donderdag, maart 13, 2008

Lysefjord



Van Haugesund via de Boknafjorden, laverend tussen de scheren, zeilden we richting Stavanger. Ons doel was het Lysefjord, een diep, smal en lang fjord, beginnend nabij het plaatsje Forsand aan bakboord even voorbij Stavanger. De ingang van het fjord is door de opvallende Lysefjordbrug (1997) makkelijk te vinden. Ik blijf het vanaf het water moeilijk vinden om de doorvaarthoogte goed in te schatten, ondanks dat de hoogte gegevens van brug en mast bij je bekend zijn. Altijd weer denk je, zou het wel kloppen allemaal. Maar kloppen deed het natuurlijk ook deze keer weer, met onze masthoogte van ruim 16 meter konden we bijna wel twee keer onder de 446 meter lange brug door. En toen zaten we in het Lysefjord, van hier tot aan het eind bij Lysebotn ca. 23 nm lang, 500 meter diep en steil oprijzende rotswanden van soms meer dan 1000 meter hoog. Tientallen watervallen honderden meters hoog, bezienswaardigheden als de Preikestolen, een hoge platte rots op ruim 600 meter boven de waterspiegel, of de Kjeragbolten, een grote steen van ca. 5m3 op ruim 1000 meter boven de fjord tussen de steile rotsen ingeklemd.

Het is al avond als we de fjord invaren, echt donker wordt het hier op bijna 60 graden noorderbreedte niet in de zomermaanden. Maar het weinige daglicht dat hier doordringt, doet in de naar verhouding tot de hoge wanden soms erg smalle Lysefjord, wel heel mysterieus aan. Een gevoel dat door de stilte om ons heen ook nog eens wordt versterkt. Heel bijzonder, en dan ook nogeens te bedenken dat die hoge rotswanden onder water gewoon doorgaan tot 500 meter onder ons bootje. Wat zou er in die inktzwarte duisternis onder ons niet allemaal rondzwemmen? In de buurt van de beroemde Preikestolen vinden we een plekje voor de nacht. Heel voorzichtig meren we af aan een bijna vergaan steigertje. Op het gevaar af dat we door de rotte steiger in het water belanden, kunnen we met veel kunst en vliegwerk nog aan land komen. Een piepklein stukje vlakke oever tussen al die steile wanden om ons heen, waarop tussen het hoge onkruid een vervallen blokhut staat. Zo te zien is hier al in tijden niemand meer geweest, het is hier echt doodstil zelfs geen zuchtje wind, rimpelloos ligt de fjord erbij. We sprokkelen wat brandhout bij elkaar en maken een vuurtje, pilsje erbij en daar zaten we dan. Toen het vuur gedoofd was en we onze kooi opzochten, was het ver na middernacht en werd de rotswand hoog boven onze hoofden reeds door de opkomende zon in een gouden gloed gezet.

Geen opmerkingen: