zondag, september 04, 2011

Tempus fugit.



De tijd vliegt! Het was weer een memorabele dag j.l. vrijdag 2 september en prachtig weer! En de expositie Hortus/Corpus van de Antwerpse kunstenaar Jan Fabre (1958) in en rond het Kröller-Müller Museum is nog tot en met zondag te zien, nog mooi op tijd dus. Gezien de lange rij voor de kassa, waren we kennelijk niet de enige die zin hadden in een dagje museum en/of Hoge Veluwe. Het kon de pret niet drukken, maar het kostte ons wel ruim een half uur voor we binnen waren.

Jan Fabre heeft de expositie van zijn tekeningen, schilderijen, beelden en installaties een Latijnse naam gegeven: Hortus/Corpus, de tuin en het lichaam. Het is, las ik, waar het voor Fabre om gaat in de kunst. Over de oorsprong van alles, over de schoonheid, over het vieren van de kunst, het leven, de dood. Daarbij mijdt hij de confrontatie niet in een spel met religieuze symboliek. Het is sex en drugs en rock & roll.

In het beeldenpark, een behoorlijk eindje buiten het museum, lag het serene slagveld van Fabre, het Sanquis/Mantis Landscape (Battlefield) genoemd. Daar lagen verspreid over de bosbodem delen van harnassen, helmen, arm- en beenstukken mooi te blinken in de zon. Onderdelen van één van de performances van Fabre. In één van de zalen binnen was andere krijgskunst te zien. Slagvelden vol insekten, gedisciplineerd in slagorde opgesteld.
Op een lange rij hardstenen sokkels elders in het beeldenpark, zagen we bronzen koppen staan van Jan Fabre zelf. Hoofdstukken genoemd, allemaal voorzien van hoorns, geweien of delen daarvan, telkens met een andere gezichtsuitdrukking en refererend aan een ander dier. Fabre plaatst zich zo tussen mens en dier in, en versterkt dit nog eens door de hele serie buiten in de natuur te plaatsen.

In een aparte zijzaal in het museum was 'de fontein van de wereld' te zien. Daar lag Fabre op z'n rug in spijkerpak met een loodrechte erectie tussen een stapel omgevallen grafzerken. En daar beleeft hij als uiting van grote levensdrift om het half uur een krachtige ejaculatie, een ode aan de creatieve potentie van de mens. Ik heb een tijdje staan kijken daar, maar die orgastische performance heb ik daar helaas moeten missen. Het kan natuurlijk zijn dat zo'n fonteininstallatie het aan het eind van de tentoonstelling heeft laten afweten, maar de installatie kan uiteraard ook zijn uitgezet, omdat ze het daar in het Kröller-Müller maar een te vochtige boel vonden worden.

Na het museum zijn we nog naar Jachtslot Sint-Hubertus gepeddeld. Fietsen zat voor handen, het witte fietsenplan op 'De Hoge Veluwe' werkt volgens mij na al die jaren nog perfect.



Jachtslot Sint-Hubertus, ontworpen in 1914 door arch. Berlage in opdracht van het echtpaar Kröller-Müller (later, door problemen tussen beide partijen is het ontwerp gewijzigd c.q. afgerond door arch. v.d. Velde), zag er gesloten uit. Geen probleem, wij kwamen gelukkig niet voor een rondleiding. Een poosje aan de vijver gezeten daar met een drankje, en dat was heerlijk.



Op de terugtocht kwamen we nog langs dat merkwaardige standbeeld van Christiaan de Wet (1854-1922) in boerenkledij. Hij was generaal in de laatste boerenoorlog (1899-1902) in Zuid-Afrika. Door zijn strijd voor onafhankelijkheid van de boerenrepublieken daar, en zijn verzet tegen de Britten (en niet te vergeten de autochtonen), groeide hij in Nederland uit tot een volksheld. Het echtpaar Kröller-Müller bewonderde deze man zo zeer, dat ze de Nederlandse beeldhouwer Mendes da Costa (Amsterdam, 1863-1939) in 1915 opdracht gaven een standbeeld van hem te maken. Het beeld staat sinds 1921 op De Hoge Veluwe, het landschap dat Christiaan de Wet tijdens een bezoek hier, nog het meest aan het Zuid-Afrikaanse landschap deed denken.

Of de generaal in onze tijd ook tot een Nederlandse volksheld uit zou groeien durf ik zeer te betwijfelen! Ja, mogelijk bij een populistische groepering, maar daar ga ik hier verder niet op door. Hoe dan ook, de tijd van de generaal is reeds lang vervlogen!
Maar wij leven nog en hebben hier vandaag, ruim 110 jaar later, een leuke dag gehad. We zijn dan ook met een grote boog omdat malle beeld van hem daar in 'the middle of nowhere' heen gefietst.

1 opmerking:

joke van Doggenaar zei

Dat wij hier 46 jaar later nog fietsen samen!Joke