zondag, oktober 10, 2010

Bohémien uit Delfshaven



De tentoonstelling 'De grote ogen van Kees van Dongen' in museum Boijmans van Beuningen vond ik prachtig. Veel mooie vrouwen aan de muur, de één sjiek gedrapeerd in een kleurig gewaad, de andere wat kariger of zelfs helemaal niet. Zelden zoveel bij elkaar geschilderde sensualiteit aan een wand zien hangen.
En de enkele schilderijen van nogal erotisch getinte feestjes, die van Dongen rond 1920 in zijn Parijse atelier organiseerde, benadrukten nog eens het beeld van een vleiende Don Juan, dat hij inmiddels bij mij had opgeroepen. Vergeleken met de sfeer die van zijn schilderijen afdroop, waren de nogal veelvuldig georganiseerde feestjes die wij in de jaren zestig en zeventig hadden, gereformeerde theekransjes.

Kees van Dongen (Delfshaven 1877 - Monte Carlo 1968) behoorde tot de stroming van het Fauvisme. Gewaagde kleurcombinaties in grote vlakken is daarvan een kenmerk. Kunstenaars van deze stroming las ik, hebben zich nooit als groep gepresenteerd. Fauvisten probeerden vanuit hun eigen instinct te werken en hun schilderijen opzettelijk een 'primitief' uiterlijk te geven. Daarvoor keken ze bijvoorbeeld naar het werk van Paul Gauguin. (Zie ook mijn stukje Gauguin van 13 maart j.l.) De techniek van felle kleuren en ruwe, dik opgebrachte verfstreken ontleenden ze o.a. aan Vincent van Gogh. Zo zetten ze zich af tegen de traditionele schilderwijze die de Academie voorschreef. Toch kozen enkele Fauvisten gaandeweg voor een meer ingetogen manier van werken. Het portret van Juliana Augusta (Guus) Preitinger (1880-1946), echtgenote van Kees van Dongen, (zie foto rechtsonder in bovenstaande collage) is daar een goed voorbeeld van.



Typisch, de tentoonstelling van Kees van Dongen was a.h.w. om 'Notion Motion', een expositie van Olafur Eliasson (1967), een hedendaagse kunstenaar uit Denemarken van IJslandse afkomst, heen gedrapeerd. We liepen een vertrek binnen in de verwachting dat de expositie van Kees van Dongen daar verder zou gaan, kwamen we in een donkere ruimte terecht waarvan ik in eerste instantie dacht dat het een opslagruimte o.i.d. was. Toen m'n ogen echter aan het donker gewend waren, zag ik de brochure van Eliasson liggen. Enige toelichting op wat we zagen kwam inderdaad van pas. Eliasson houd zich bezig met z.g. 'installatie-kunst', en het leidmotief in 'Notion Motion' las ik, is licht en water. En dan in het bijzonder het samenspel tussen beide. Het kunstwerk bestaat uit drie bassins met water, drie lampen en een eenvoudig mechaniek om het water in beroering te brengen, simpeler kan eigenlijk niet. Toch weet de kunstenaar met deze middelen een subtiel spel te creëren tussen poëzie en de wetten van de fysica.



Aardig gedaan van die jonge kunstenaar, niets mis mee, maar ik vond de overgang tussen beide exposities een beetje merkwaardig. De in alle opzichten kleurrijke expositie van Kees van Dongen versus het minimalistische zwart witte lichtspel van Olafur Eliasson. Een abruptere overgang kan ik me nauwelijks voorstellen.

Geen opmerkingen: