vrijdag, maart 21, 2008

De Gouden Hoorn



De vlucht duurde amper drie uur en twintig minuten, maar ik was blij dat ik er was. Drie uur en twintig minuten in een vliegtuig dat voor minstens de helft vol zat met jengelende en brullende kinderen. Vreemd eigenlijk voor een gewone lijnvlucht, alsof we in een kindercreche verzeild waren geraakt, ik had zoiets nog niet eerder meegemaakt. Zou er op de plaats van bestemming, zo te zien hun thuisland, soms iets bijzonders aan de hand zijn? Hier en daar werd een luier verschoond, of werd een iets groter kind eens even flink door een wanhopige moeder vastgepakt, met doorgaans een averechts effect. Ook de stewardessen gingen zich er mee bemoeien, en kwamen met spelletjes, kleurpotloden, papier en mooie praatjes opdraven, maar niets hielp.
Wat een ellende, dat was nou nog eens met recht een 'Heerenleed' te noemen! Maar toen we eindelijk over het beton van Atatûrk, de luchthaven van Istanbul raasden, en we kort daarna per taxi opweg waren naar hotel Salman, ons hotel aan de Laleli Cad in de oude binnenstad, was het leed snel vergeten.

Door de Gouden Hoorn, de natuurlijke haven van Istanbul, wordt het Europese gedeelte van de stad in tweeen gesplitst, met ten westen in het stadsdeel Eminonu de oudste binnenstadswijk Sultanahmet en ten oosten de middeleeuwse handelswijk Galata. Beide stadsdelen zijn met elkaar verbonden door de Galatabrug. De beroemde brug, door Geert Mak vorig jaar nog zo boeiend beschreven in het boekenweekgeschenk. Deze brug en de Galatatoren aan de overkant, was het doel van onze eerste wandeling in deze stad. Het uitzicht vanaf de Galatatoren op het stadsdeel Eminonu aan de overkant van het water was magnifiek, de ondergaande zon zette alles in een gouden gloed. Zou de naam van het schiereiland daar misschien mede aan te danken zijn? Tijdens de wandeling terug, hebben we in een theehuis een uurtje waterpijp zitten roken. Een vredig schouwspel, heel bijzonder, een grote ruimte met allemaal kleedjes op de vloer waarop groepjes mensen theedrinkend en waterpijp rokend zaten te kletsen. Onderweg naar ons hotel hebben we in één van de vele eethuisjes nog een bescheiden hapje genomen, en toen was het mooi geweest voor deze eerste vermoeiende reisdag. Lekker slapen, want voor morgen stond ons een druk programma te wachten in deze geweldige metropool.

Istanbul heeft volgens de officiele telling 9 miljoen inwoners, maar volgens niet officiele bronnen zijn het er wel 20 miljoen. De waarheid zal mogelijk in het midden liggen. Istanbul, het vroegere Constantinopel en daarvoor weer Byzantium geheten, ligt op dezelfde breedtegraad als Napels, Madrid, New York en Beijing. Er valt in deze stad ontzettend veel te ontdekken en te beleven, we hebben er de benen uit ons gat gelopen. Van de Blauwe Moskee naar de Aya Sofya, van de Grote Bazaar naar het Topkapi paleis, het Dolmabahçepaleis waar Attaturk stierf langs de oever van de Bosporus, de prachtige Sùleymansmoskee. De indrukwekkend mooie gewelven ondersteund door meer dan 300 zuilen van het ondergrondse waterreservoir uit de zesde eeuw. Onze massage en wasbeurt in het driehonderd jaar oude Cagaloglu Hamam, één van de mooiste badhuizen van Turkije vlakbij de Aya Sofia. Een boottocht over de Bosporus, en een autorit langs de Bosporus richting Zwarte Zee in een oude Desoto uit 1948. Een drankje en een show met buikdanseressen, waarbij we tijdens de afrekening met de grootst mogelijke moeite hebben kunnen voorkomen, dat ons een wel hele grote poot werd uitgedraaid. De heerlijke wandelingen door deze stad met zijn prachtige parken en indrukwekkende stadsmuren, en het onverwacht getuige zijn van een huwelijksinzegening in een Armeense kerk.

En zo kan ik nog wel een poosje doorgaan, de vijf dagen in deze gigantische metropool zijn voorbij gevlogen. En behalve de vele culturele bezienswaardigheden die we in deze stad hebben gezien, was de stad met de vele kleine eethuisjes ook culinair gezien een ontdekking. Het is zeker een stad om op terug te komen.

Geen opmerkingen: