maandag, maart 28, 2016

verborgen mobiliteitsperikelen


Af en toe zie je ze nog in het hedendaagse verkeersbeeld, motortjes en autootjes uit een andere tijd, collectors item's van 40 à 50 jaar oud. Gevoelsmatig horen ze er door de verschijningsvorm en de afmeting eigenlijk niet meer in thuis. Neem bijvoorbeeld zo'n lelijke eend, prachtig maar het oogt behoorlijk fragiel in het huidige verkeer. Zelfs de kleinste auto's van deze tijd, zoals bijvoorbeeld de Fiat 500, zien er al robuuster en veiliger uit. Ik moet er niet aan denken om nu, evenals vroeger in een 'deux chevaux' met een 'queu de paris' voor extra bagage en drie jonge kinderen op de achterbank, nog helemaal naar de Provence of Cornwall te rijden. Achteraf bekeken waren we destijds natuurlijk al kwetsbaar in het verkeer, nu zouden we echter kwetsbaar in het kwadraat zijn.

In de jaren vijftig, toen mijn vader nog op een Eysink rondreed, kenden we nog weinig mobiliteitsperikelen. Behalve dan, dat in mijn beleving de motor het weleens liet afweten tijdens een tochtje. Vette bougie was zijn eerste conclusie, en vaak was dat inderdaad zo. Geroutineerd werd de bougie dan ontvet, waarna we ons toertochtje vervolgden. Maar er was ook wel eens malheur dat ter plekke niet te verhelpen viel, dan draaide het steevast op lopen uit. Toen me dat een paar keer was overkomen had ik niet veel zin meer in tochtjes achterop de Eysink van mijn vader. Na de Eysink kwam een JAWA, een BSA en een BMW, allemaal verre van nieuw, dus er was altijd wel wat aan de hand met die motoren. Hoe vaak ik niet een gefragmenteerde motor op de stoep heb zien liggen weet ik niet, maar vaak. Op een laken lagen dan alle boutjes, moertjes, ringetjes, veertjes en weet ik allemaal niet wat, overzichtelijk ter inspectie of reparatie uitgestald. Geen groter plezier viel in mijn vaders ogen te lezen, als de motor na her-montage van al die attributen weer wilde starten!

Na de motorperiode kwam de overkapte driewiel-motor in beeld. Lekker toeren zonder nat te worden, eerst in een oude Heinkel, later eindelijk in iets nieuws t.w. een Reliant. Deze periode viel zo'n beetje samen met de mobiliteitsexplosie die we in het Nederland van de vroege jaren zestig beleefden. Het begrip file deed zijn entree, over mobiliteitsperikelen gesproken! Vooral het toenemende recreatieve verkeer zorgde voor hoge pieken in de verkeersdrukte. Tijdens Pasen, Hemelvaart, Pinksteren en warme zomerweekeinden ontstonden er lange files. Een verschijnsel dat door het aanleggen van nieuwe wegen aanvankelijk leek te verdwijnen. Maar toen de wegenbouwers in de loop van de jaren zeventig de mobiliteitsgroei niet meer konden bijbenen, was de file uiteindelijk niet meer weg te denken. En werd ze evenals bewegwijzering en route-informatie, tot op de dag van heden een integraal onderdeel van ons verkeerssysteem. Geen verborgen maar geïntegreerde mobiliteitsperikelen noem ik het maar.

1 opmerking:

joke van Doggenaar zei

Ik zie je vader nog steeds voor me in zijn schuurtje en op de stoep met:oude fietsen.en oude motors, oude auto's.En als het koud werd houtbewerking damborden,poppenhuizen,sieradendozen,Lampen e.n.z creatieve vader had je Evert.