vrijdag, april 28, 2017

over Indonesië & nieuw licht


Onheilspellend weer (olieverf op doek)
We kwamen eigenlijk naar het Arnhemse museum Bronbeek voor 'Nieuw Licht', een tentoonstelling over Indisch impressionisme naar werk van schilder Wilhelm Christiaan Constant Bleckmann (1853-1942). De in Batavia geboren zoon van een KNIL-officier, was een vernieuwer en de enige van de destijds in Nederlands-Indië werkende kunstenaars, die in een sterk door de Haagse School beïnvloede impressionistische stijl werkte. Prachtige schilderijen die evengoed sinds begin jaren zeventig in de kelders van het museum lagen en volkomen onterecht amper werden vertoond. Grotendeels praktisch vergeten in zowel Nederland als in Indonesië. Terwijl het toch ook voor hedendaagse kunstenaars, en in het bijzonder voor de kunstenaars in zijn geboorteland, hoogst interessant is om te zien hoe Bleckmann Indonesië destijds schilderde.
Maar de tentoonstelling 'Nieuw Licht' maakt het één en ander goed. Voor het eerst in ruim 45 jaar hebben we een groot deel van zijn respectabel oeuvre eens goed kunnen bekijken. Een mooie expositie!

Maar de tentoonstelling 'Het verhaal van Indië', een coproductie van het Indisch Herinneringscentrum en Museum Bronbeek, elders in het gebouw vond ik toch interessanter. Een boeiende tentoonstelling over de geschiedenis van de Nederlandse koloniale aanwezigheid in Zuidoost-Azië vanaf de VOC tijd tot aan de onafhankelijkheid van Indonesië, ruim 300 jaar later. In de tentoonstelling komen de gevolgen voor de Indische gemeenschap aan de orde en het militaire optreden van de Nederlandse koloniale machthebbers. De Atjehoorlog bijvoorbeeld, maar vooral de Japanse bezetting, de proklamasi van Republiek Indonesië en de Bersiap komen aan de orde. Een tentoonstelling over een bekende geschiedenis, waarin in mijn ogen zal ik maar zeggen soms evengoed een nieuw licht viel op bepaalde aspecten. 'Nieuw Licht', oh ironie!

Wandtekening in Museum Bronbeek.
De Hollanders komen eind 16e begin 17e eeuw naar Indië om geld te verdienen. Daarvoor is de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. De eerste ontmoetingen met de archipelbewoners verlopen weinig vreedzaam, maar staan evengoed aan het begin van een nieuwe samenleving. Op gunstige plaatsen ontstaat een mengcultuur van Europeanen en Aziaten in stedelijke enclaves. Batavia wordt het belangrijkste centrum voor de handel. De VOC verdiende ontzettend veel geld, ze hadden bijna 2000 schepen en meer dan 30.000 personeelsleden. Later kreeg men ook behoefde aan slaven, omdat ze het werk zelf te zwaar vonden. Er waren door de eeuwen heen veel schermutselingen tussen de Hollanders en de archipelbewoners, maar die werden door de koloniale bezetter vaak hardhandig de kop ingedrukt. Pas na de z.g. politionele acties tussen 1945-1949 n.a.v. de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog trokken de Hollanders eindelijk hun conclusie.

Moeilijk, na ruim driehonderd jaar de vruchten te hebben geplukt en de baas te hebben uitgehangen de aftocht blazen. En dat ook nog onder protest, ik kan me er iets bij voorstellen, drie eeuwen is lang, maar toch. Toen ik daar zo liep schoot mij de naam van de Nederlander Poncke Princen (1925-2002) te binnen, volgens velen nog immer een overloper en landverrader. Evenals duizenden dienstplichtigen (de Duitse bezetting nog vers in het geheugen) had Poncke Princen ernstig bezwaar om te strijden tegen het Indonesische volk. Hij weigerde dienst in Indonesië, werd daarvoor gestraft en vervolgens alsnog uitgezonden. Toen hij daar bij de jacht op de z.g. rebellen meemaakte dat complete kampongs werden platgebrand waarbij veel slachtoffers vielen, liep hij over naar de z.g. rebellen, of beter gezegd de Indonesische republikeinse troepen. Het ergst waren de moordpartijen op Celebes door het Korps Speciale Troepen onder leiding van kapitein Westerling, een oorlogsmisdadiger pur sang die complete dorpen standrechtelijk executeerde. Na de onafhankelijkheid van Indonesië werd Poncke Princen Indonesisch staatsburger en ontwikkelde zich tot een vooraanstaande mensenrechtenactivist. Maar in Nederland bleef men hem echter als overloper en landverrader zien en konden vooral de voormalige Indiëgangers zijn bloed wel drinken. Begrijpelijk misschien volgens velen, maar volgens mij niet. Poncke Princen was denk ik een moedig en weldenkend mens, hij was een deserteur in een totaal foute oorlog!

Bizar eigenlijk, door de bezichtiging van de boeiende tentoonstelling 'Het verhaal van Indië' in Museum Bronbeek, plaatste ik de tentoonstelling 'Nieuw Licht' gevoelsmatig in een heel andere context.

Geen opmerkingen: