vrijdag, maart 15, 2013

Nordic Art


Het vroor nog 2º maar daar merkten we in de auto gelukkig weinig van, wij genoten alleen maar van het stralende weer! In alle rust reden we onder een staalblauw uitspansel en een heerlijk zonnetje afgelopen dinsdag naar 'Nordic Art', een expositie van Scandinavische schilderkunst in het Groninger Museum. Halverwege maart, nog een goeie week en dan begint de lente alweer! Maar voorlopig was het nog winter, in het zuiden van ons kleine kikkerlandje hadden ze zelfs nog volop met sneeuwval te maken hoorden we over de radio, en nog verder zuidwaarts was het helemaal een gekkenhuis. Op de snelweg tussen Parijs en Lille zat de pyjamaman al bijna elf uur vast in de sneeuw. We hoorden hem klagen, hij was koud, had dorst en trek in iets lekkers, 't liefst iets warms, een kroket of bal gehakt leek hem wel wat. Verder was z'n benzine bijna op, voor een beetje verwarming kon hij dus ook niet lang meer op z'n motor rekenen. Maar dorst hoefde hij volgens de verslaggever toch niet te hebben, met al die sneeuw om zich heen? En je zal toch wel ergens een dekentje in je kofferbak hebben liggen tegen de kou? Nee, hij had alleen maar een pyjama bij zich. Godallemachtig wat een zeurpiet, dat hij het even niet leuk had op die snelweg kon ik me voorstellen, maar wat een zeikerd. Alleen maar een pyjamaatje bij zich! Even een poosje bittere kou lijden zal hem denk ik goed doen, daar wordt hij flink van!

We hadden uiteraard makkelijk praten, wij zaten lekker. En even later, in 'Grand Café Time Out' aan de Poelestraat nabij de Grote Markt in Groningen, zaten we nog lekkerder. Enkele enthousiastelingen zaten zelfs al buiten op het terras. Nog een beetje fris vonden we, achter het glas smaakte de lunch ook prima. En toen eindelijk op naar 'Nordic Art', naar de Noord Europese schilderkunst uit de jaren 1880 tot 1920. Ondanks de nog winterse temperatuur wandelden we toch al met de voorjaarskriebels in ons lijf via de Grote Markt, Herestraat en de Ubbo Emmiussingel naar het Museumeiland.

De expositie die als een ode aan de volken en culturen van de Noordse landen gezien moet worden, bood een overzicht van 19e en 20e eeuwse Noord-Europese schilderkunst. De vele landschappen, portretten en taferelen uit het plattelandsleven toonden zowel de overeenkomsten als de verschillen tussen de Noordse landen. Centraal in de expositie stond de periode waarin diverse stromingen zoals realisme, naturalisme en de meer uiteenlopende stijlen als het symbolisme en het opkomende modernisme naast elkaar voorkwamen. De jaren 1880 tot 1920 vormden in Noord Europa een cruciaal tijdperk van artistieke, culturele en intellectuele ontwikkeling. Kunstwerken uit die periode verbeelden die veranderende ambities. Edvard Munch, Akseli Gallen-Kallela en August Strindberg zijn hier belangrijke voorbeelden van. Zij vingen als geen ander de poëtische schoonheid, de kern en de ziel van het mystieke noorden. Maar niet alleen dit bekende drietal, ook een groot aantal minder bekende schilders konden er in dit opzicht wat van. Hoewel de Noordse kunst haar oorsprong kent in de Europese cultuur, wist men de eigen identiteit aardig te benadrukken door het uitbeelden van het Noord-Europese leven. (Zie ook in m'n blogarchief stukje 'Finland' van 16 januari 2007) We hebben ons in ieder geval in en door deze tentoonstelling een aardig beeld kunnen vormen van de moderniteit in de schilderkunst van eind 19e begin 20e eeuw in Noord-Europa.

De Nederlandse leeuw gewapend met een bos pijlen.
Maar er was uiteraard nog meer te zien in het museum. 'Urban Gothic' bijvoorbeeld van de Nederlandse kunstenaar Marc Bijl (1970). Een veelzijdig kunstenaar met een breed scala aan kunstwerken bestaande uit o.m. installaties, video’s, sculpturen, interventies, graffiti en schilderijen. Het meeste werk was opgetrokken uit ruwe bouwmaterialen, golfplaat, spiegels en druiperige zwarte epoxyharsen, in combinatie met overbekende symbolen, (kunst)historische verwijzingen en korte teksten. Een zoektocht schijnt het naar de onderliggende machtsstructuren die de massacultuur kenmerken.

'Platbodem op de Zuiderzee' 1900 Willem Bastiaan Tholen.
En dan was er ook nog 'De collectie Veendorp'. Het levenswerk van de Groninger Reurt Jan Veendorp die voornamelijk Nederlandse kunst verzamelde uit de tweede helft van de 19de en de eerste decennia van de 20ste eeuw. In 1969 kreeg het Groninger Museum de hele kunstverzameling van Veendorp in haar bezit, bestaande uit ruim 400 unieke objecten, waaronder schilderijen, grafiekbladen, tekeningen, sculpturen en keramiek. Veel Haagse School werk als Jan Hendrik Weissenbruch, Jozef Israëls, Anton Mauve en de drie gebroeders Maris. Maar ook kunst van de generaties na de Haagse School behoorde tot de verzameling, bijvoorbeeld van de Amsterdamse impressionisten George Hendrik Breitner en Isaac Israels, maar ook van Jan Toorop, Johan Dijkstra en vele anderen.

Het Groninger Museum, we zijn er een middagje lekker zoet mee geweest. En alvorens de auto weer op te zoeken hebben we ten slotte in het museumrestaurant nog een kopje thee gedronken.

Geen opmerkingen: