donderdag, december 25, 2014

de kerstvakanties van vroeger


Potkachel, fornuis, kookringen, brandhout, kloven, sprokkelen, dennenappels, kolenkit, pook, oprakelen, petroleumstel, bakhuis, duveltje, wasketel, wringer, carbid, Buisman koffiestroopbusje, maar bovenal geuren, klanken en beelden van weleer, de zintuiglijke elementen zal ik maar zeggen. Herinneringen uit mijn jeugd die bovenkwamen toen ik in 'Moet Kunnen' het nieuwste boek van Herman Pleij, waarin hij op zoek is naar een Nederlandse identiteit, op pagina 186 de volgende passage las: ...rond de potkachel. Alleen al door de kou kroop men dicht bij elkaar rond die bescheiden warmtebron, die ook nog eens nodig was voor het koken. En dan kwamen de verhalen los over de buitenwereld, die men tijdelijk had getrotseerd en zelfs overtroefd. Prachtig, het lijkt er overigens op dat mijn jeugdherinneringen, die zich in deze met name toespitsen rond logeerpartijen bij mijn grootouders tijdens de kerstvakanties, zich steeds vaker manifesteren naar mate ik ouder wordt. Geen onbekend fenomeen trouwens!

Mensen van boven de zestig zal ik maar zeggen, hebben meer herinneringen dan jongere mensen. Niet alleen omdat ze ouder zijn en meer hebben ervaren. Maar herinneringen komen kennelijk intenser en levendiger terug op latere leeftijd, en gaan tevens verder terug in de tijd. Wetenschappers, las ik ergens, noemen dit verschijnsel de reminiscence bumb (Het effect dat men meer persoonlijke gebeurtenissen herinnert uit de tienerjaren dan uit andere periodes in het autobiografisch geheugen.) Oudere mensen herinneren zich hun kinder- en tienerjaren meer en gedetailleerder. Zintuiglijke herinneringen schijnen daarin een grote rol te spelen. Herinneringen die gelinkt zijn aan een geur of een klank worden veel vaker herinnerd op latere leeftijd. Vaker dus dan herinneringen die in verhalen zijn opgeslagen.

Ik ruik, hoor en zie de beelden van weleer nog zo. De warmte van het fornuis in de grote woonkeuken, de lange ovale eettafel, in de schouw van alles aan het plafond, gerookte worsten, hammen en kruiden. Mijn oma achter het fornuis, gesis, knetterend houtvuur, gekletter van pannen en kookringen, gepruttel boven het petroleumstelletje. Ook een fornuis in het bakhuis voor oliebollen en dat soort dingen, maar verder werd het minder vaak gebruikt, daarentegen het hout gestookte duveltje onder de grote wasketel des te meer. En dan was er ook nog een wasbord en een wringer. Ik hield me graag bezig met het vuur op peil houden en de foerage d.w.z. hout kloven en sprokkelhout en dennenappels zoeken in het nabijgelegen bos. En het Buisman koffiestroopbusje was de hele kerstvakantie lang tussen de bedrijven door mijn carbidkanon, handiger dan zo'n grote melkbus. Na gedane arbeid was er naast de grote woonkeuken het knusse en warme leeskamertje met de potkachel, waarop meestal wel een ketel water stond te sissen voor koffie, thee of weet ik wat meer. Met rode oortjes hoorde ik dan de verhalen van de dag aan.

Mooie tijd, maar achteraf besef ik goed, dat mijn grootouders zich praktisch de hele dag bezig moesten houden met de meest basale dingen. Dat is tegenwoordig wel even wat anders!

1 opmerking:

joke van Doggenaar zei

Evert ik kan je de hand geven, mijn opoe
was net zo bezig zij sliep nog in de bedstee.Mijn vader was van 1910, net zo oud als Juliana.Wat kunnen wij een stuk
terug kijken en verhalen van ouders en grootouders die je bij blijven.