woensdag, mei 30, 2007

Ruhrgebiet II



De kortste route van Berlijn naar huis is Magdenburg, Hannover, Osnabruck, Hengelo enz. Maar even voorbij Hannover hebben we toch de afslag Dortmund maar genomen, om aan ons Berlijnse uitje nog een paar dagen Ruhrgebiet vast te knopen. Want ook in het land tussen Roer en Lippe in het Rijnland en Westfalen is bijzonder veel te zien en te beleven (Zie daarvoor ook mijn stukje 'Ruhrgebiet' van 17 october 2006).
Het is namelijk een gebied met iets wat je bijna nergens anders aantreft t.w. 'Cultuur in de industrieregio'. Mijnen en hoogovens als uniek decor voor rockopera's, disco's, opera's als Tristan en Isolde of het wereldmuziekfestival, maar ook en vooral kunst, architectuur en industriële vormgeving van alle tijden.
Ze hebben door het gebied zelfs een z.g. route 'Industriekultuur' uitgezet over een afstand van zo'n 400 km, die je met elke vorm van vervoer kan doen. Maar dat gaan we nu zeker niet doen, aan een klein stukje hebben we onze handen al vol, en een beetje verdieping geeft ook meer voldoening. In Essen weet ik een hotel waar we vast nog wel terecht kunnen voor één of twee nachtjes.

Zo omstreeks vier uur in de middag waren we op de plaats van bestemming aangekomen. Na een fietstocht over het voormalige mijnencomplex 'Zeche Zollverein' nabij Essen, waarmee ze tot 2010 nog bezig zijn het te transformeren tot 'Designstadt' waren we uitgedroogd. Maar het op het terrein aanwezige "Casino Zollverein" bood uitkomst, bier, wijn en lekkere hapjes genoeg, in het zonnetje op het terras van deze tent was het een poosje goed uit te houden. We hebben er gelijk maar een tafeltje voor de avond besproken.
Vervolgens zijn we eerst maar eens een hotel gaan zoeken. Hotel Jung in Essen bood inderdaad uitkomst, dus dat was gauw geregeld. Rond acht uur s'avonds waren we terug in "Casino Zollverein" en met lekker eten hebben we daar de rest van de avond in een uitstekend sfeertje doorgebracht.

Na een prima nachtrust en een heerlijk ontbijt zijn we s'morgens rond half tien via Dusseldorf richting Neuss gereden, naar landschappark "Insel Hombroich" een park waar natuur, kunst en architectuur samen op trekken en een gelijke waarde hebben in de filosofie van dit park.
Wandelend onder een stralend zonnetje hebben we het hele park doorkruist, af en toe even pas op de plaats makend op een bankje of in één van de kunstpaviljoentjes. Midden in het park hebben we in cafe Hombroich geluncht, grappig is dat het eten en drinken bij de entreeprijs is inbegrepen zodat het gratis lijkt, er staat van alles en nogwat aan lekkers klaar op lange tafels zodat je het zelf kan pakken. Met de auto zijn we vervolgens naar het nabij gelegen Raketenstation Hombroich gereden, waar moderne kunst te zien is in een prachtig museum dat is ontworpen door de Japanse architect Tadao Ando.

Toen we dat allemaal gezien hadden en daar ook nog een wandeling in de omgeving hadden gemaakt, zijn we richting Oberhausen gereden voor een bezoek aan de Gasometer van Man (1929). De voormalige gashouder van maar liefst 117,5 meter hoog die is verbouwd tot theater en expositieruimte. Een fraaie tentoonstelling van enorme kleurenfoto's van diverse plekken op aarde, genomen middels satellieten in de ruimte. Op een ontzettend groot scherm kon je ook via Google Earth je eigen plekken opzoeken en scherp vergroten. Vanaf het dak heb je een prachtig uitzicht over het Ruhrgebied, alleen jammer dat het nogal heiig was.

Met een bezoek aan het nieuwe binnenhavengebied van Duisburg en een voortreffelijke maaltijd op één van de prachtige terrassen langs het water, hebben we het actieve deel van de dag afgesloten. Aanvankelijk wilden we in Duisburg nog een hotel zoeken voor de nacht, maar dat plan hebben we bij nader inzien maar laten varen. Rond elf uur s'avonds waren we thuis in Harderwijk, en keken we terug op een voor herhaling vatbaar weekje Duitsland.

Geen opmerkingen: