vrijdag, april 29, 2016

Gouden toilet met Artist's shit


In mijn stukje 'Goeie shit' van 13 juli 2013 schreef ik over de blikjes 'Merda d'artista' uit 1961, ofwel over de uitwerpselen van de Italiaanse kunstenaar Piero Manzoni (1933-1963). Een serie van negentig blikjes, elk gevuld met 30 gram poep, per stuk te koop voor de dagprijs van 30 gram 18-karaats goud! Ik heb geen idee hoeveel blikjes van deze z.g. conceptuele kunst er zijn verkocht aan musea o.d.
maar zijn beroemdste werk in de catalogus van het 'Tate Modern' in Londen heet in ieder geval wel 'Artist's shit'. De reden om een museum voor beeldende kunst min of meer te ontheiligen met zulke laag-bij-de-grondse menselijke processen, is een protest tegen de absurde prijzen die voor moderne kunst moeten worden betaald.

Nu las ik onlangs in de krant, dat er binnenkort in het Solomon R. Guggenheim Museum in New York een 18-karaats gouden toilet wordt geplaatst. En niet alleen als kunstwerk maar ook als werkende vergaarbak voor menselijk afval. Over interactieve kunst gesproken! Ook de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan (1960) wil hiermee de obscene rijkdom in de kunstwereld aan de kaak stellen. Het Guggenheim verwacht dat de mensen in de rij zullen staan, om hun behoefte op het gouden potje te kunnen doen! Er schoot me, toen ik dat las, een ouwe mop over een gouden toilet te binnen, het slaat nergens op, maar voor de gein wil ik hem hier toch even kwijt.

Een man wordt 's morgens met een kater wakker nadat hij bij nieuwe mensen verderop in de straat een feestje heeft gehad. Ik heb weer eens te veel gedronken, mompelt hij voor zich uit, en ik zal me ook wel weer als een beest hebben gedragen. Ik moet mij eigenlijk gaan excuseren, maar waar was het feest ook alweer? Hij weet zich nog te herinneren dat de gastvrouw er leuk uit zag, en hun huis mooi was ingericht. En dat hij, toen de wc beneden bezet was en ontzettend nodig moest, boven een toilet is gaan zoeken. En dat hij daar op een gouden toilet heeft gezeten! Dat is bijzonder dacht hij, dat heeft niet iedereen, ik ga gewoon aanbellen in de straat en vraag of ze een gouden toilet hebben. Dan weet ik genoeg, en kan ik ze bedanken en mijn excuus aanbieden. Zo gezegd zo gedaan, een paar huizen verderop was het kennelijk al raak. Een knappe vrouw keek hem na zijn vraag vanuit de deuropening even met gefronste wenkbrauwen aan, voordat ze zich omdraaide en riep: Kees, hier staat de vent die gisteravond in je tuba heeft gescheten!

Een mopje dat een beetje tot m'n verbeelding spreekt, want mijn vader speelde vroeger tuba en borg dat ding altijd op in de hangkast.
(zie anekdote in mijn stukje 'wind' van 26 juli 2008)

De abominabele bedragen die voor moderne kunst worden neergeteld - een gouden toilet is daar een prominent symbool van - maken de excessen en de ongelijkheid zichtbaar die de littekens van onze maatschappij vormen. Maar dat is nog tot daar aan toe. Veel gekker is eigenlijk dat we er nog een betekenis in vinden ook. Een kunstwerk tussen twee haakjes, waarvoor een obsceen hoog bedrag betaald is, is tegelijkertijd een fenomeen waarvoor drommen mensen naar het museum komen. Wat een investering is voor de elite, is vermaak voor de rest. Een onbegrijpelijke paradox. Maar misschien dat we het gaan begrijpen als we in New York eens een keer rustig onze behoefte kunnen doen op het gouden toilet van Maurizio Cattelan. Dat die glimmende poepdoos uiteindelijk een filosofisch toilet blijkt te zijn!

donderdag, april 28, 2016

Een in memoriam voor Charles


Een moment dat me denk ik altijd wel helder voor de geest zal blijven, is het moment op die avond van eind maart vorig jaar, toen ik in mijn mailbox een berichtje van Charles tegenkwam. Als versteend zat ik achter m'n pc toen ik het gelezen had, zijn woorden 'moeilijk, moeilijk' en 'zo er al nog een toekomst is voor mij' waren ingeslagen als een bom en bleven maar door bonken in mijn hoofd. Er ontpopte zich een strijd in mijn hoofd tussen ongeloof en realiteit. Dit kan toch niet, dit mag toch niet! Nooit wat gevoeld en toch zomaar ineens een levensbedreigende ziekte. Hoewel praktisch sprakeloos, heb ik Charles nog dezelfde avond over de telefoon gesproken, ik kon niet anders. Maar alles was waar! Echter Charles zou Charles niet zijn, zonder zich te laven aan een sprankje hoop. En die had hij, hij ging er dus tegen aan! Een karaktereigenschap van hem die we in al die jaren zo hebben leren kennen en waarderen.

Toen we Charles via Geke midden jaren zestig voor het eerst ontmoete, klikte het eigenlijk gelijk tussen ons. Ondanks of dankzij de verschillende karakters, waren Charles en ik al vrij snel als broers voor elkaar, en nog praktisch even oud ook. We hebben, zeker in de beginperiode, veel dingen samen gedaan. Hoe hij me met gevaar voor eigen lijf en leden in die oude brik van hem, waarmee hij vanuit Arnhem naar Wezep was komen afzakken om met mijn zus te kunnen vrijen, auto leerde rijden op het Jan Boerswegje. Hoe hij ons eind jaren zestig veel heeft geholpen met ons huis te bouwen in Putten, soepel en lenig als berggeiten kropen we over steigers en spanten. Charles had de smaak van het bouwen kennelijk zo te pakken gekregen, dat hij het een aantal jaren later aandurfde om in Assen eigenhandig ook maar een stuk bij zijn eigen huis aan te bouwen. Dan die fantastische kampeervakanties in de Texelse duinen bij De Koog, Christa net geboren en Geke nog met een dikke buik van Peter. De badminton-wedstrijdjes in een duinpan die ik praktisch altijd van hem verloor. Hij was een betere sportman! De talloze weekendjes dat we met onze jonge gezinnen bij elkaar kwamen in Hoogeveen, Assen of Putten. De gesprekken over onze studies, Charles aan de Sociale Academie en ik aan de Academie van Bouwkunst. De gedenkwaardige tocht in die decembernacht in 1971, met z'n tweetjes in een Lelijke Eend over de Duitse autobahn. Bij tijd en wijle geen hand voor ogen ziende door de sneeuwbuien en de kledders blubber, die we door links en rechts inhalende vrachtwagens over ons heen kregen. Zo gleden we meer dan rijdend naar München, om die malle in aanbouw zijnde tentdaken voor de Olympische Spelen te bezichtigen. En dan dat vrolijke skiweekendje met z'n allen in Sauerland, dat Charles zo onbedaarlijk moest lachen toen hij Joke op het babyweitje filmde, die voordat ze het struikgewas indook, de skistokken in wanhoop van zich afsmeet. Of de talloze herfstvakanties in de Ardennen en de Eifel, met z'n memorabele en soms best wel linke fietstochtjes met onze nog zo jonge kinderen. En hoe hij destijds in Indonesië die prachtige rondtoer over Java, Bali en Lombok heeft georganiseerd samen met Geke, Joke en mij. Ook niet te vergeten de vele avondjes bij de open haard, genoeglijk ouwehoerend over dit en dat. En last but not least, de talloze zeiltochten samen met de mannetjes op het IJsselmeer, de Wadden en de Noordzee. Het water was niet echt zo zijn ding, maar hij genoot evengoed met volle teugen van het gedoe. En zo kan ik eigenlijk nog wel een poosje doorgaan met memoreren. Hoe kan het ook anders, ons repertoire van herinneringen is schier eindeloos, het is opgebouwd in de meer dan een halve eeuw dat we Charles hebben gekend.

Wat is genoemd is dus zomaar een willekeurige greep uit een enorm reservoir aan herinneringen. Ze trekken immer als een mooie droom aan het geestesoog van Joke en mij voorbij. Een mooie droom die niemand ons meer kan afnemen, maar waaraan jammer genoeg wel een eind gekomen is. Een eind dat ruim een jaar geleden reeds is ingeluid, maar waar we toen nog niet van wilden weten, Charles voorop! Het is een moeilijk jaar geweest, uiteraard in het bijzonder voor Charles zelf, maar ook voor allen die hem lief en dierbaar waren. Heen en weer geslingerd tussen sprankjes hoop en forse tegenslagen, vocht Charles zijn strijd voor het leven. Een leven dat hem tot ons grote verdriet niet langer was gegund. We kunnen nog slechts verwijlen bij zijn leven, en stilstaan bij zijn pieken van vreugde en pijn. Een groot gemis, het voelt alsof een stuk van onszelf gestorven is.
Anderzijds hebben we er alle vertrouwen in dat we de moed en kracht houden om door te gaan in de geest van Charles. Dat wensen we natuurlijk in het bijzonder ook Geke, kinderen en kleinkinderen toe. Dat we elkaar blijvend zullen aansporen om het mooie uit het leven te halen! Ik wil dit stukje dan ook graag besluiten met een kort gedichtje van Toon Hermans dat 'al wat sterft zal bloeien' heet, en gaat als volgt:

de bomen komen uit de grond
en uit hun stam de twijgen
en ied'reen vindt het heel gewoon
dat zij weer bladeren krijgen
we zien ze vallen op de grond
en dan opnieuw weer groeien
zo heeft de aarde ons geleerd
dat ál wat sterft zal bloeien.

woensdag, april 20, 2016

...gedenkwaardige wandeling


Onderweg naar Kampen voor een bezoekje aan Charles en Geke, werden we vanmiddag ter hoogte van Elburg door Peter gebeld. Het gaat slecht met Charles, zo slecht zelfs dat de huisarts morfine gaat toedienen als alle kinderen er zijn. Charles zal in een diepe slaap geraken waaruit hij niet meer zal ontwaken, palliatieve sedatie noemen ze dat. Overdonderd door dit plotselinge bericht, ik had Charles gisteravond nog aan de telefoon gehad, hebben we in Elburg de auto geparkeerd. Wat doe je in zo'n situatie, ons bezoek paste nu even niet om begrijpelijke reden. In een min of meer emotioneel verdoofde toestand hebben we over de stadswallen een rondje om Elburg gelopen. Bizar, leven en dood was het onderwerp gedurende de hele wandeling. Terug in de auto zijn we maar weer huiswaarts gereden. Onderweg even Christa in haar kantoor bij HMS opgezocht. Terwijl we ons verhaal aan haar deden, werden we door Janny gebeld, Charles was reeds overleden! Een jaar lang wisten we dat dit gebeuren moest, genezing was van meet af aan geen optie, en dan toch nog zo plotseling. Moeilijk te bevatten! Ik wens Geke en haar kinderen en kleinkinderen de komende tijd heel veel sterkte toe. Onszelf trouwens ook, ik zal hem vreselijk missen. Charles je bent onze 'goeiste' zwager, zeiden we vaak tegen hem in jolige buien, en die hadden we nogal eens in ons kringetje. Een groot gemis in onze familie!

zondag, april 17, 2016

mooie dierbare herinneringen


We zitten even in de garage, Charles rookt een sigaartje en we praten over lego, elektrische fietsen en van alles en nog wat. Zeker, want het volgende moment hebben we het over het naderende einde. En over wat er al of niet geregeld is. Bizar, ik kan en wil het tegen beter weten in amper geloven, dat we elkaar straks op dit ondermaanse nooit meer zullen zien. Ruim een jaar lang verzet ik me nu al tegen die gedachte. Is er dan geen wondermiddel, ze weten en kunnen zoveel tegenwoordig op het gebied van kanker. Een wens die echter keer op keer wordt gelogenstraft, het gaat gewoon niet goed met hem! Ik probeer te bevroeden wat er zich in zijn hoofd moet afspelen, hoe ga je om met een aangekondigde dood? We gaan natuurlijk allemaal een keer, maar dit is zo confronterend. Moeizaam maar rationeel is het antwoordt op mijn vraag. Ik doe mijn best er nog wat van te maken, meer kan ik niet doen, ik zie wel wat de nabije toekomst voor me in petto heeft. Overigens heb ik onlangs een verhaal geschreven over mijn leven vanaf mijn kleutertijd tot op de dag van heden, wil je het lezen? Graag!

Ik heb zijn verhaal meegekregen en het thuis gelezen. Een pakkend en overwegend positief verhaal dat in Arnhem begint. Een verhaal over jeugd, scholing, werk, vrije tijd, pensioen, kinderen, kleinkinderen, liefde en karakters, eindigend met een kijk op de huidige en meest moeizame fase in zijn leven. Enkele ijzersterke motto's completeren zijn verhaal en geven het een meerwaarde. Tijdens het lezen realiseerde ik me dat het verhaal van Charles een tijdsbestek van bijna 72 jaar beslaat, en we daarvan al bijna 51 jaar samen optrekken. De ene periode wat frequenter dan de andere, maar een zekere regelmaat hebben we tot op de dag van heden gekoesterd. Ruim vijf decennia aan mooie en dierbare herinneringen zitten er in mijn hoofd. Teveel om hier te duiden, ze schieten ook alle kanten op. Maar voor dit stukje blijven mijn gedachten om de één of andere reden toch even wat langer steken bij de jaren '60. Onze beginperiode, toen we elkaar amper kenden, en allebei net aan een gezin waren begonnen. Een mooie en dartele periode, jongens waren we nog, maar wel jongens met al veel verantwoordelijkheidsgevoel!

Bovenstaande collage is zomaar een willekeurige moment uit die tijd. Een zondagmiddag in Putten, tussen de stenen uitrusten van een weekje buffelen met die handel. Samen met Geke bij ons bivakkeren in het schuurtje, Christa en Peter nog in het peuterstadium. Honderden collages zou ik kunnen maken van ruim een halve eeuw herinneringen. Een rijk scala aan gezamenlijke belevingen en ervaringen trekt als een mooie droom aan m'n geestesoog voorbij. Een mooie droom die niemand ons meer kan afnemen, maar waaraan jammer genoeg wel een eind gekomen is. Want hoe graag ik ook zou willen, in de moeizame levensfase waarin Charles nu verkeerd kan ik hem niet volgen, laat staan helpen. Niemand trouwens, hoe liefdevol iedereen ook is, en hoe positief en rationeel Charles zelf ook met zijn ziekte en het naderende einde omgaat, hij staat er alleen voor! Charles eindigt zijn verhaal met de wens zijn verjaardag op 15 augustus nog te halen. Dat is de wens van ons allemaal, en nog langer ook hoop ik. Maar om met zijn eigen woorden te spreken, we zullen wel zien wat de nabije toekomst met hem in petto heeft. Zelf blijf ik immer op een wonder hopen, dat we de draad op een gegeven moment weer kunnen oppakken. Wellicht irreëel, maar dan wil ik hier nog wel kwijt, dat ik me gelukkig prijs dat ik zolang met een mooi mens als Charles heb kunnen optrekken!

dinsdag, april 12, 2016

een wandelingetje in Vaassen


De bronzen figuur op het bronzen bankje voor kasteel 'de Cannenburch' aan het Maarten van Rossumplein in Vaassen zit er rustig bij. Met de helm in de linkerhand en de rechterarm rustend op de rugleuning, kijkt de figuur met een enigszins vorsende blik de wereld in. Het moet de legendarische en beruchte Gelderse veldheer Maarten van Rossum (ca. 1490-1555) voorstellen. Een wreed heerschap dat destijds in dienst van de hertog van Gelre decennialang moordend en plunderend door de Nederlanden trok, om zo de z.g. onafhankelijkheid van Gelderland te verdedigen, zelfs toen dat al een verloren zaak was. Absoluut geen frisse jongen dus, als het tenminste allemaal waar is!

Persoonlijk hebben zijn rooftochten hem kennelijk ook geen windeieren opgeleverd, want in 1543 kocht hij de reeds uit 1365 daterende restanten van kasteel 'de Cannenburch' en liet hij er een statig slot van bouwen met drie verdiepingen. Na de dood van van Rossum in 1555 kwam het kasteel in handen van zijn neef Hendrik van Isendoorn à Blois. Na diverse verbouwingen en uitbreidingen werd het kasteel uiteindelijk rond 1750 aangepast aan de eisen destijds. Sinds die tijd is er aan de hoofdstructuur van het kasteel niets wezenlijks meer veranderd. In 1905 kwam het kasteel in handen van ene mevrouw F.A.F. Cleve-Mollard uit Berlijn. Echter na de Tweede Wereldoorlog heeft de Staat der Nederlanden 'de Cannenburch' als vijandelijk bezit geconfisqueerd. In 1951 droeg ze het over aan de stichting Geldersche Kasteelen. Nog hetzelfde jaar werd kasteel 'de Cannenburch' als eerste kasteel van de stichting opengesteld voor het publiek. In de jaren 1975-1981 vond een grote restauratie plaats. Ziehier het verhaal van kasteel 'de Cannenburch' in vogelvlucht.

Bij een beetje kasteel hoort natuurlijk ook een mooie kasteel- of parktuintje. De parktuin van 'de Cannenburch' in Vaassen is zo'n mooi tuintje, j.l. zondag hebben we die in alle richtingen doorkruist, een mooi wandelingetje!

maandag, april 11, 2016

van alles en nog wat in CODA


Behalve een overzicht van sieraden van Evert Nijland las ik, brengt de tentoonstelling 'Vernieuwd Verleden' in het CODA Museum ook in beeld, hoe het verleden tot op de dag van vandaag leeft in de beeldende kunst. Hoe de combinatie verleden en heden zich met sieraden van Nijland versus een brede selectie hedendaagse kunst tot elkaar verhoudt, wilde ik wel eens zien. Is er mogelijk een rode draad te ontdekken tussen het één en ander? Het kan zijn dat ik niet goed gekeken heb, maar die heb ik niet ontdekt. Het brede spectrum van interpretaties en invalshoeken van de expositie maakte dat lastig. Gezien de ruime opzet was een dergelijke zoektocht waarschijnlijk ook helemaal de bedoeling niet. Gewoon kijken hoe de verschillende kunstenaars ter onderstreping van het belang van het verleden in de hedendaagse kunst, op geheel eigen wijze gebruik hebben gemaakt van technieken, materialen en symbolieken uit de westerse kunstgeschiedenis. Het één en ander is uiteraard opgezet naar een persoonlijke keuze van Evert Nijland en de overige samenstellers van deze expositie t.w. CODA directeur Carin Reinders, Ward Schrijver architectonische vormgeving Amsterdam en adviseur Hélène Bremer.

Verder hebben we in het CODA de expositie 'Schilderij van het Jaar 2015' gezien. Ofwel de resultaten van een jaarlijkse schilder wedstrijd. Van deze wedstrijd waren vijftien finalisten uit Nederland en vijftien uit België geselecteerd. Daar bovenop waren er nog tien Belgische en twintig Nederlandse werken speciaal voor deze tentoonstelling geselecteerd. De collage is een indicatie van het niveau van de exposities.

vrijdag, april 08, 2016

een mooie lyrische compilatie


Top-avondje gisteren in de Catharinakapel! Het trio Eric Vloeimans (trompet), Tuur Florizoone (accordeon) en Jörg Brinkmann (cello) speelden de sterren van de hemel. Het zijn virtuozen op hun instrumenten. Ze behoren dan ook tot de top van de Europese muziekscene. 'Oliver's Cinema' heet het ensemble dat trompettist Eric Vloeimans, accordeonist Tuur Florizoone en cellist Jörg Brinkmann formeerden. Ze speelden prachtige compilaties van vooral filmmuziek in mooie lyrische arrangementen. Verstild, frivool, elegant, melancholiek, van alles! Waarbij de combinatie van het soepele geluid van de cello, de magnifieke improvisaties van de accordeon en de vaak fluweel zachte tonen van de trompet een verrassend geheel vormde. Prachtig, heel bijzonder, we hebben erg genoten, en wij niet alleen, de Catharinakapel zat bomvol met enthousiastelingen. Bijgaande video is eerder elders al opgenomen, behalve wat ditjes en datjes krijg je een aardig beeld van de muziek die het trio gisteravond in de Catharinakapel met heel veel plezier heeft gebracht!

woensdag, april 06, 2016

12e zondag p.m.


Jongstleden zondag 3 april hadden we de 12e brussenmiddag, de afkorting van broers- en zussenmiddag. In mijn stukjes heb ik ze overigens consequent 'zondag p.m.' genoemd, van 'post meridiem' ofwel na de middag. (Zie in mijn blogarchief de stukjes 1e t/m 11e zondag p.m. op resp. 7-5-'12; 28-8-'12; 27-11-'12; 25-2-'13; 23- 6-'13; 26-8-'13; 13-11-'13; 28-1-'14; 11-11-'14; 21-4-'15 en 24-11-'15). Janny, die deze keer voor de organisatie moest opdraaien, had er gelijk haar op handen zijnde verjaardag maar aan vast gekoppeld. Een combimiddag dus, en dat was te merken, maar daarover zo meer.

De uitnodiging per mail was als volgt: Ik wil met jullie graag naar de Gesteentetuin op Schokland (dus NIET het museum). Om 13.30 uur toch even verzamelen bij het museumrestaurant, waar we beginnen met koffie en gebak. Daarna per auto naar gesteentetuin. Daar wat rondwandelen en er is ook een bezoekerscentrum met info. Toegangspad is door het bos, dat kan wat drassig zijn i.v.m nette schoenen. (Neem je pumps mee haha. Mama had altijd loop- en zitschoenen). Uiterlijk 16.00 uur wil ik dan graag weer thuis zijn, waar Charles en Geke aansluiten. Of zij komen eerst ook even naar het restaurant, dat zien ze wel. Heb er zin in! XXX Janny

Duidelijke taal, dat kan niet missen. Rond 13.30 uur zaten we dan ook met z'n allen, op Geke en Charles na, aan de koffie met gebak in het museumrestaurant van Werelderfgoed Schokland. Vervolgens begaven we ons geheel conform plan naar de Gesteentetuin, een eindje verderop. Tot onze verbazing haakte Janny daar af, ze had het daar al vaker gezien, bovendien moest ze thuis nog het één en ander regelen voor straks. En zo kon het gebeuren dat we daar even later zonder onze leidster aan een reis door de tijd begonnen. Een reis die zo'n 200.000 jaar terug in de tijd ging. We keken naar grote zwerfkeien die door de gletsjers van de voorlaatste ijstijd in de Flevopolders zijn terechtgekomen. En in het bezoekerscentrum hebben we nog een korte film gezien over het ontstaan van de aarde. En toen hadden wij het daar ook gezien. Tegen vieren zaten we met z'n allen bij Janny op haar nieuwe terras in het zonnetje te smikkelen, en kwamen even later Geke en Charles ook aanschuiven.

Toen we vervolgens na enige tijd door Janny werden uitgenodigd om binnen aan de rijkelijk gedekte tafel plaats te nemen, begonnen we een beetje te begrijpen waarom ze ons in de Gesteentetuin aan ons lot had overgelaten. Om te beginnen een heerlijk voorafje met zalm, paling, rucola sla, honingmosterddressing en geroosterd brood. Dan de hoofdmaaltijd, we konden kiezen! Kippendijtjes in rode kokoscurry met gekookte en gefrituurde mie of mals rood vlees met frietjes, groene asperges en een heerlijke rode wijn/portsaus met rozijnen, krenten, zilveruitjes en weet ik allemaal niet wat nog meer. Heerlijk allemaal, om je vingers bij op te eten! Na het toetje, roomijs met aardbeien en een slagroommousse met aardbeiensaus, Kirsch en Crème de Cassis kon ik nauwelijks nog pap zeggen. Amper een klein gaatje voor een afsluitend kopje koffie zat er nog in!

Een bijzondere middag was het. Gevoelsmatig drukte de ziekte van Charles en hun gedeeltelijke afwezigheid daardoor uiteraard een stevig stempel op de sfeer. We hopen en duimen voor Charles, dat hij de komende periode als een kwaliteit van bestaan mag ervaren, die de moeite van het leven nog volop waard is, ondanks de zware kuren en medicijnen. En dat hopen we natuurlijk ook voor Geke en allen die hem lief zijn. Verder was die malle exercitie in de Gesteentetuin natuurlijk ook bijzonder. Dat we daar onverwacht met een klein clubje min of meer verloren rond dwaalden. Waar gaat zo'n zondag p.m. eigenlijk om, zeiden we tegen elkaar. Een enigszins overbodige vraag bleek later op de middag. Al met al hebben we weer met elkaar genoten!

dinsdag, april 05, 2016

mooi dubbelconcert in 'De Zin'


Twee acts voor de prijs van één in centrum 'De Zin' las ik. Voor de pauze singer-songwriter Marcel Hulst en na de pauze singer-songwriter Aafke Romeijn. Het maakte ons nieuwsgierig, toen het vrijdagavond 1 april j.l. zover was, waren J en ik dan ook van de partij. Marcel Hulst is o.m. bekend als zanger/gitarist van de Amsterdamse band 'Maggie Brown', maar dat terzijde. We kregen nu enkele songs te horen van 1974, de titel van de begin 2015 uitgekomen plaat van Mountaineer, zijn soloproject. Een enigszins psychedelische plaat waarop hij van begin tot eind rustig voort tokkelt op zijn gitaar, onder zachte begeleiding van zijn eigen stem en de andere bandleden van Mountaineer. De kalmte die er vanuit gaat is behoorlijk, een beetje te vind ik. Zo af en toe wat meer scherpte en pit zou de ingetogen wereld van Mountaineer denk ik ten goede komen. Maar laat ik ophouden, 1974 is en blijft toch een bijzondere plaat met een rustgevende uitwerking. Luister maar naar het nummer 'Submarine' van 1974 dat ik vrijdagavond in 'De Zin' met mijn telefoontje heb opgenomen.



Muzikant, schrijfster en journalist Aafke Romeijn gaf eerder zes jaar les als docent Nederlands aan een gymnasium. Een periode die haar o.a. stimuleerde er mooie Nederlandstalige liedjes over te schrijven. Vrijdagavond na de pauze hebben we enkele mooie songs van haar gehoord. Een intrigerende ietwat cabareteske dame achter haar synthesizer, prachtig al vond ik haar begeleiding op de synthesizer af en toe wel wat dominant overkomen. Maar dat neemt niet weg dat we genoten hebben van haar knappe teksten. Ze vertelde en passant ook nog dat we haar in de nabije toekomst vaker als gast(muzikant) bij DWDD gaan zien.

maandag, april 04, 2016

het Harderbroeker Giezenpad


Het Giezenpad in natuurgebiedje Harderbroek, ook wel Laarzenpad genoemd vanwege het drassige karakter, is genoemd naar kunstenaar Krijn Giezen (1939-2011). De in Noordwijk aan Zee geboren kunstenaar speelde een pioniersrol in land art en ecologische en conceptuele kunst in Nederland. De in 1976 gebouwde ontvangsthut en vogelkijkhut aan het pad in Harderbroek zijn ontwerpen van zijn hand. De uit natuurlijke materialen opgetrokken kunst(bouw)werkjes, worden in zekere zin gezien als voorbeelden van jonge monumenten welke het verhaal van de provincie Flevoland vertellen. In 2012 zijn beide kunst(bouw)werkjes geheel gerestaureerd.

De wandeling vanaf de parkeerplaats naar beide hutten is heen en terug slechts 3 km lang, maar is qua vegetatie heel afwisselend. En het is zo te horen een paradijs voor de vogels. Ik ben geen ornitholoog, maar dat de verscheidenheid aan gevleugelde vrienden in het gebiedje groot is kan ik als leek nog horen en zien. Op www.vogelkijkhut.nl zag ik dat er op de dag dat wij daar hebben gewandeld door diverse wandelaars de volgende vogels zijn gesignaleerd: Krooneend, Blauwborst, Tjiftjaf, Winterkoning, Rietgors, Merel, Zanglijster, Roodborst, Putter, Zwartkop, Fitis, Vink, Heggenmus, Boompieper, Waterral, Boomkruiper, Kievit, Koolmees, Rietzanger en Baardman. Een aardige waslijst waar we uit eigen waarneming ook de Knobbelzwaan, Zilverreiger en Buizerd nog aan toe kunnen voegen. Fantastisch allemaal, kunst en natuur in Flevoland, een beleving waar we niet op uitgekeken raken! Zie ook 'een mooie ochtendwandeling' van 17 juli 2015.