zonder gezeik over van alles. Bij ‘zin’ denkt hij aan voortgang, dus iets na het leven, maar dat is er niet. Het leven is, zoals Nabokov zei, ‘een klein spleetje licht tussen twee eeuwige perioden van duisternis’. De overweldigende aanwezigheid van religies geeft aan dat de meeste mensen dat niet kunnen accepteren. Zij hopen dat er na hun moeilijke leven een hogere macht is die voor ze zorgt. Mensen hebben behoefte aan troost. Maar die hogere macht bestaat niet. Na de dood is er niets.

Aan de andere kant spreekt de houding van Ramses Shaffy mij toch ook wel aan, toen hij te horen kreeg dat hij zou sterven schijnt hij gezegd te hebben: 'Interessant, dat heb ik nog nooit meegemaakt'. Schuilt in zo'n uitlating ook niet de latente hoop, dat je deze nieuwe beleving mogelijk aan gene zijde kan delen?

2 opmerkingen:

joke van Doggenaar zei

Optimistisch blijven in het leven ook als je ouder wordt valt altijd niet mee.

Addy zei

Mooi beschouwend stukje. Prachtig!