zaterdag, juli 26, 2008

wind



Volgens mij zijn er niet veel omgevingen waar je zo met het weer bezig bent als op het water!

Komt wind voor regen,
dan is er niets aan gelegen;
Doch komt regen voor wind,
berg dan de zeilen gezwind.


of

Een krimpende wind,
is een stinkende wind.


en nog één

Zo de wind waait staat zijn petje.

En zo zijn er nog veel meer, honderden gezegden en spreuken zijn er met het weer als motief. In het zeilerswereldje geldt de wind natuurlijk als het belangrijkste klimaatelement. Als je in onze omgeving gedurende een periode van één jaar dag en nacht de windrichtingen aantekent, krijg je onderstaande windroos te zien. Het is wel duidelijk dat hier de zuidwestelijke windrichting overheerst.



De wind is een luchtstroom die de zeiler nodig heeft om vooruit te komen met zijn boot, maar er zijn grenzen. Met de juiste zeilvoering blijft het op de "Swing" genieten tot en met ongeveer 7 Bft, wat daarna komt vind ik in toenemende mate bagger. Tijdens de 'Colin Archer Memorial Race' hebben we op de terugweg 's nachts in de Duitse Bocht op een aandewindse koers lange tijd 8 Bft. gehad met soms uitschieters naar 9 Bft. Op een 34' zeilboot als de "Swing" een spannende en vermoeiende bezigheid! Toen we 's morgens rond zes uur eindelijk de marina van Den Helder invoeren, dronken we van voldoening een neut om vervolgens als een blok inslaap te vallen. Rond het middaguur werden we pas weer wakker!

De wind ontstaat doordat een luchtstroom in onze dampkring zich verplaatst van een hogedruk gebied naar een lagedrukgebied. Op het noordelijk halfrond gaat dat met de wijzers van de klok mee, en op het zuidelijk halfrond in tegengestelde richting.

Ook toeteraars moeten een goede conditie hebben, ze moeten middels hun amazuur voldoende druk kunnen opbouwen om de zo ontstane luchtstroom, die zich door het blaasinstrument een weg baant naar de lagere drukzone ofwel de uitgang, een toon te laten produceren.
Dat is niet altijd zo gemakkelijk als het lijkt. Ik moet daarbij denken aan mijn vader vroeger die de tuba bespeelde. Thuis stond dit instrument altijd rechtop met de uitgang of kelk omhoog in een hangkast. Hij heeft zich een tijdje te barsten geblazen, windkracht 12 zullen we maar zeggen, maar de goede toon wilde maar niet komen. Toen hij eindelijk op het lumineuze idee kwam, om de tuba maar eens een keer door te spoelen met heet water, kwam er bij het uitgieten rood water uit. En even later een rood wollen kindertruitje! Van het schap in de hangkast zo in de kelk gevallen, en ja dan kan je blazen tot je scheel ziet, maar dan krijg je nooit een goede toon. Dat was lachen natuurlijk! Een voordeel was dat hij uit ongerustheid over z'n gezondheid en amazuur in tussentijd wel even met roken was gestopt.

Nog maar een gezegde over de wind:

Krimpende wind en kijvende vrouwen, daar is doorgaans geen huis mee te bouwen.

Geen opmerkingen: