Door Mondriaans belangstelling voor abstracte schilderkunst, ging hij er zich na deze periode steeds meer in verdiepen, en werden zijn werken in toenemende mate minder naturalistisch. Maar pas toen hij in 1911 naar Parijs verhuisde, gaf hij hier ook echt handen en voeten aan. Elk schilderij dat hij toen maakte vond zijn oorsprong in de werkelijkheid, in iets dat hij hij zag en vervolgens terug bracht tot het minimale in zowel de vorm als de kleur. Dat minimaliseren heeft zich steeds verder doorgezet en mondde uiteindelijk uit in het schilderen van schilderijen met slechts een paar lijnen, kleuren en vlakken. Mondriaan noemde zichzelf dan ook een abstract-realist. Hij verwoorde dit verder in een brief uit 1914 als volgt:
Ik construeer op een plat vlak lijnen en kleurcombinaties met ‘t doel algemeene schoonheid zoo bewust mogelijk uit te beelden. Ik wil de waarheid zoo dicht mogelijk benaderen en daarom alles abstraheeren tot ik kom tot het fundament der dingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten